Bijna 70 procent van de verwachte nationale groei tot het jaar 2035 komt volgens de prognose terecht in gemeenten met ten minste 100.000 inwoners. Naast de grote gemeenten zullen ook randgemeenten eromheen meegroeien. Voorbeelden zijn Haarlemmermeer nabij Amsterdam, Zuidplas nabij Rotterdam en Rijswijk bij Den Haag. Ook Almere en Lelystad groeien sterk.
Het aantal Nederlanders tussen 20 jaar en de AOW-leeftijd neemt volgens het PBL en CBS de komende jaren toe, van 10,6 miljoen in 2021 naar 11 miljoen in 2035. Voor 141 gemeenten neemt het aantal inwoners in deze leeftijdscategorie echter af, vooral buiten de Randstad.
Van de vier grootste steden kan Amsterdam op de meeste nieuwe inwoners rekenen. Dat wordt naar verwachting een toename van 175.000 tot 2035. Dat is een groei van 20 procent ten opzichte van vorig jaar. Utrecht krijgt de grootste relatieve groei met 26 procent. Minder hard groeien Den Haag en Rotterdam, respectievelijk 18 en 12 procent.
Volgens de prognose van beide bureaus heeft de groei van de grote steden te maken met gemiddeld relatief jonge inwoners en doordat er per saldo meer kinderen worden geboren in contrast met het aantal sterfgevallen. Ook blijven steden op grote schaal immigranten aantrekken, waaronder arbeidsmigranten buiten de Europese Unie, expats en internationale studenten.
Buiten de Randstad vindt een groei van inwonersaantallen vooral plaats in de steden. De prognose noemt de steden Breda, Tilburg en Eindhoven in de provincie Noord-Brabant. In het noorden groeit Groningen relatief sterk, in het oosten gaat het om Zwolle, Arnhem en Nijmegen.
Noord- en Oost-Nederland vergrijst
Tegenover de groei in steden, staat krimp in kleinere gemeenten. In 54 gemeenten verwachten het PBL en het CBS een krimp van meer dan 2,5 procent. Deze gemeenten liggen vooral aan de randen van Noord- en Oost-Nederland. Jongeren trekken weg uit deze gemeenten voor studie en werk, dat zich meer verplaatst naar grotere steden. Deze gemeenten zullen dan ook eerder vergrijzen. Het gaat vooral om gemeenten in het noordoosten van Groningen, Drenthe, de Achterhoek en Limburg.
In 2035 zal ruim 24 procent van de Nederlandse bevolking ouder zijn dan 65 jaar, nu is dat nog 20 procent. In de grote steden gaat het om 19 procent (nu 14 procent), in kleinere gemeenten is dat in 2035 in veel gevallen 30 procent of meer. Het verschil in vergrijzing tussen stad en platteland neemt de komende 13 jaar dus toe.