Op de vraag hoe hij zonder eigen departement zijn beleid kan uitvoeren, antwoordde de minister licht geïrriteerd dat hij op dit moment een eigen departement aan het optuigen is dat op allerlei beleidsterreinen ‘hele duidelijke keuzes’ gaat maken waar ‘die grote verbouwing’ betrekking op heeft. ‘Die nationale keuzes krijgen vorm in nationale programma’s. Vervolgens gaan we iedere provincie vragen om de provinciale puzzel te leggen. Daarnaast werken we met Novex-gebieden, waarbij het Rijk al bij het leggen van de puzzel aan boord moet zijn.’ Dit zijn de bestaande Novi-gebieden aangevuld met de nieuwe Novex-gebieden Schiphol en de Lelylijn.

Datacentrum Zeewolde

Waar het vorige kabinet rond de voorgenomen vestiging van het datacentrum van Facebook in Zeewolde nog vaststelde dat ruimte een decentrale verantwoordelijkheid is en het aan de provincie Flevoland en de gemeente Zeewolde is om te beslissen of ze zo’n hyperscale willen herbergen, maakte de Jonge vanochtend onomwonden duidelijk dat de nationale ruimtelijke ordening terug is. Gisteren deed hij hetzelfde in een uitgebreide Kamerbrief waarin hij zijn ruimtelijke beleid op vijftig pagina’s uiteenzette. Op de conferentie blikt hij op de episode met dat omstreden datacentrum terug, die al indruiste tegen landelijk beleid.

In de Novi was al opgenomen dat voor energie-slurpende hyperscale datacenters slechts plek was in de Eemshaven en de gemeente Middenmeer in Noord-Holland, dichtbij de aanlanding van zeekabels aan land, maar volgens de minister ontbreekt de vertaling naar daadwerkelijke instrumentatie. Daarom gaat de minister een ‘hoofdstuk toevoegen’ aan de Novi, mét die ontbrekende instrumentatie. Dit komt boven op een inhoudelijke aanscherping van het document naar aanleiding van de op te stellen programma’s.

Juridisch bindend

In zijn Kamerbrief staat dat het kabinet bij de aanscherping van de Novi ‘beziet welke keuzes juridisch vastgelegd moeten worden’. Gevraagd naar een toelichting hierop na afloop van zijn speech verklaarde De Jonge dat ‘de keuzes juridisch worden vastgelegd in het BBL, in het BKL en in alle amvb’s die ons daarvoor ter beschikking staan. Dat maakt dat je in de optelsom eigenlijk een veel krachtigere manier hebt om te sturen in de ruimte.’

Op de vraag of dit betekent dat de Novi of Novex, zoals de opvolger ook wel wordt genoemd, de status krijgt van een planologische kernbeslissing (PKB), zoals delen van de Vinex, antwoordde de minister: ‘Het zal allemaal weer net een beetje anders zijn. Het is wel een nieuwe tijd en daar past ook een nieuwe manier van sturen bij.’

‘We waren de wereldkampioen in ruimtelijke ordening, maar we zijn ermee gestopt’

Wereldkampioen

In zijn Kamerbrief, die hij mede namens de ander bewindslieden in het fysieke domein verstuurde, schreef de minister dat ‘het beeld van tien jaar geleden dat Nederland af is en er geen noodzaak is voor ruimtelijke ordening’, achterhaald is.

Op het congres was hij scherper in zijn bewoording. ‘Er bestond kennelijk een geloof dat als je kijkt naar de optelsom van alle decentrale beslissingen, dat er vanzelf een optelsom zou komen voor alle nationale opgaven. Dat is natuurlijk niet zo. Er is ook een veel te groot geloof geweest in de markt. Ik vind dat de overheid de regie moet nemen’. En: ‘Wat we moeten herstellen is de ruimtelijke ordening waar we altijd goed in waren. We waren de wereldkampioen, maar we zijn ermee gestopt. Hetzelfde geldt voor de volkshuisvesting. We waren er de beste in, maar we zijn gestopt. We zijn heel slecht geworden in plannen.’ 

Ruimte voor werken

In zijn brief hanteert De Jonge drie perspectieven, voor landbouw en natuur, ordenende netwerken voor energie en (circulaire) economie, en leefbare steden en regio’s. Dat laatste perspectief gaat over ‘de kracht van het stedelijke netwerk’. ‘Een netwerk van bereikbare, compacte steden met een hoge leefkwaliteit – waar wonen, werken en voorzieningen altijd nabij zijn –, omgeven door een palet aan mooie en waardevolle landschappen. Deze configuratie is uniek in de wereld’, aldus de brief.

Economische functies krijgen bijzonder aandacht. ‘Voldoende ruimte voor de economische functies en goede internationale verbondenheid is van belang voor onze economie. Bijvoorbeeld de vraag naar meer ruimte voor bedrijven, zoals grootschalige logistieke complexen en datacenters, en de noodzakelijke ruimte voor industrieclusters en mainports. Ongeveer driekwart van de eindbestemmingen van de producten die vanuit deze logistieke complexen worden verzonden, bevindt zich in Nederland,’ aldus de brief.

Water en bodem, deconcentratie

Bijzonder aandacht gaat ten slotte uit naar ‘de draagkracht van het bodem- en watersysteem, die van betekenis is voor de vraagstukken in alle drie de perspectieven’. Dat kan eventueel een ruimtelijke heroriëntatie tot gevolg hebben, meer gericht op Nederland buiten de Randstad. Want de minister schrijft: ‘Het kan verstandig zijn om ontwikkelingen in het stedelijk netwerk meer in balans te brengen, en daardoor de ontwikkeling in zuidelijke, oostelijke en noordelijke delen van Nederland te vergroten. Maar ook om het gehele netwerk van compacte en bereikbare steden op nationaal niveau meer in evenwicht te brengen en overal voldoende ruimte te houden voor kwaliteit en alle transformaties in het stedelijk gebied.

Op 1 oktober moeten de nationale opgaven zijn geformuleerd en kunnen provincies aan de slag met de (ruimtelijke) legpuzzel. De provincies krijgen daarvoor tot 1 juli 2023 de tijd. ‘De provinciale puzzels leggen we volgend jaar zomer dicht. Daarna werken we aan de aanscherping van de Novi en vervolgen de instrumentatie van de Novi,’ verklaarde De Jonge vanochtend op het congres. Waar provincies de opgave niet ingepast krijgen, is er eventuele ruggensteun vanuit het MIRT. Ook kan er eventueel onderling uitgewisseld worden. De nieuwe Novi gaat Novex heten. Dat is een speelse verwijzing naar de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex), maar de EX staat hier volgens De Jonge voor ‘executie’.