Dit artikel staat in ROm juni 2022, het maandelijkse vakmagazine voor de fysieke leefomgeving en gratis voor beleidsambtenaren en gekozen politici in dat domein. Neem een thuisabonnement!

In kleurige kaarten toont senior projectmanager Marc van Geene van het Kadaster hoe de agrarische ontwikkeling van een gebied eruitziet. ‘Je ziet hier een Natura 2000-gebied met een buffer eromheen. In dit kaartje wordt zichtbaar waar de stallen zijn en wat de stikstofuitstoot is.’ Sommige grote stallen staan in die buffer en hebben een flinke emissie. Van Geene laat met een kaartje zien wat gebeurt als de provincie besluit zo’n boerderij aan te kopen.

Op hetzelfde kaartje staat ook een veengebied. Daar heeft het weghalen van boerderijen nauwelijks zin. ‘Hier is het effect op de depositie minimaal’, zegt Van Geene. ‘Dat komt omdat het hier over de verdroging van hoogveen gaat. Dan kun je veel beter hydrologische maatregelen nemen: verhoog het grondwater. Dat heeft veel meer effect op de depositie dan het uitkopen van boeren.’

Die analyse verschilt per deelgebied. Als Van Geene inzoomt op een ander gebied, in het waterrijke westen van het land, blijkt het uitkopen van boerderijen relatief weinig zin te hebben voor de stikstofuitstoot. ‘Dat komt omdat hier externe factoren spelen van ver buiten de buffer. Zoals de stikstofuitstoot in het havengebied in Rotterdam.’

Blik in de toekomst

Het Kadaster gaat verder. De analyses geven niet alleen de huidige situatie aan. Van Geene kan ermee in de toekomst kijken. ‘We maken een verwachtingenkaart waarbij we rekening houden met onder meer bedrijfsbeëindigingen.’ Zo ziet hij waar de komende jaren grond kan vrijkomen door stoppende boerenbedrijven. Die kan vervolgens geruild of ingezet worden voor een andere functie. Bij het maken van de kaarten speelt privacy een grote rol. ‘We maken de kaarten zo, dat gegevens niet te herleiden zijn naar de individuele ondernemer.’ Dat valt niet mee, omdat de kaarten soms diep inzoomen op een gebied. Daarom worden dit soort kaarten niet zomaar openbaar gemaakt.

De software legt verschillende claims op elkaar en rekent uit waar onderdruk of overdruk gaat ontstaan

Een ander kaartje toont het eigendom van bedrijven waar stallen op staan. ‘Met ons programma Transfer berekenen we de vraag naar grond over de jaren. Als we dat per deelgebied doen, zien we waar ruimte ontstaat’, zegt Van Geene. De Kadaster-software legt verschillende claims op elkaar en rekent uit waar onderdruk of overdruk gaat ontstaan. Dit model laat hij vaak aan provincies zien. ‘Die willen weten waar ze grond moeten kopen waar ze later niet mee blijven zitten.’

Met de beschikbare data en analysetools is per deelgebied een aanpak op maat te maken. Op die manier kan rekening worden gehouden met de kenmerken en partijen in het gebied. Zo is te onderscheiden welke oudere boer, waarschijnlijk zonder opvolging en met oude schuren, een aanbod kan worden gedaan. ‘Uiteindelijk wil je met zo min mogelijk inspanning en een zo groot mogelijke betrokkenheid van grondeigenaren en belanghebbenden het gewenste effect halen.’ Van Geene zegt dat met een goede verkaveling na aankoop zowel de natuur als alle omliggende bedrijven erop vooruit kunnen gaan. ‘De vraag is: kunnen we verbeteringen aanbrengen in de kavelstructuur en is er wat te halen voor de landbouw?’ Want het gaat niet alleen om de natuur of de stikstofopgave, zegt Van Geene. ‘De overheid moet de boeren ook perspectief kunnen bieden.’

De analyses van het Kadaster geven veel inzicht in de ontwikkeling van een gebied. Door aan de knoppen te draaien is direct duidelijk wat het effect is van een maatregel. Want het gaat niet alleen om het terugdringen van de stikstofuitstoot. Het kabinet wil de natuur, de bodem en de waterkwaliteit verbeteren, en de klimaatopgaven halen, staat in de Kamerbrief van 1 april over het stikstofbeleid. ‘Hóe we al deze doelen het beste kunnen halen, verschilt in Nederland van gebied tot gebied en hangt bijvoorbeeld af van de bodemgesteldheid en waterkwaliteit in een gebied’, schrijft minister Van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof.

Die integrale aanpak maakt het niet makkelijker, vindt Van Geene. ’Je ziet dat veel opgaven tegelijkertijd gerealiseerd moeten worden in een gebied. Die proberen we zo goed mogelijk bij elkaar te brengen voor een ruimtelijke vertaling.’ Van Geene doet dat door data te visualiseren in kaarten. ‘Door het combineren van onze registraties van de kavels en de ervaring met verkavelen zitten we nu helemaal vooraan het traject van gebiedsontwikkeling.’


Gebiedsanalyse met kaarten en data ondersteunen de stikstofaanpak. Beeld Kadaster

Brabantse praktijk

De kaarten en analyses van het Kadaster laten precies zien wat er aan de hand is en wat mogelijk kan gebeuren. Maar hoe werkt dat in de praktijk? De provincie Noord-Brabant heeft samen met het Kadaster in het project van ‘De Levende Beerze’ een experiment uitgevoerd om te kijken of de kaarten en een andere werkwijze kunnen leiden tot nieuwe inzichten en een versnelling de processen. Marc van de Ven, procesmanager van de provincie Noord-Brabant, is onder meer betrokken bij dit project, specifiek in het gebied tussen Vessem en Middelbeers. Daar werkt hij al vele jaren intensief samen met gemeenten, waterschap, terreinbeheerders, ondernemers en burgers.

Dit soort nieuwe werkwijzen vragen wel een andere manier van denken, onder meer bij gebiedsontwikkelaars. Ze moeten leren terug te kijken én vooruit te kijken. ‘Dat is nog geen ingesleten proces’, aldus Van de Ven. ‘Begin met een goede gebiedsanalyse. Wat zijn karakteristieken van het gebied? Dan gaat het over boerenbedrijven, maar ook over de kwaliteit van de natuur, het water en de bodem. Wat is het effect van een aankoop of kavelruil, komen er dan betere structuren? Is één aanpak voor het hele gebied haalbaar of kun je beter met deelgebieden werken? En laten we dat aan de markt over of niet? Dat is het mooie aan de tools van het Kadaster: je kunt direct inzicht geven in wat er gebeurt.’

Kijk eerst naar de stikstofdepositie. Die is bekend. ‘Kijk op de kaart waar bedrijven zitten die veel stikstof uitstoten. Als het maar om één bedrijf gaat, moet je je afvragen of je wel een gebiedsproces moet inzetten. Ga met die ondernemer in gesprek. Dat scheelt voor het dorp en de andere ondernemers.’ In andere gebieden moet juist wel naar de kavelstructuur worden gekeken. ‘Kijk wat ondernemers zelf kunnen en willen.’ Dat kan positief uitpakken voor de betrokken boeren. ‘Lukt dat niet, dan kun je teruggrijpen op een wettelijke herverkaveling.’

Een gebiedsmanager moet volgens Van de Ven het lef hebben om open met de stakeholders het gesprek te voeren en inzicht te geven. ‘Dan heb je een goed vertrekpunt om na te denken hoe het bijvoorbeeld zit met de eigendomssituatie’, zegt hij. ‘Als ik in zaaltje vraag: hoe ziet jouw toekomst eruit? Dan zegt de ondernemer ook: ‘Dat is puzzelen’.’ Van de Ven neemt graag alle ondernemers en bewoners van dat gebied mee in het proces. ‘Als ik een overlegtafel heb met mensen uit het dorp, vraag ik waar het dorp of natuur als geheel beter van wordt. In die discussie wil je inzicht geven. Niet te star richten op één instrument, bijvoorbeeld kavelruil.’

Privacy is daarbij een aandachtspunt, maar niet onoverkomelijk. ‘Natuurlijk hebben we de regels, maar over het algemeen weet iedereen alles van elkaar in zo’n dorp’, aldus Van de Ven. ‘Stel gewoon de vraag: ‘Onder welke voorwaarde mag ik in het dorpshuis informatie delen?’ Uiteraard moet je de wens van de ondernemer respecteren.’ Bij het leggen van de gebiedspuzzel komen uiteindelijk individuele én gemeenschappelijke belangen bij elkaar en iedereen weet dat.

Gebiedsanalyse met kaarten en data ondersteunen de stikstofaanpak. Beeld Kadaster

Opknippen van het gebied zorgt voor versnelling

Versnelling is belangrijk in dit soort gebiedsprocessen. Er zijn immers deadlines vanuit de Europese Unie. Van de Ven: ‘Waar het pijn doet, moet je goed compenseren. Dat kost natuurlijk tijd en geld. Daarnaast is het in Nederland zo dat juridische procedures de hele gemeenschap kunnen treffen. Als één bezwaarmaker naar de Raad van State stapt, wordt het hele gebiedsproces gefrustreerd.’ 

Daar heeft Van de Ven een oplossing voor. ‘Knip het gebied op. Natuurlijk wel zonder dat je de sturing en samenhang verliest. Het Kadaster levert voldoende inzicht om dat te kunnen doen. Met de kaarten bij de hand kun je goed praten met bedrijven en bewoners in een deelgebied. Als je daarna op basis van vrijwilligheid maatregelen kunt nemen, kun je misschien al wel een groot deel van de maatregelen uitvoeren.’