Deventer heeft feitelijk één groot langwerpig stadsstrand, langs de westoever van de IJssel. Op zomerse dagen ziet het zwart van de mensen, die uitkijken op de historische binnenstad. Zwemmen in de IJssel mag absoluut niet van Rijkswaterstaat. Dat is veel te gevaarlijk door verraderlijke stromingen, niet in het minst veroorzaakt door de beroepsvaart. Ook in de zij-armen is zwemmen verboden.  

En toch ligt het officiële stadsstrand, direct naast de IJsselbrug, op zomerse dagen dus vol. Het is het initiatief van Koos en Evelien Janssen. Meadow heet hun strandtent. Het is een tijdelijke, uit containers opgebouwd restaurant op het veld voor het water. Het echtpaar had de plek al jaren op het oog, maar kreeg de handen niet makkelijk op elkaar in het stadshuis. ‘We hebben vier jaar moeten leuren met het idee’, zegt Koos Janssen op een drukke vrijdagmiddag.

Inmiddels is ook het stadsbestuur overtuigd van het stadsstrand, zegt hij. ‘We zien de politici hier regelmatig, zowel privé als zakelijk’, lacht hij. Hij mag tien jaar lang iedere zomer zijn paviljoen opbouwen. Rondom zijn zaak vinden Deventenaren makkelijk een plekje in het grasveld. En daarvan wordt gretig gebruikgemaakt. Een Pleun-regenboogijsje van Meadow in de hand – genoemd naar de dochter van Koos en Evelien om geld in te zamelen voor ziekte van Batten – en een toilet binnen handbereik. 

(Tekst gaat verder onder de foto)

Stadsstrand in Deventer. Foto: Stadszaken.nl
Het stadsstrand in Deventer met Meadow. Foto: Stadszaken.nl 

Groningen heeft een stadsstrand dankzij een gezondsheidsfestival in 2016. Het strand zou tijdelijk zijn, maar bleek zo’n grote aantrekkingskracht te hebben op de Stadjers, dat de gemeente het maar heeft laten liggen. Een paar jaar later is het zelfs uitgebreid, met flink wat zand en een horecapaviljoen. Inmiddels is het terrein van 4.000 m2 een populaire en veelgeroemde hotspot voor studenten. Een tweede strandje, op het terrein van de Voormalige Suikerunieterrein, is er gekomen dankzij de ondernemers van Rebel Rebel Hostel. Zwemmen kan daar niet. 

Het stadsstrand aan het Oosterhamrikkanaal overkwam Groningen. Er is geen apart beleid op gemaakt en de stad kijkt ook niet nadrukkelijk verder. ‘Stadsstranden kunnen onderdeel zijn van de ontwikkeling van een bepaald gebied’, zegt een woordvoerder van de gemeente. ‘We zoeken altijd naar plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat kan op een stadsstrand, maar ook in een speeltuin, een park of ergens anders. Maatwerk dus.’  

Van waterplas tot stadsstrand  

Zwemmen mag ook in Almere. Daar ligt sinds deze zomer stadsstrand de Esplanade, 133 meter lang en 22 meter breed, met bijbehorende horecagelegenheid Strand22. Net als zijn collega Janssen in Deventer heeft eigenaar Martin Ort lang moeten lobbyen voor een stadsstrand. Als voorzitter van de ondernemersvereniging probeerde hij het stadscentrum beter op de kaart te zetten. Naar het Weerwater, toen alleen maar een meertje in het centrum van Almere, werd amper omgekeken.  

‘Al van jongs af aan heb ik mij verwonderd waarom er niets voor zo'n waterplas georganiseerd werd. Zelfs de gebouwen eromheen staan er met hun rug naartoe gekeerd’, zegt Ort. Hij deed in 2018 een aanvraag bij de gemeente om langs de waterkant een horecabestemming toe te voegen. En dat leverde niet direct begrip op. ‘Wij hebben toen maar mensen van de gemeente meegenomen naar plekken waar zo’n stadsstrand al leeft.’ 

(Tekst gaat verder onder de kaart)

Wat zijn stadsstranden?  
Gemeenten werken niet met een harde definitie van een stadsstrand, leert een rondgang door Stadszaken. Soms zit het simpelweg in de naam van een horecazaak, soms heeft de gemeente een plek aangewezen. Duidelijk is dat op de meeste stadsstranden niet kan worden gezwommen. Voor de stadsstranden op de door Stadszaken opgemaakte kaart, is de volgende definitie aangehouden: Een openbaar toegankelijke buitenlocatie met zand of gras in de bebouwde omgeving met als focus een groot waterelement, zoals een kanaal, singel, rivier of plas.  

In Almere zijn ze vervolgens gaan inzien dat het nieuwe park met aanlegsteiger baat kan hebben bij een zanderige hoek waar je een handdoek kunt uitleggen en een cocktail kunt drinken. ‘De gemeente moet in het verhaal worden meegenomen. Iedereen aan tafel moet inzien wat hij of zij uit het project haalt. Als je je jarenlang inzet voor zo'n gebied en je houdt vol, krijg je er iets ontzettend moois voor terug’, zegt Ort.

En mooi is het geworden. Ort wilde eigenlijk een klein strandje, maar met geld uit het fonds Verstedelijking, met steun en vertrouwen van de gemeente, en met hulp van bevriende ondernemers is het stadsstrand veel groter en succesvoller geworden dat hij ooit had gedacht. Er is zand, in het water liggen boeien voor de zwemmers, en er zijn buitentoiletten en -douches aangelegd. ‘Je ziet bij ons dat in 14 jaar alles van de grond is gekomen. Dat klinkt misschien erg lang, maar het staat er nu wel mooi.’ 

Rivierpark nodigt uit 

In Nijmegen lag het initiatief voor het stadsstrand wel bij de gemeente. Ook daar ontstond de nu razend populaire zwemplek niet zomaar. De Costa del Waal was er misschien niet geweest zonder overstromingen. Parallel aan de rivier werd in 2018 de Spiegelgeul aangelegd, om het risico hierop te verminderen. In de geul kun je sindsdien veilig zwemmen, omdat er geen grote schepen varen en het water minder diep is en niet zo hard stroomt. Gele boeien geven aan waar mensen het water in kunnen. 

Jeanette Stevens, gebiedsregisseur Rivierpark en Plassengebied bij het Stadsbeheer van de gemeente Nijmegen, noemt het stadsstrand een mooie bijvangst voor zowel de gemeente als zijn inwoners. ‘Het voegt enorm veel toe aan een aangenaam verblijf in onze stedelijke omgeving. Sinds jaar en dag worden onze strandjes gebruikt. Het Rivierpark nodigt ook echt uit om er gebruik van te maken. Er worden soms zelfs onaangekondigde bruiloften gehouden.’ 

Juist in de drukke en benauwde stad zijn stadsstranden aantrekkelijk, vindt Stevens. ‘Soms zijn er wel 500 tot 600 mensen tegelijkertijd op het strand. Die willen graag verkoelen en de rivier in. Dat is niet tegen te houden. Daaraan zie je hoeveel mensen er behoefte hebben aan die locatie aan het water.’ 

De gemeente Nijmegen is geen uitbater van de stadsstrandjes, maar ziet er toch op toe dat Nijmegenaren en andere bezoekers fijn en veilig kunnen genieten van de ruimte aan het water. Dat maakt haar indirect verantwoordelijk voor de locatie. Zo is er een fietsenstalling in de buurt van het stadsstrand te vinden en wordt er afval opgehaald. 

Ook coördineert de gemeente met organisaties als het Rode Kruis voor extra toezicht en inzet op drukke of warme dagen. De inzet van politie en handhavingsdiensten moeten overlast tot een minimum bewaren, ten behoeve van omwonenden van het stadsstrand. ‘Dat doen zij bijvoorbeeld door om tien uur het gesprek aan te gaan met bezoekers over de sluitingstijd.’ Het stadsstrand aan de Spiegelwaal is nog relatief nieuw, het bestaat sinds 2018, en dus moeten we onze inwoners ook de tijd geven om aan de omgangsregels te wennen.’ 

Maar niet alleen de gemeente heeft een taak in het goed organiseren van de ruimte aan de (Spiegel)Waal. Bij het projectgebied Rivierpark Ruimte aan de Waal zijn ook de provincie Gelderland, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer betrokken. Zij zullen in september, als onderdeel van het gehele gebied aan de Waal, ook evalueren over het functioneren van het Nijmeegse stadsstrand. Volgens Stevens is de provincie als gezag sterk betrokken bij het invullen van voldoende recreatiemogelijkheden, zoals het Nijmeegse Rivierpark. 

Stadsstranden of stedelijke zwemlocaties 

Ook in Amsterdam wordt al langer nagedacht over stadsstranden. De hoofdstad kent er dan ook een aantal. Soms oude terreinen aan een kanaal die nieuw leven zijn ingeblazen of een ondernemer aan het water die een strandthema heeft uitgewerkt. Maar de komst van nieuwe woonwijken geeft mogelijkheden, al is er een wisselwerking tussen andere functies. 

‘In een compacte stad zoeken we altijd naar de ideale mix tussen openbare ruimte, wonen en bedrijvigheid’, zegt de gemeente Amsterdam. ‘Recreatiegebieden zoals stadsstranden maken daar nadrukkelijk onderdeel van uit. Zie bijvoorbeeld de ontwikkelingen rondom IJburg, waar veel stadsstranden worden toegevoegd.’ 

(Tekst gaat verder onder foto)

IJburg. Foto: Robert vt Hoenderdaal / iStock
IJburg in Amsterdam. Foto: Robert vt Hoenderdaal / iStock

Waar Nijmegen en Amsterdam een duidelijke visie op stadsstranden hebben, is het stadsbestuur in Utrecht nog zoekende. De Domstad telt meerdere uitbaters van een stadsstrand, zoals Roost aan de Singel en SOIA in Oog in Al, maar richt zich in de zoektocht naar een visie nadrukkelijk op zwemplekken in de stad. De stad werkt nu aan haar visie Stadswater, waar ook zwemlocaties worden meegenomen.  

Die stedelijke zwemplekken zijn in kaart gebracht en door het Muller Instituut onderzocht. Vooral De Munt bij de Muntsluis, de Kromme Rijn bij Amelisweerd en de Veilinghaven aan het Merwedekanaal blijken populaire officieuze zwemplekken. Of het nu mag of niet: mensen nemen er graag een duik. Het stadsbestuur kan daar niet langer omheen, blijkt uit een collegebrief aan de gemeenteraad. ‘Binnen het Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen past het om dit waar mogelijk, in veiligheid en goede samenhang met de omgeving, te faciliteren.’ 

Het college tempert de verwachtingen wel. Niet alleen moet de buurt akkoord zijn met de nieuwe functie, ook andere instanties spelen een rol. Uit de brief: ‘Officiële zwemlocaties worden immers aangewezen door de provincie Utrecht, die ook toeziet op de zwemwaterkwaliteit. Verder zijn de oevers in beheer van de gemeente Utrecht, maar valt het beheer van het water op de meeste locaties onder het beheer van Rijkswaterstaat of het Waterschap.' 

Van die complexiteit trekken recreanten en ondernemers zich in Utrecht ieder geval niets aan. Op een zomerse dag ligt het bij onder meer De Munt net als op de officiële stadsstranden in Deventer, Groningen, Amsterdam, Almere en Nijmegen afgeladen vol.