Niet alle kantoren in Nederland hoeven te voldoen aan het label. Kleine kantoren en monumenten zijn bijvoorbeeld uitgesloten van de verplichting. Van de 65.000 kantoren die wel moeten voldoen had op afgelopen april 11 procent een rood label (D of slechter), en van 43 procent is nog geen energielabel geregistreerd. 46 procent had wel een groen label. Dat aantal kan hoger uitvallen omdat soms een deel van het pand geregistreerd staat, terwijl het hele pand wordt bedoeld.
Daarmee is met name sinds 2017 een toename van het aantal groene labels te zien. In februari vorig jaar had nog 38 procent van de betreffende kantoren een groen label. Nieuw geregistreerde kantoren voldoen bovendien vaak al aan de label-C-verplichting. De stijging lijkt vanaf oktober vorig jaar ook iets te versnellen, maar daarmee gaan niet alle kantoren het halen.
Het Economisch Instituut voor de Bouw schat volgens het RVO daarbij, dat als de 54 procent van de kantoren zonder label C nu een label aanvraagt, ongeveer een derde een groen label krijgt. De overige 38 procent van de 65.000 kantoren moeten de komende tijd dus nog maatregelen nemen om te verduurzamen. ‘Label C is mogelijk door in te zetten op bijvoorbeeld ledverlichting, HR++ glas, zonnepanelen en spouwmuurisolatie’, zei Marcel van Miert van Taskforce Label A eerder tegen Stadszaken. ‘Voor de meeste kantoren is dit te realiseren in een jaar.’
Alleen met een geregistreerd groen energielabel mogen zij hun kantoorgebouw na 1 januari 2023 nog als kantoor gebruiken. De grote kantoren scoren momenteel over het algemeen beter. Het meeste werk ligt vooral bij de oudere, kleinere kantoren tot 1.000 vierkante meter. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelde eerder al extra financiële middelen beschikbaar en zette een communicatiecampagne op.
Energieakkoord
De verplichting valt onder het Energieakkoord uit 2013 en draagt bij aan het realiseren van een CO2-arme omgeving in 2050, zoals drie jaar geleden is afgesproken in nieuwe klimaatdoelstellingen.
De nieuwste schattingen van het RVO zijn berekend door middel van verschillende registraties. Het is bovendien een verbetering op eerder gemaakte schattingen. De cijfers wijken hierdoor iets af van eerdere publicaties.