De afgelopen drie jaar is de basis gelegd met de Wet stikstofreductie en natuurverbetering en bronmaatregelen. ‘Nu moeten we extreem versnellen om die ontwikkelruimte te creëren’, zei minister Van der Wal tegen haar publiek van politici en ambtenaren, die zich bezig houden met gebiedsontwikkeling. Met een knipoog: ‘Natuurlijk wel met maximaal 100 km/u.’
Op de kaart die de minister op 10 juni presenteert, staan enkele tientallen gebieden waar het dieprood kleurt. Daar is de urgentie het grootste. De provincies krijgen tot 1 juli 2023 om de doelen vast te stellen. Ongekend snel. Daarom zet ze ook in op wel- en vrijwilligheid. ‘Een boer die wil stoppen levert direct ruimte op, terwijl onteigenen jaren kort aan juridische procedures.’
Want de opdracht ligt er: de natuur moet er flink op vooruit. Een verschil met enkele jaren geleden, zei ze. ‘Op 29 mei 2019 is onze aanpak bruut verstoord door een rechtelijke uitspraak. Je kunt alleen vergunningen verlenen als je daadwerkelijk zorgt voor minder stikstofemmissie en natuurherstel. Wij zijn onze belofte destijds niet nagekomen. Dat heeft die uitspraak pijnlijk duidelijk gemaakt.’
Integrale aanpak voor meer opgaven
De aanpak moet anders, maar wel zo dat ook andere opgaven worden meegenomen. Daar waar België hard ingrijpt voor alleen stikstofreductie, wil de minister voor Nederland verder kijken. Naast de stikstofaanpak speelt onder meer ook de Kaderrichtlijn water en de opdracht om voor 2050 klimaatneutraal te zijn.
Maakt die integrale aanpak het niet complexer? ‘Juist niet’, zei ze. ‘Het is goed om te beseffen dat 46 procent van de stikstofuitstoot komt van de landbouwsector. Dus de maatregelen hebben waanzinnig veel impact op die sector’, aldus de minister. Daarom wil ze niet alleen focussen op stikstof. ‘Dan nemen we nu pijnlijke maatregelen voor de landbouwsector om vervolgens over een paar jaar op het boerenerf te staan met weer meer richtlijnen. Dat willen we voorkomen.'
Samenwerken op alle niveaus
Die integrale aanpak werkt alleen als op alle niveaus wordt samengewerkt. Zelf trekt ze bijvoorbeeld nauw op met minister van De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. ‘Hugo neemt de regie op ruimte.’ Van der Wal sluit daarbij aan met het nationaal programma landelijk gebied.
Samen sturen ze op water en wonen. ‘Echt een gebiedsgerichte aanpak als het gaat om stikstof en natuurherstel, waarbij we dit ook als leidende principes hanteren. Waarbij we ook echt keuzes maken om te voorkomen dat we de verkeerde dingen op de verkeerde plek doen’, aldus de minister. ‘We kijken dan ook naar de bodem.’
Van der Wal wil dat iedereen in het proces wordt meegenomen. ‘Het mooie van deze aanpak is dat het echt van onderop is. Bij klimaat kun je doelstellingen generiek uitrollen, maar als je kijkt naar stikstof en natuur, dan is ieder gebied anders’, zei ze. ‘Dat is de kracht van de gebiedsgerichte aanpak.’
Daarbij moeten de boeren nauw betrokken worden. ‘Je wil dat die zelf nadenken over hun eigen perspectief. Ik zit heel erg op de 'wat'. Ik vind dat we de 'hoe' in de gebieden zelf moet laten. Tegelijkertijd moeten we wel duidelijk zijn dat we in Nederland gebieden hebben waar de staat van de natuur zo dieprood kleurt dat we niet jaren de tijd hebben voor gebiedsprocessen.’ Daarom zal ze ingrijpen als het niet snel genoeg gaat. ‘Niet leuk, maar we hebben geen keuze. We moeten door’.