In de omgeving rondom de Natura 2000-gebieden is in sommige gevallen 70 procent emissiereductie nodig. Dit moet het landelijk gebied vitaler maken en ruimte bieden aan woningbouw en infraprojecten. De samenhang tussen het Programma en andere ruimtelijke opgaven als de woningbouw, wordt in oktober dit jaar verder door het kabinet uitgewerkt.
De reductie kan veelal niet bereikt worden zonder sanering of extensivering van boerenbedrijven, en dan in het bijzonder veehouders. Ook technische innovatie voor minder stikstofuitstoot is mogelijk, maar technieken werken in de praktijk vaak minder goed dan voorspeld.
De grote taak voor agrariërs komt door de ligging van boerenbedrijven en hun grote uitstoot van stikstofverbinding ammoniak (NH3). 41 procent van de stikstofdepositie in kwetsbare natuurgebieden komt van de landbouw, berekende het RIVM eerder. ‘Omdat het grootste deel van de NH3-emissie vanuit landbouwbronnen komt, zal de bijdrage aan de gebiedsdoelen voor NH3-emissiereductie hoofdzakelijk uit deze sector moeten komen’, schrijft minister Van der Wal in een begeleidende brief aan de Kamer.
Ook aandacht voor andere sectoren
Bij de stikstofreductie gaat het kabinet voor een gebiedsgerichte aanpak. Dat betekent dat de provincies verantwoordelijk zijn voor hoe de emissiedoelen gehaald worden. Zij hebben tot 1 juli 2023 de tijd om met plannen te komen. Daarin zal in sommige gevallen ook aandacht zijn voor andere sectoren dan de landbouw, zoals mobiliteit, industrie en de bouw. ‘Waar dit effectief is, is er ruimte in de gebiedsprocessen voor maatwerk, bijvoorbeeld om doelstellingen voor een deel in te vullen met reductie in andere sectoren’, staat in het Programma.
Bovendien zijn deze sectoren in meerdere mate verantwoordelijk voor de stikstofverbinding stikstofoxide (NOx). Deze stikstofvorm verspreidt zich, anders dan ammoniak, in een groot gebied rondom de uitstoter. De impact ervan op Natura 2000-gebieden is daardoor zeer beperkt (2 procent). Maar: ‘Dat betekent niet dat er geen aanpak geldt voor NOx. Complementair wordt gewerkt aan de reductie van de NOx-uitstoot, waarvoor de sectoren mobiliteit, industrie en bouw met name verantwoordelijk zijn, en waarvoor (inter)nationaal generiek beleid wordt ingezet.’
‘Zeker zal moeten worden gesteld dat de inzet in alle sectoren bij elkaar leidt tot het onontkoombaar halen van de doelen op klimaat, natuur (stikstof) en water’, schrijft Van der Wal. ‘Een evenredige bijdrage van alle sectoren is conform het coalitieakkoord het uitgangspunt.’
Bron Rijksoverheid