Corporaties willen één landelijke toelatingstoets voor woningen uit fabriek

Volgens corporatiekoepel Aedes biedt fabrieksmatig woningen bouwen een antwoord op stikstofproblemen, tekorten aan bouwgronden en oplopende bouwkosten. De fabrieken zorgen volgens Aedes voor minder CO2-uitstoot dan bouwen op locatie. Als de woningen op grotere schaal kunnen worden geproduceerd, worden ze financieel aantrekkelijker.  

Nederlandse corporaties zijn dan ook enthousiast. 80 procent van hen wil woningen in fabrieken bouwen of doet dat al. Ook het Rijk zet groots in op prefab bouw. BZK wil dat vanaf 2030 jaarlijks 50.000 woningen van de lopende band rollen. 

Maar grootschalige uitrol van de fabrieksmatige woningen wordt nu verhinderd door toetsen door gemeenten, stelt Aedes. ‘Op dit moment is het aan elke gemeente om opnieuw te bepalen of een standaard woning veilig is en gebouwd mag worden. Dat is onnodig en belemmert het verhogen van snellere woningbouw. Eén landelijke toelatingstoets voor conceptuele bouw zou voldoende zijn’, zei Aedes-voorzitter Martin van Rijn bij de opening van een woningfabriek van Barli.

Gemeenten bepalen op dit moment individueel of woningen voldoen aan veiligheids- en welstandseisen. Dat doen ze met de gemeentelijke bouwplantoetsing. Onnodig, vindt Aedes, want conceptuele woningen worden met standaarden geproduceerd. Elke keer de bouwkundige kwaliteit toetsen is dan onnodig, aldus Aedes. 

Van Rijn: ‘Vergelijk het met een auto: wanneer het model door de RDW is goedgekeurd, dan mag je daarmee overal in ons land de weg op. Zo zou het ook met fabrieksklare woningen moeten zijn. Er zou één landelijke toets moeten komen, waarna de woningen overal geplaatst kunnen worden.’