Het Rijk zet groots in op transformatie om het woningtekort op te lossen. De laatste jaren was het doel om minimaal 10.000 nieuwe woningen te realiseren met het ombouwen van bijvoorbeeld winkels of kantoren. De komende jaren moet dat aantal oplopen naar 15.000 per jaar, stelde het kabinet in het coalitieakkoord.

Hoe haalbaar dat is, wordt betwijfeld. Het aantal kantoren geschikt voor transformatie droogt op. Het aantal woningen uit transformatie loopt al een aantal jaren terug en het doel van 10 duizend werd in 2020 slechts net gehaald. Als de voorlopige halfjaarcijfers van 2021 een goede indicator zijn van de rest van het verloop van het jaar, blijft ook voor 2021 de teller steken op een krappe tienduizend.

Het aantal woningen dat voortkomt uit transformatie, verschilt sterk per gemeente. In precies de helft van de 352 gemeenten die Nederland in 2021 telde, bleef de teller steken op nul. In absolute aantallen krijgen grote gemeenten als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam een niet geheel onverwachte plek in de top tien van absolute aantallen, met respectievelijk 780, 280 en 185 woningen. In Utrecht werd met 95 woningen opvallend weinig getransformeerd in de eerste helft van 2021. De stad valt daarmee net binnen de top 10.

Meer in het oog springende top-tieners zijn de kleinere steden Arnhem, Nijmegen en Nieuwegein, met respectievelijk 295, 220 en 125 woningen. Afgezet tegen hun totale voorraad, transformeren deze steden relatief beduidend meer dan de G4. De opvallendste transformatiekampioen is Texel. De eilandgemeente realiseerde 55 nieuwe transformatiewoningen op een woningvoorraad van 6.936, en voert daarmee de top tien aan van gemeenten die relatief het meest transformeerden.

Data CBS, bewerking Stadszaken