In haar toekomstvisie schrijft staatssecretaris Heijnen dat veel winst voor de fiets te behalen is bij de 14 NOVI-gebieden (nummer 15, die bij Amersfoort, is te laat toegevoegd voor de onderzoeken). Voorwaarde voor meer fietskilometers is dat nieuwe woningen relatief dichtbij treinstations komen te liggen en dat de routes van en naar de stations zonder obstakels zijn. Om dat te stimuleren, worden meer fietsprojecten meegenomen in de MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport).
In de eerste MIRT-ronde trekt het kabinet in 21 projecten in totaal 370 miljoen euro uit voor infrastructuurprojecten met een rol voor de fiets. Het gaat dan om de aanleg van doorfietsroutes, fietstunnels en fietsbruggen. Voor de tweede versnellingsronde zijn er nu 38 projectenvoorstellen en in 21 daarvan zitten ook fietsinfra maatregelen. Heijnen wil met de cofinanciering bereiken dat fietsnetwerken sneller worden aangelegd.
De ambitie van Heijnen is dat er een landelijk netwerk van doorfietsroutes komt. Ze wil dat gemeenten en provincies vaker over hun grenzen heen kijken en de fietsroutes beter op elkaar afstemmen. Ze wil daarvoor jaarlijks 6 miljoen euro bijdragen. De besluitvorming over de routes zouden moeten lopen via Bestuurlijk Overleggen (BO) MIRT.
Fietsenstallingen ook voor bakfietsen
Voor de bouw van nieuwe en betere stallingen bij stations trekt staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat 50 miljoen uit. In de stallingen moet meer plek komen voor fietsen van verschillende typen maten. ‘Ook de ouder die eerst met de bakfiets de kinderen naar school brengt, moet daarna makkelijk door kunnen naar het station, en de bakfiets veilig en dicht bij de trein kunnen parkeren.’
Een andere maatregel om fietsen te stimuleren, is zorgen dat iedereen over een fiets beschikt en daar ook op kan rijden. Heijnen zegt dat veel gezinnen zich geen fiets kunnen veroorloven. Daarom komt ze binnenkort met een actieplan. ‘Want ik vind het belangrijk om jong te leren fietsen, zodat je dat ook blijft doen op latere leeftijd.’
Nederland is fietsland nummer 1 en dat wil Heijnen uitdragen op handelsmissies. ‘Ik ga vanuit de Nederlandse koploperspositie bijdragen aan het verzilveren van het internationaal, economisch verdienpotentieel van de Nederlandse fietssector door deel te nemen aan internationale handelsmissies.’ De totale uitvoerwaarde door de fietssector steeg tussen 2015 en 2020 met 70 procent, tot 1,9 miljard euro. De groei kwam voor een groot deel door de e-bikes. In Nederland levert de sector 13.000 voltijdsbanen op.