‘Het is voor de energietransitie belangrijk dat bedrijven én consumenten ervaring op doen met het gebruik van waterstof’, zegt Manon Leijten, bestuurslid van de ACM. ‘Uitgangspunt daarbij is dat er voor consumenten geen verschil is tussen verwarmen met waterstof of met aardgas. Zo moet de leverancier ervoor zorgen dat er altijd voldoende waterstofgas geleverd wordt en moet duidelijk zijn wat de kosten zijn voor de consument. Bovendien moeten de tarieven redelijk zijn.” 

Volgens de ACM bestaat nu geen wettelijke basis voor netbeheerders om deel te nemen aan experimenten met waterstof. Vanwege de energietransitie vindt de ACM het wel belangrijk om ervaring op te doen met waterstof. Als ze voldoen aan de bepalingen in het kader hoeven netbeheerders en energieleveranciers niet te wachten op nieuwe wetgeving. 

De ACM heeft in het kader ook beschreven wat er moet gebeuren als een project niet succesvol is. Zo moet de netbeheerder de situatie van vóór de pilot kosteloos herstellen als de levering van waterstof niet langer gegarandeerd kan worden. Het kader geldt vijf jaar, of tot het moment dat nieuwe wetgeving gereed is. Het ministerie wijst een toezichthouder op de veiligheid bij waterstofpilots aan. 

Inmiddels zijn al meerdere projecten voor waterstof in de gebouwde omgeving onderweg. Zo werkt netbeheerder Alliander in Lochem aan een pilot met waterstof. Daar krijgen tien woningen een cv-ketel die geschikt is voor waterstofgas. Netbeheerder Stedin heeft twee jaar geleden geëxperimenteerd in een aantal sloopwoningen in Uithoorn. Daar werd een ombouwoefening gehouden.