De leegstand van bedrijfsruimten zakte in 2022 naar 3,8 procent. Op bedrijventerreinen is de situatie nog penibeler: daar bedraagt de leegstand op dit moment 1,8 procent. Dat blijkt uit de Aanbodmonitor bedrijfsruimte op bedrijventerreinen’ van adviesbureau Stec Groep.
Een zorgelijke ontwikkeling. 5 procent frictieleegstand is wenselijk om verhuizingen, verbouwingen, nieuwe huurcontracten, uitbreidingen en dynamiek op werklocaties mogelijk te maken. Het aanbod dat er wel is, is bovendien van lage kwaliteit en voldoet niet aan de duurzaamheidscriteria.
Druk van wonen
De leegstand op bedrijventerreinen loopt al een aantal jaar terug, door de toenemende druk op de ruimte in Nederland. De vraag is of de focus op transformatie van werklocaties tot gemengde woon-werkgebieden van belang is. Stec Groep-adviseur Callum Lewis en Pen denken van wel.
‘Te veel werklocaties staan onder druk omdat er gewoond moet worden. Wonen gaat voor werken’, zegt Pen. ‘Er worden functies geplaatst op bedrijventerreinen die in gemengde gebieden en in woonwijken thuishoren. Winkels, fitness, maatschappelijk, sport, enzovoort. Er is een tekort aan ruimte om te werken, dus we moeten veel strikter en voorzichtiger zijn met het toestaan van functies die er niet per se horen.’
Mkb is de dupe
De lage leegstand heeft vooral gevolgen voor het midden en kleinbedrijf. Omdat er zonder frictieleegstand nauwelijks doorstroming mogelijk is, kunnen mkb’ers niet of nauwelijks een geschikte bedrijfslocatie vinden, laat staan aan uitbreiding denken.
‘Ze hebben ook niet de financiële middelen om op te bieden tegen de vermogende logistieke sector en kunnen ook niet zo snel vijftig kilometer verhuizen voor een geschikte bedrijfsruimte’, zegt Lewis van Stec Groep. Pen: ‘Dit gaat duidelijk ten koste van het mkb, dat lokaal gebonden is. Het wordt tijd om afspraken te maken over betaalbare werkruimtes.’
Voorbereiden op na 2030
De komende jaren blijft de vraag naar werklocaties toenemen. Volgens Lewis bereikt de ruimtevraag zijn piek na 2030, om in de volgende jaren weer af te nemen. Op dat moment bereikt de ruimtevraag vanuit de lineaire economie (in tegenstelling tot de circulaire economie) zijn piek. Daarna zal vooral vraag zijn vanuit de circulaire economie.
Lewis: ‘We moeten bouwen om de krapte tegen te gaan, maar niet domweg. Het is niet de bedoeling dat we gaan bouwen voor leegstand. Kijk dus goed naar wat en waar er gebouwd wordt, want na 2030 kan er weer behoefte zijn aan andere functies. Het is goed om rekening te houden met na 2030, zodat verschillende bedrijfsruimten die dan leeg komen te staan getransformeerd kunnen worden tot woningen, kantoren of circulaire functies.’
Wake-up call
Ook Pen roept op om nu echt met verduurzaming van werklocaties aan de slag te gaan en meer te focussen op beter benutten van bestaande locatie. ‘Dat er genoeg ruimte is op bedrijventerreinen, is nu toch wel echt een misvatting gebleken. De krapte is groter dan gedacht. Er is geld en mankracht om de toekomst werkproof te maken, dus laat deze cijfers een wake-up call zijn voor de coalitieonderhandelingen in gemeenten. Er moeten toch ook gewoon dingen gemaakt worden.’