Met een score van 67,4 komt Nederland ver boven het Europese gemiddelde van 52,3. Noord-Europese landen doen het in de index goed: de nieuwe koploper is Finland, gevolgd door Denemarken, Nederland, Zweden en Ierland. Onderaan de lijst hangen landen als Griekenland, Bulgarije en Roemenië.
Nederland doet het vooral goed als het gaat om zijn digitale infrastructuur via vaste en mobiele netwerken, waarop ze scoort als een na beste land. Zo heeft 91 procent van Nederlandse aansluitingen toegang tot snel en vast breedbandinternet via kabel of glasvezel, terwijl dit in de rest van de Europese Unie nog een doelstelling is voor het jaar 2030.
Ook de Nederlandse beschikbaarheid van 5G mobiel internet loopt volgens de index ver voor op het Europese gemiddelde. In mei liet een adviescommissie weten dat Nederland volgend jaar de zogenoemde 3,5 Gigahertz frequentie landelijk kan gaan gebruiken. Deze zal op een veiling worden aangeboden.
Digitaal Nederland versterkt Europese Unie
Ook de Nederlandse ondernemers dragen bij aan de derde plek in de ranglijst. Inmiddels komt in de Nederlandse midden- en klein bedrijven gemiddeld 15 procent van de totale omzet uit online activiteiten. Door de inzet van sociale media, cloud-toepassingen en het benutten van data lopen zij in Europa voorop. Op dit thema is Nederland de nummer vier.
De Europese Commissie constateert in haar rapport dat (extra) investeringen in kunstmatige intelligentie (AI), quantum-technologie en micro-elektronica cruciaal zijn voor het behoud van de Nederlandse economische positie. Ook versterkt dit de totale groei van de Europese Unie, aldus de EC.
'Digitalisering is samen met verduurzaming 1 van de 2 grote veranderingen van deze tijd. Hierin privaat en publiek investeren is nodig voor het stimuleren van innovatie – en daarmee banen en inkomsten - en het verminderen van afhankelijkheid van (half)producten van buiten de EU', aldus minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat).
'Goed om te zien dat onze gezamenlijke inspanningen de Nederlandse positie al hebben verbeterd. Maar deze uitdagingen blijven vragen om een actieve inzet van bedrijven en overheid: als het gaat om scholing, cyberveiligheid, digitale infrastructuur en een beter werkende digitale markt.'
In de index komt verder naar voren dat Nederlanders bovengemiddeld digitaal vaardig zijn. Datzelfde geldt voor het aanbod en de kwaliteit van de digitale overheidsdiensten. Het aantal beschikbare ICT-specialisten groeit weliswaar gestaag, maar voldoet nog niet aan de marktvraag. Het aantal afgestudeerden in een ICT-richting is volgens de DESI een aandachtspunt, want hierop scoort Nederland dus iets onder het gemiddelde.