Saneer alles wat duurzame mobiliteit tegenhoudt, dat is de boodschap van Hans Jeekel, hoogleraar Smart Mobility aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij maakte een opsomming van zestien noodzakelijke verbeteringen aan de Nederlandse mobiliteit. In de notitie staan de meest prangende praktijken die volgens de hoogleraar moeten worden aangepakt. Zij hebben een slechte invloed op de duurzaamheidstransitie van de mobiliteitssector.
‘Het efficiënter inladen van vrachtauto’s, het weghalen van stimuli vanuit werkgevers om auto’s op fossiele brandstoffen te leasen. Dat kan allemaal heel snel anders worden geregeld. Nederland doet het niet goed op dit vlak’, zegt Jeekel.
Andere knelpunten zijn het accepteren van een lage bezettingsgraad van auto’s, het aanbieden van ‘een overmaat’ aan parkeervoorzieningen, de ondersteuning van Schiphol en het ontbreken van een ‘echt draaiend’ Europees treinennet. Het Rijk, maar ook werkgevers en mensen thuis hebben elk hun rol in het oplossen van de knelpunten.
Jeekel categoriseert de zestien pijnpunten in culturele-, economische- en politieke veranderingen. Andere praktijken worden gekoppeld aan een gebrek aan samenspel in de mobiliteitssector of tussen het Rijk en stedelijke overheden. Weer andere praktijen zijn volgens hem simpelweg knulligheden.
Het een lost het ander op
Jeekel: ‘We moeten keihard saneren om daarna te kunnen opbouwen. De zestien praktijken weerhouden innovatieve en duurzame ontwikkelingen om volledig te ruimte te krijgen. Hoe kunnen we met open ogen zeggen dat we duurzaamheidsdoelstellingen willen halen, als we in ons beleid en ons gedrag iets anders doen?’
Volgens Jeekel zijn alle voorgestelde verbeteringen op de korte, middellange of lange termijn te realiseren. In sommige gevallen leidt het aanpakken van het ene knelpunt ook tot het aanpakken van een tweede. ‘Eén van de punten die ik aanstip is de ondersteuning voor auto’s op fossiele brandstof die werkgevers bieden in de vorm van lease-arrangementen en brandstofkostenvergoedingen. Haal je die stimulans weg, dan stimuleer je gelijk carpoolen. Zo doe je ook iets aan de lage bezettingsgraad van auto’s.’
‘Alsof ze water zien branden’
Een aantal praktijken zijn min of meer een verwijt van politieke onwil. De oorzaak voor de trage verduurzaming schrijft Jeekel toe aan hoge ambtenarij bij het Rijk. Als voormalig topadviseur bij Rijkswaterstaat, ziet hij op landelijk overheidsniveau weerstand tegen radicale keuzes voor verduurzaming. ‘Er is een vervelende samenwerking gaande tussen hoge ambtenaren en politici. Hoge ambtenaren zullen politici eerder steunen in hun twijfels dan dat ze met gedurfde plannen komen. Radicale ingrepen zoals ik ze nu heb opgesomd, daar kijken ze naar alsof ze water zien branden.’
De hoogleraar-emeritus ziet wel goede ontwikkelingen op stedelijk en Europees niveau. ‘In bijna alle lidstaten ontstaat een natuurlijke verbinding tussen grote steden en de Europese Commissie. Zij balen allebei van de landelijke benaderingen van mobiliteit’, aldus Jeekel. Hij noemt Milaan als inspirerend voorbeeld. Deze stad stapte in drie jaar over op de fiets als basismobiliteit. In eigen land prijst Jeekel steden als Groningen en Utrecht, die elk het openbaar vervoer en de fiets als basismobiliteit aanhouden.
‘In Groningen laten ze de buslijnen niet van het centraal station naar hun eindbestemming rijden, maar zorgen ze met een spaghetti-netwerk van buslijnen dat alle belangrijke plekken ontsloten zijn. En probeer maar eens met de auto de binnenstad van Utrecht te bereiken, dat lukt gemakkelijker met de fiets', aldus de hoogleraar-emeritus. 'Je ziet steden echt naar voren snellen, terwijl er landelijk weinig radicaals gebeurd.’
Jeekel hoopt met zijn notities, vanuit het Lab Verantwoorde Mobiliteit, ‘de druppel te zijn die de steen uitholt’. ‘Ik gebruik ook bewust het woord saneren, want er moeten harde keuzes gemaakt worden. Die urgentie wil ik overbrengen. Ik roep met mijn opsomming van verkeerde praktijken het Rijk op om lagere overheden en steden beter te ondersteunen’, aldus Jeekel. ‘En laat jonge mensen, ook jonge ambtenaren, eisen dat er steviger en toekomstgerichter beleid wordt opgesteld.’