Op papier is de Nederlandse bouwsector een circulaire kampioen, stellen de auteurs van het ‘Circularity Gap Report voor de gebouwde omgeving in Nederland’. 88 procent van het bouw- en sloopafval wordt gerecycled, en minder dan 10 procent eindigt op de stortplaats of in een verbrandingsoven.
Maar als je inzoomt op de cijfers, rijst een minder rooskleurig beeld. Het RIVM berekende eerder dat 85 procent van het gerecyclede sloopafval bestaat uit vermalen beton. Dat wordt gebruikt voor de aanleg van bijvoorbeeld wegen.
Door deze downcycling komt slechts 8 procent van de gebruikte materialen in de gebouwde omgeving uit hergebruik. ‘Het hergebruik voor infrastructuur kan zeker nuttig zijn. Maar het vermindert wel de materiële waarde en sluit mogelijkheden voor hoogwaardiger hergebruik uit’, schrijven de onderzoekers.
Duurzamer materiaalgebruik in de bouw is volgens de onderzoekers hard nodig. De bouwsector is ’s lands grootste grondstofgebruiker, en de vraag naar bouwmaterialen neemt flink toe met de beoogde bouw van 900.000 nieuwe woningen tot 2030. Bouwmaterialen stegen de laatste tijd bovendien hard in prijs. Meer circulaire bouw kan een antwoord bieden op deze uitdagingen.
Om hergebruik in de gebouwde omgeving te stimuleren, doet het rapport een aantal aanbevelingen, waaronder:
- Creëer een gelijk speelveld. Op dit moment zijn oplossingen voor circulaire strategieën nog niet concurrerend met hun reguliere, lineaire tegenhangers. Oplossingen met een lagere impact op het milieu moeten beloond worden, bijvoorbeeld met belastingen.
- Investeer in menselijk kapitaal. Veel werknemers in de bouw hebben nu niet de juiste vaardigheden om de transitie naar circulair bouwen vorm te geven. Bij- en omscholing is noodzakelijk, net als een cultuurverandering van levenslang leren. Daarnaast is het belangrijk te investeren in betere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de bouw. Zowel financieel, als qua gezondheid en veiligheid.