Lelijk volgens de een, interessant volgens de ander: Vaststaat is dat Stuttgart een dynamische stad en regio is, die de wereld naast de automobiel ander technisch vernuft schonk met bedrijven als Mercedes-Benz, Porsche en Robert Bosch. Het is de vraag of de Stuttgart Regio de rol van voorloper weet te prolongeren in een snel veranderende tijd waarin de verbrandingsmotor in de ban wordt gedaan. Er staat véél op het spel.

De Duitse industrie is aan vernieuwing toe. De verbrandingsmotor voor personenvoertuigen wordt in de ban gedaan, al bedong de Duitse overheid nog uitstel van executie. Als het klad definitief in de Duitse auto-industrie komt, dan trekt het een schare van toeleverende industrieën met zich mee het slop in. De beleidmakers houden rekening met een vervangingsopgave van 200.000 werknemers, die competenties moeten hebben als de babyboomgeneratie die de komende vijftien jaar de fabrieken gaat verlaten. Toch ook rekening gehouden met een toekomstscenario waarin er voor hooggekwalificeerde productietechnologen geen werk meer is.

Om de status als productiestandplaats te behouden, zet de Duitse overheid stevig in op een industriepolitiek. Dat heeft de afgelopen twee jaar extra dimensie gekregen. Haperende toeleveringsketens (en ontbrekende voorraden) tijdens de coronapandemie, leidden tot voornemens om productie van vitale onderdelen terug te halen naar Duitsland. De oorlog in Oekraïne legde pijnlijk bloot hoe afhankelijk Duitsland zich heeft gemaakt van vreemde mogendheden waar je liever niet afhankelijk van wilt zijn. Het stopzetten van gasleveranties uit Rusland kan hele industrieën, en daarmee de Duitse economie, in de diepte stortten.

Ruimte als knelpunt in Duitsland

Dat laatste ligt buiten de macht van het Verband Region Stuttgart (VRS), dat sinds de oprichting in 2004 een belangrijke coördinerende rol in het ruimtelijk-economisch beleid vervult in de economische regio waarvan de stad Stuttgart het middelpunt is. Groot knelpunt voor verdere economische ontwikkeling en diversificatie is een gebrek aan ruimte. En als er al ruimte is, dan voelen de circa 150 gemeenten, die onderdeel uitmaken van de metropoolregio, zich weinig geroepen om ruimte voor nieuwe industrie beschikbaar te stellen, omdat de inwoners het niet willen.

Zij willen eigenlijk niets, vertelt Thomas Kiwitt, directeur regionale planning van VRS. 'Veel mensen zitten in een soort vakantie-modus. Zij wonen in een dorp waar zij niet werken en niet winkelen. Ze zitten met een glas Weissbier in de tuin. Als je een enquête organiseert, dan scoren weginfrastructuur, openbaar vervoer, luchtkwaliteit en de woningmarkt altijd hoog. Maar we hebben geen politieke meerderheid voor méér wegen, méér openbaar vervoer, en méér huizen.'

Kortom: bewoners profiteren van economische zekerheid die de metropool inwoners heeft gegeven, maar houden de stad graag buiten de deur. Daarnaast bestaat ook in de regio Stuttgart een enorme spanning tussen twee ruimteclaims vanuit wonen en werken, waarbij werken vaak het onderspit delft.

(Tekst gaat verder onder het kader)

REGION STUTTGART IN ZEVEN LESSEN
1. Meer bestuurlijke coherentie zorgt voor meer economische slagkracht!
De regio is bestuurlijk zwaar versnipperd maar compenseert dit met een sterk regiobestuur met een gekozen assemblee;
2. Borg ruimte voor werken regionaal af!
Lokale overheden kunnen niet zomaar en bestemmingsverandering doorvoeren zonder fiat van het regiobestuur. Daarmee kan kostbare ruimte voor werken worden geborgd.
3. Stick to your DNA!
Het DNA van Stuttgart zit ‘m in de ‘productievaardigheden’ van de mensen in de regio. Het is in dat opzicht geen gekke gedachte dat de regio ervoor kiest te investeren in de productie van elektrolyzers voor de exportmarkt, en niet zozeer waterstof zelf.
4. Industriepolitiek vergt een lange adem!
Ondertussen investeert Stuttgart ook sterk in innovatie, als onderdeel van een bredere landelijke industriepolitiek. Wat opvalt is dat er strategisch gekozen wordt, samen met het bedrijfsleven, en er een lange adem is. Ook aardig om te zien hoe de staat AI-scans aanbiedt aan bedrijven. Met het oog op productiviteitsgroei geen gek idee.
5. Huisvesting is geen bedreiging, maar een kans op personeel te binden!
In Fellbach is te zien hoe Wittenstein woongebieden niet uit te weg gaan, maar expliciet kiest voor een stedelijke omgeving om aantrekkelijk te blijven voor personeel.
6. Innovatieve werkomgevingen zijn goud waard. Maar zorg wel voor output!
Stuttgart is goed in produceren en repeteren. Innoveren en improviseren is iets waar de Duitsers minder goed in zijn. En dat moeten ze misschien wel doen om geen Detroit te worden. De benodigde infrastructuur van campussen en innovatieve werklocaties lijkt nog onderontwikkeld. Anderzijds is in Arena2036 te zien dat innovaties ook direct toepasbaar zijn. In die zin zijn de Duitsers ook wel weer aanstekelijk no-nonsense. 
7. Laat het regiobestuur het vuile werk opknappen!
Tot slot kunnen we uit Stuttgart leren dat er een alternatief is voor regionale samenwerking: regionale coördinatie door een sterk regiobestuur dat beslissingen neemt dit een kleine gemeenten niet durft te nemen: bijvoorbeeld het behouden van ruimte voor werk.

 

'Duitse gemeenten zijn eigenwijs'

Gemeenten zijn van oudsher sterk en eigenwijs, vertelt Kiwitt, met de burgemeester als aanvoerder. Enkele gemeenten tellen minder dan 10.000 inwoners, maar hebben wel dezelfde bevoegdheden van een grote stad als Stuttgart. De R&D-afdeling van Porsche zit in een dorp met 3500 inwoners. Van het gekozen bestuur daar wordt verwacht dat het zaken doet met een concern dat gewend is op een wereldtoneel te spelen.

De gemeente mag dan de vergunningverlenende instantie zijn, de VRS heeft een stevige coördinerende rol. Dat doet VRS met een direct democratisch mandaat. Samen met twee andere regionaalverbanden (Hanover en Ruhr) heeft VRS namelijk een direct gekozen assemblee. Volgens Kiwitt is dat een pré, omdat de zaken waar VRS over gaat, expliciet politiek zijn.

Bestemmingswijziging

Het belangrijkste instrument van VRS is het regionale plan. Daarin staan volgens Kiwitt richtlijnen met een juridisch bindende status, waarover niet zelden de degens gekruist worden met gemeenten in de rechtszaal. Zo mogen individuele gemeenten niet zonder instemming van VRS de bestemming van een stuk land wijzigen. Aan de andere kant heeft VRS niet de bevoegdheid om bestemmingen op te leggen.

Te veel opleggen is ook helemaal niet de bedoeling van VRS, bezweert Kiwitt, die meer mikt op de kunst van de verleiding: het zorgen voor draagvlak voor nieuwe ontwikkelingen. Dat is best lastig, want traditioneel gezien bestaat de gereedschapskist van de planningautoriteit vooral uit instrumenten om ontwikkeling tegen te houden. “We hebben sterke remmen, maar beperkte middelen om dingen mogelijk te maken.”

Daarom worden regionale overheden die het regionale plan volgen, beloond met speciale regelingen. De uitvoering hiervan ligt bij de Wirtschaftsförderung Region Stuttgart, de regionale ontwikkelingsmaatschappij die gehuisvest is in het gebouw naast VRS. De vraag is of dat voldoende is, omdat inwoners van Stuttgart Regio nogal verwend zijn, en niet zo van verandering houden. Dat wordt dus nog een hele uitdaging en daaruit blijkt maar weer dat Duitsland bar weinig van Nederland verschilt.

Op de vraag hoe de relatie is tussen Stadt Stuttgart en het regionaalverband antwoordde Kiwitt dat dit prima is. Of te controleren of dit echt zo is, zouden we ook Stads Stuttgart moeten vragen. Volgens Kiwitt kan het regiobestuur hete aardappels voor de Stuttgart uit het vuur halen, waar de Stuttgart dankbaar gebruik van maakt. Immers, een kleine gemeente is eerder geneigd te luisteren naar de regio, dan naar de ‘grootstad’.

Ruimtegebrek voor megasites

Die Wirtschafsfördering is de Duitse variant van de regionale ontwikkelingsmaatschappij, behalve dat de staat Baden-Württemberg geen aandeelhouder is, maar de lokale gemeenten. Volgens Stephanie Fleischmann, hoofd strategie en internationale relaties, heeft de Stuttgart regio geen kavels meer beschikbaar van vijftien hectare of groter. Dan legt de regio het af te tegen een stad als Magdeburg die onderdak gaat bieden aan twee nieuwe megafabrieken van Intel, waarvoor deelstaat Saksen-Anhalt een site van 300 hectare beschikbaar stelde.

De vraag is of de regio Stuttgart nieuwe megaprojecten nodig heeft. Dat zijn projecten met een minimale investering van 1 miljard euro, een ruimtebeslag van minimaal 100 hectare en werkgelegenheid voor meer dan 1500 mensen en ‘substantiële multipliereffecten’, aldus de definitie van economisch geograaf en planoloog René Buck. 'Dat is de discussie nu', zegt Fleischmann. 'Ze passen niet eens in Baden-Württemberg. Het issue is: als het slecht gaat met de reguliere economie en met de autofabrieken, dan kun je achteraf tot de conclusie komen ‘stom dat we het niet hebben gedaan’.'

Fleischmann benadrukt dat de regio een enorme voorraad arbeidskrachten telt met goede ‘productievaardigheden’, ook jongeren, waardoor de blik ook naar de toekomst toe gericht moet zijn op productie. 'Maar productie heeft logistiek nodig en daar hebben gemeenten geen ruimte voor, omdat ze zeggen dat logistiek niet veel banen oplevert', vervolgt Fleischmann. Waar ook ruimte voor nodig is zijn voorraden, om zo minder kwetsbaar te worden voor haperende aanvoerketens, voegt Thomas Bittner toe.

Campussen 

Bittner, projetmanager Foreign Trade and Services bij de Industrie- en Handelskammer, doet er nog een schepje bovenop. Hij verzekert dat de productie ‘dramatisch’ zal terugvallen. 'Mercedes wil alleen nog focussen op luxeauto’s.' Innovatie biedt een mogelijke ontsnappingsroute uit de onvermijdelijke neergang. Zo weet Bittner te vertellen dat Daimler een nieuwe brandstofcelfabriek wil bouwen, net buiten Stuttgart, met belangrijke spin-off-effecten. Het goede nieuws is: de lokale gemeenschap gaf haar goedkeuring aan de benodigde ‘special zoning area’.

Er zijn nog grote uitdagingen. Ook voor innovatie is menskracht nodig. En dat is op het moment, naast ruimte, de grootste knellende factor. Een manier om mensen te trekken is het creëren van goede en inspirerende omgevingen voor start-ups, die een nieuwe generatie aantrekt of bindt. Maar op de geboortegrond van de automobiel lijkt de infrastructuur voor start-ups nog niet goed ontwikkeld, erkent ook Fleischman.

Ze is kortgeleden in de Brainport regio geweest, en heeft zich laten inspireren door de grote variëteit aan campussen en innovatieve werklocaties in Eindhoven en omgeving. Hier is nog een wereld te winnen. Inmiddels zijn er projecten in de maak zoals de AI xpress, een startup-accellerator in Böblingen waar de Wirschafsförderung bij betrokken is. Een andere innovatieve werkomgeving is Arena2036. Ook investeert de regio fors in de waterstofeconomie.

Machines

Arena 2036 staat voor ‘Active Research Environment for the Next Generation of Automobiles’. Aangesloten bedrijven (zo ongeveer alles wat er toe doet in Stuttgart) kunnen in de productiehal bij de universiteitscampus innovaties uitproberen. De Arena2036-organisatie zorgt voor de coördinatie. Daarnaast biedt Arena2036 onderdak aan een incubatorprogramma ‘Startup Autobahn’.

De organisatie is uitbesteed aan Plug and Play, een accellerator programma-organisator uit Silicon Valley. Arena 2036 kan rekenen op belangrijke overheidssubsidie. De overheid bekostigde niet alleen de bouw van de productiehal, dure machines, maar ook een deel van de exploitatie. Het is wel de bedoeling dat de kosten geleidelijk aan volledig worden gecoverd door de leden. Wat betreft de innovaties zelf: die zijn in eerste instantie van de startups en bedrijven, maar open innovatie is de norm.

Arena 2036

Arena 2036 laat zien dat innovatie niet op afroep beschikbaar is maar een lange adem vergt en bijbehorende (publieke) investeringen. Belangrijkste misschien nog wel is dat de industrie zelf nadrukkelijk betrokken is en toepasbaarheid van innovaties voorop staat. Daarbij wordt in Arena 2036 letterlijk voortgebouwd op het economisch DNA dat de regio sinds 1886 heeft, toen Karl Benz de automobiel zou hebben uitgevonden, om een jaar later in productie te nemen. Nu, 150 jaar later, moet daar een nieuwe industrie uit voorkomen met Arena 2036 als katalysator.

AI-scan

Twee andere ontmoetingen stonden ook in het teken van innovatie. Allereerst de ontwikkeling van artificiële intelligentie op het KI-fortschitszentrum aan het Frauenhofer Institute en afsluitend de ontwikkeling van waterstoftechnologie bij het Zentrum für Sonneenergie- und Wasserstoff-Forschung Baden-Württemberg (ZSW). De staat Baden-Württemberg biedt via het KI-fortschitszentrum (de staat is ook de belangrijkste financier) álle ondernemingen in de staat een AI-scan aan om te kijken in hoeverre AI bedrijfs- en productieprocessen kan verbeteren. Geen gek idee in een tijd van personeelsschaarste.

Meest voorname les uit de ontmoeting met Dr. Marc-Simon Löffler, hoofd van het departement van hernieuwbare energie van ZSW, was dat de regio in staat is boven de energietransitie te hangen en op zoek te gaan naar wat Duitsland écht kan bijdragen. Zo constateert Löffler dat het niet aannemelijk is dat Duitsland zelf een grote producent van (groene) waterstof wordt. De zonnekracht en beschikbare ruimte zijn te beperkt. Daarom wordt nu alles op alles gezet om nieuwe electrolyzers te produceren met het hoogste rendement, voor de export, naar bijvoorbeeld Australië. Dat heb je het dus feitelijk over een nieuwe maakindustrie, aansluitend bij het economische DNA.

Urbanes Gebiet

Een bezoek aan de productiefaciliteit van Wittenstein in Fellbach op de derde dag completeerde de reis. Het bezoek startte met een rondleiding door een bedrijvengebied waar de huizen nooit ver van verwijderd zijn. Het is één van de proeflocaties van de IBA2027 dat de ‘productieve stad’ als een van de thema’s hanteert. IBA-projectleider en architect Grazyna Adamczyk-Arns introduceerde een nieuw soort planningsconcept dat in dit kader zeer relevant is: het Urbanes Gebiet.

Urbanes Gebiet is sinds 2017 in het Duitse bouwrecht een gebied dat waar zowel gewoond mag worden maar ook ruimte is voor commerciële ondernemingen en sociale, culturele en ander voorzieningen geplaatst mogen worden die de woonomgeving niet significant verstoren. In tegenstelling tot in het Mischgebiet (gemengd gebied) hoeft het gemengde gebruik niet in evenwicht te zijn.

Het thema productieve stad is uit nood geboren. De stad heeft productie nodig om economisch te kunnen voorbestaan en de industrie heeft de stad nodig voor het aantrekken en behouden van personeel. Het uit elkaar trekken van die functies is al lang niet meer het ideaal.

Aantrekkelijk blijven voor personeel was één van de motieven van Wittenstein, een producent van aandrijfsystemen, om een nieuwe faciliteit in een stedelijke omgeving, dicht bij een S-bahn-station, neer te zetten. Het vergde wel de nodige investeringen in geluidsbeperking en faciliteiten om vrachtwagens binnen te kunnen lossen. Maar de investering betaalt zich uit. Wittenstein heeft de mogelijkheid om uit te breiden op de locatie. Maar dan is een aantrekkelijke plek niet meer voldoende om aan personeel te komen, omdat er domweg niet voldoende personeel is. Daarom mikt fabrieksdirecteur Christoph Herz op verregaande productiviteitsgroei door automatisering waardoor in de nieuwe plant 30 procent minder personeel nodig is.