Met het verplichtstellen van groene waterstof uit hernieuwbare bronnen wil het kabinet voldoen aan de doelen uit het Europese Fit-for-55-programma. Daarin staat dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 55 procent lager moet zijn dan in 1990.
‘Deze afnameverplichting is een noodzakelijk instrument om marktpartijen meer zekerheid te geven over de ontwikkeling van de vraag naar waterstof. Ook is het kabinet daarmee niet langer afhankelijk van subsidieregelingen om een mogelijk bindend waterstofdoel in de industrie te behalen’, staat in het beleidsprogramma. Een gedetailleerd beleidsplan voor de waterstofmarkt volgt later dit jaar.
Volgens het kabinet kunnen de bestaande gasinfrastuctuur en lege gasvelden zich goed lenen voor de het transport en de opslag van waterstof. Om de benodigde groene waterstof te produceren, zet het kabinet in op een brede energiemix. Zonne- en windenergie moeten bijdragen aan de opwekking van waterstof met elektrolyse, maar ook kernenergie wordt als optie genoemd. Uit het programma: ‘Kernenergie kan in de energiemix een aanvulling zijn op zon, wind en geothermie en kan worden ingezet voor de productie van waterstof.’ Ook wordt verkend of er meer groene waterstof kan worden geïmporteerd, bijvoorbeeld uit het Duitse initiatief H2Global.