In Nederland zijn op dit moment zo’n veertig kwekers en zeven handelaren gecertificeerd volgens Groenkeur of “On the way to PlanetProof”. ‘Op de top waren dat zo’n zestig kwekers’, vertelt Dick Oosthoek, sinds 4,5 jaar directeur van Stichting Groenkeur. ‘Maar omdat de vraag achterblijft en certificering toch geld kost, haken bedrijven op een gegeven moment af.’

Oosthoek geeft aan dat in de praktijk toch vaak nog voor “regulier” gekweekte bomen wordt gekozen, vanwege vermeend onvoldoende aanbod of de prijs. ‘In de aanbesteding klinkt het dan allemaal mooi. Maar als puntje bij paaltje komt, wordt toch voor een andere of goedkopere boom gekozen. Daardoor ontstaat er veel frustratie bij kwekers.

‘Mensen moeten de meerwaarde gaan inzien’

Meerwaarde

Naast de prijs en beschikbaarheid speelt ook het gebrek aan kennis volgens Oosthoek een rol. ‘‘Oude rotten” gaan met pensioen en worden vervangen door mensen met te weinig kennis. Terwijl juist die kennis nodig is om mensen de meerwaarde van het duurzame product te laten inzien. De aanschaf is dan misschien wel duurder, maar de natuurlijke weerbaarheid is ook groter. Een soort natuurlijke vaccinatie dus.’

Het blijft Oosthoek dan ook verbazen dat in aanbestedingen nog weinig of te weinig naar keurmerken wordt gevraagd. „De overheid moet haar beloftes nakomen; anders kun je dat ook niet van anderen eisen. Bovendien is duurzame inkoop harde noodzaak. Als we in 2030 veel minder chemische middelen willen gebruiken, moeten we nu met z’n allen stappen gaan zetten!’

Over duurzame kwaliteit met Groenkeur
Bij aanbestedingen is een duurzame kwaliteit een belangrijk criterium. Om groenprofessionals zich kwalitatief te laten onderscheiden, is het keurmerk Groenkeur ontwikkeld. Groenkeurbedrijven voldoen aan strenge eisen op het gebied van kwaliteit, kwaliteitsmanagement, vakmanschap en duurzaamheid en worden daar ook op gecontroleerd. Het keurmerk heeft bedrijfs-, product- en persoonscertificaten en kent kwaliteitseisen voor groenvoorziening, boomverzorging, dak- en gevelbegroening en duurzame boomkwekerijproducten.
Een ondernemer die duurzaam geproduceerde bomen of vaste planten kweekt of verhandelt, krijgt naast het Groenkeur-certificaat ook het certificaat voor On the way to PlanetProof. Dit keurmerk heette voorheen Milieukeur en richt zich op de voedings- en sierteeltbranche. Sinds 2018 zijn de schema’s van Groenkeur en On the way to PlanetProof samengevoegd, wat betekent dat ze dezelfde eisen stellen. Daarmee is het certificeringssysteem goedkoper en eenduidiger geworden en het aanbod groter.

‘We zijn zeker op de goede weg’

Boot & Dart Boomkwekerijen in Boskoop en Zundert belevert de institutionele markt in binnen- en buitenland met een compleet sortiment boomkwekerijproducten. Het bedrijf heeft 150 hectare eigen productie; daarnaast worden veel producten op contract gekweekt. Directeur Jan de Vries vertelt dat het bedrijf in het bezit is van Groenkeur en On the way to PlanetProof. Maar daar houdt het niet op. ‘Duurzaamheid is voor ons meer dan alleen een keurmerk. Ook de CO2-prestatieladder hoort daarbij, evenals sociaal ondernemen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek geven. Daarnaast zijn we ISO 9001- en ISO 14001-gecertificeerd en kweken we volgens de richtlijnen van Naktuinbouw.’ Bovendien kweekt het bedrijf al sinds 15 jaar biologisch. ‘Inmiddels kunnen we behoorlijke aantallen biologische producten leveren, omdat we leren van wat we doen. Zo proberen we onze teelt langzaam verder te verduurzamen.’

Eigen verantwoordelijkheid

Daarmee is het bedrijf een voorloper op het gebied van duurzaam geproduceerde boomkwekerijproducten. ‘Wij leveren compleet, soortecht en duurzaam geproduceerd. Dat is een intrinsieke houding van ons bedrijf’, licht De Vries toe. ‘Wij doen dingen vanuit de markt, maar vinden ook dat je als bedrijf je verantwoordelijkheid moet nemen als het gaat om de klimaatverandering, energietransitie en wateropgave.’

Dat duurzaam inkopen nog niet overal gebeurt, ligt volgens De Vries deels aan de extra kosten. ‘En soms is een product er gewoonweg niet. Maar ook in de supermarkt kun je nog niet alles 100 procent biologisch of met een keurmerk kopen.’

Het bedrijf heeft zelf in ieder geval geen klagen over de vraag naar duurzaam materiaal. ‘Het feit dat mensen weten dat wij het bieden, trekt natuurlijk ook klanten aan die het willen hebben. Maar ik denk dat bij de meeste gemeenten voldoende duurzaam wordt ingekocht. Als ik ze een cijfer zou moeten geven, geef ik ze een 8 of een 8,5. Wat dat betreft zijn we zeker op de goede weg. Sterker nog: er is eigenlijk geen aanbesteding meer waar niet naar duurzaam plantmateriaal wordt gevraagd!’

‘De vraag is groter dan het aanbod’ 

De Brabantse gemeente Someren koopt al bijna 10 jaar duurzaam in. Dit betekent dat leveranciers moeten voldoen aan de PIANOo-richtlijnen van de overheid. ‘Het lastige is alleen dat er op dit moment een tekort is aan duurzaam plantmateriaal’, vertelt Ellen Prosée, ontwerper en werkvoorbereider bij de gemeente Someren. ‘De vraag is groter dan het aanbod, waardoor de prijzen enorm oplopen.’

Ze licht daarbij toe dat vooral bijbestellen lastig is. ‘Als ik in oktober mijn beplantingslijsten inlever, is er voldoende duurzaam materiaal beschikbaar. Maar als ik nu nog een bestelling plaats, kan ik 80 procent van de materialen niet meer krijgen. Ook zijn gangbare maten soms snel weg. Daar is nog veel te winnen.’

Minder uitval

Voor Prosée is dit echter geen reden om dan maar minder duurzaam plantmateriaal in te kopen. ‘Wij willen100 procent duurzaam inkopen. Niet alleen omdat het bestuur dat vraagt, maar ook omdat de bomen en planten sterker zijn, waardoor we minder uitval hebben.’ Als de gevraagde producten er niet zijn, kijkt de gemeente naar goedkopere soorten of soorten die wel op voorraad zijn. Bovendien wil de gemeente teeltcontracten gaan opstellen, waarbij de kweker in opdracht van de gemeente specifieke soorten kweekt. ‘Dan kan hij er zich beter op voorbereiden en zijn wij verzekerd van de producten.’

Prosée weet dat sommige collega’s het nut van duurzaam materiaal niet inzien. ‘Maar gelukkig raken steeds meer gemeenten overtuigd van de meerwaarde. Het is ook niet zo dat je veel duurder uit bent dan bij regulier plantmateriaal. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat gemeenten makkelijker duurzaam gaan inkopen, als het aanbod beter wordt.’

Over criteria voor MVI
Bij maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI), ook wel duurzaam inkopen genoemd, wordt niet alleen op de prijs gelet, maar worden ook negatieve effecten op het milieu en op sociale aspecten voorkomen. Bedrijven kunnen gebruikmaken van de landelijke MVI-criteria voor groenvoorzieningen. Deze zijn in 2015 opgesteld door PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden van de overheid, en worden iedere 2 jaar geüpdatet. ‘Het niet gebruiken van chemische middelen en biociden bij de bestrijding van onkruiden, ziekten en plagen’, ‘circulair materiaalgebruik’ en ‘het niet gebruiken van invasieve exoten’ zijn voorbeelden van deze criteria.
De criteria zijn online beschikbaar via een MVI-criteriatool. Hiermee kunnen zowel geschiktheidseisen, selectiecriteria, gunningscriteria als contractbepalingen worden geselecteerd, waarbij uit drie ambitieniveaus gekozen kan worden. Daarmee zijn de tool en de daarin opgenomen criteria een hulpmiddel om MVI-beleid concreet te maken.