Het kabinet wil dat Nederland in 2050 circulair is. Maar over de ruimtelijke impact van die transitie is nog weinig bekend. In opdracht van het PBL onderzocht CE Delft daarom de ruimtelijke effecten van circulaire bedrijvigheid. ‘Omdat Nederland een beperkt grondgebied heeft, is er aandacht nodig voor de ruimtelijke implicaties van de opgaven’, schrijft het planbureau in een toelichting van het onderzoek.

In de circulaire economie zijn minder productiefaciliteiten en logistiek nodig. Wel neemt de vraag naar bedrijfsruimte in een hogere milieucategorie voor recycling toe. Verder is de ruimtevraag van de productie van biomaterialen mogelijk groot. Ook is er meer ruimte nodig voor de opslag van hergebruikte materialen, die later terug komen in de keten. Idealiter zit deze opslag op goed bereikbare plaatsen, die multimodaal bereikbaar zijn, stelt CE Delft in het onderzoek.

Voor het beoordelen van de ruimtelijke effecten van de circulaire economie onderzocht CE Delft vijf sectoren. Het zijn sectoren die een potentieel grote impact op de ruimte hebben bij de transitie naar een circulaire economie. Deze sectoren komen grotendeels overeen met de transitieagenda’s van de overheid, aldus CE Delft.

Woningbouw

Bij circulaire woningbouw wordt meer gebruikgemaakt van gerecyclede materialen, zoals beton. Ook zijn circulaire woningen langer bruikbaar, omdat ze demontabel zijn. Het uit elkaar halen van woningen en recyclen vraagt om meer ruimte voor opslag en verwerking. CE Delft spreekt van een toename van 10 tot 15 procent meer ruimtebeslag door productielocaties.

Verder is er mogelijk meer ruimte nodig voor houtproductie, als Nederland het benodigde hout voor circulaire bouw niet wil importeren. Bij de bouw van 500.000 houten woningen, zou het gaan om 25.000 hectare aan productiebossen.

Autodelen

De ruimtelijke consequenties van deelauto’s zijn mogelijk groot. Dit komt doordat er parkeerplaatsen – momenteel goed voor zo’n 10 procent van de gebruikte ruimte – verdwijnen. ‘Een kleine vermindering van autobezit kan daarmee zorgen voor veel vrijkomende ruimte’, stelt CE Delft.

De exacte ruimtelijke impact van autodelen valt of staat wel bij de mate waarin autodelen van de grond komt. Het Kennisinstituut voor Mobiliteit voorspelde eerder dat het gebruik van deelauto’s met huidig overheidsbeleid slechts mondjesmaat zal toenemen. Vooral jonge hoogopgeleide stedelingen staan open voor deelauto’s. Het aantal auto’s kan dus op specifieke locaties wel afnemen, schrijft CE Delft. Denk aan binnensteden en nieuwbouwwijken waar parkeernormen worden aangescherpt en er voldoende alternatief vervoer beschikbaar is.

Plastic

In de circulaire economie wordt meer gebruikgemaakt van gerecycled plastic. Net als bij woningbouw is hierdoor meer ruimte nodig voor sorteren, opslag en het recyclen zelf. Voor de productie van bioplastics geldt het zelfde als bij houtbouw: als Nederland de benodigde grondstoffen zelf wil produceren, is er meer ruimte nodig.

Grond, weg- en waterbouw

Asfalt wordt al veel gerecycled. Als met innovatie een hoger recyclingspercentage mogelijk wordt, is in de toekomst minder grind en zand nodig. Dat levert ruimtewinst op. Daar staat wel tegenover dat voor de productie van asfalt de fossiele grondstof bitumen nodig is. Een alternatief daarvoor is de grondstof lignine, dat wordt gemaakt van hout en stro. Voor de productie van dat hout en stro is fiks extra ruimte nodig. CE Delft spreekt van een verdubbeling van de houtproductie met bijbehorende ruimtevraag, als we geen lignine willen importeren.

Biomassa

Als Nederland biomassa op eigen bodem wil produceren, is de ruimtelijke impact groot. Dat staat haaks op huidig Europees beleid, dat er op gericht is om de omzetting van landbouwgrond tegen te gaan. ‘Het is daarom goed mogelijk dat het overgrote deel van de biomassa wordt geïmporteerd. In dat geval zijn de ruimtelijke consequenties in Nederland een stuk kleiner’, schrijven de onderzoekers in het rapport.

Conferentie
Technisch gezien kunnen we al goed woningen ontwikkelen die (deels) uit de fabriek komen. Zo verrezen de laatste jaren energiezuinige, biobased, betaalbare en digitaal geproduceerde woningen bij vier pilotprojecten van de EU, in Nederland, Duitsland, Ierland en België. 

Nu is het zaak om op te schalen. Hoe doe je dat? Want regelgeving is niet de enige barrière. Bij de tweedaagse conferentie ‘Duurzame betaalbare woningen, nu graag!’ gaan Europese experts hierover in discussie. De conferentie vindt plaats op 23 en 24 mei op de Floriade Expo in Almere. Meer informatie en gratis aanmelden? Klik dan hier