De meeste landbouwgrond, 200 vierkante kilometer, ging naar nieuwbouw, industrie en infrastructuur. De andere 44 vierkante kilometer grond ging naar natuur en water. Dit ondanks een afname van bos met 53 vierkante kilometer.
In 2020 had 49 procent van het totale oppervlakte van Nederland nog altijd een agrarische bestemming. Het gaat dan vooral om akkers en weilanden. Zo’n 24 procent van Nederland is bebouwd of bestraat. Dit betreft woningen, bedrijventerreinen, wegen, pleinen en andere infrastructuur. Ook openbaar groen zoals parken valt binnen deze categorie.
Natuur of half-natuur beslaat 16 procent van de Nederlands oppervlakte. Hierbij gaat het om Natura 2000-gebieden, maar ook om vormen van landschaps- of natuurbeheer, productiebossen en bebossing zonder beschermingsstatus. De overige 11 procent van de Nederlandse grond is zoet en brak water, samen met de kuststrook.
Het CBS zag de landbouwgrond tussen 2013 en 2020 het meest afnemen in de provincies Noord-Brabant (afname van 58 vierkante kilometer) en Gelderland (afname van 38 vierkante kilometer). Alleen in Friesland nam landbouwgrond toe, met 7 vierkante kilometer. In alle provincies, met uitzondering van de provincie Zeeland, ging landbouwgrond vooral naar extra bebouwing.
Welvaartseffecten ruimtegebruik
De komende jaren kampt Nederland met een ruimtelijke opgave, waarin we ruimte moeten maken voor één miljoen woningen, de bouw van windmolens en zonneparken en de uitbreiding van het Natuurnetwerk Nederland en de Bossenstrategie. De uitbreiding van het natuurnetwerk vraagt om 350 vierkante kilometer, dit als gevolg van afspraken tussen het Rijk en de provincies. De aanplant van extra bebossing, dit is buiten de ruimte voor het natuurnetwerk om, vraagt om nog eens 190 vierkante kilometer.
Alle veranderingen die het Nederlandse landschap ondergaat, leiden daarbij tot nieuwe welvaartseffecten, aldus het CBS. Bijvoorbeeld omdat ze CO2 wegnemen of mogelijkheden bieden om te recreëren. Het CBS meldt vanaf volgend jaar de omvang van deze effecten als een vast onderdeel mee te nemen in haar brede welvaartsonderzoek.