Het gaat vooral om buitenstedelijke locaties, schrijven FTM en Cobouw. Denk aan gebieden als De Gnephoek bij Alphen aan de Rijn, de Rijnenburgpolder bij Utrecht en de Zuidplaspolder nabij Rotterdam. 

Op de 6.000 hectare is ruimte voor ongeveer 150.000 woningen. Met hun grondposities kunnen de bouwende en beleggende ontwikkelaars lobbyen en druk uitoefenen op het kabinet, dat rap honderdduizenden woningen bij wil bouwen. Zo presenteerde ontwikkelaarsvereniging Neprom eerder ruim buitenstedelijjke 100 locaties aan het kabinet waar gebouwd zou kunnen worden. ‘Slechte grondpositieplanologie’, noemden critici het plan.

‘De invloed van grote projectontwikkelaars op de woningmarkt wordt steeds groter. Dat is reden tot zorg nu de woningcrisis moet worden bestreden. Met name in kleine gemeenten is vrijwel geen sprake van concurrentie’, schrijven Follow the Money en Cobouw.  

Waakhond Autoriteit Consument en Markt trok eerder al aan de bel over de grondmacht van ontwikkelaars. Een eerste verkennend rapport was helder: de grondmarkt is imperfect en er is sprake van marktfalen.