In een aantal steden zijn of worden stappen gezet tegen de opkomst van flitsbezorgdiensten, die consumenten beloven hun online bestelde boodschappen binnen enkele minuten te bezorgen. Volgens gemeenten komen veel meldingen binnen van overlast door de flitsbezorgers. Het gaat dan met name om geluidsoverlast, het volstaan van stoepen met scooters, en ernstige verkeershinder. Zij nemen of overwegen ook vaak het eerdergenoemde voorbereidingsbesluit.

De gemeenten Amsterdam en Rotterdam zetten begin dit jaar een stop op de groei van het aantal dark stores, de door de stad verspreide mini-distributiecentra die flitsbezorgers gebruiken. Amersfoort nam begin deze maand een voorbereidingsbesluit. Daarmee bereidt de gemeente een wijziging van bestemmingsplannen voor. De gemeente heeft vervolgens maximaal een jaar de tijd om de definities van bestemmingen scherp te krijgen en de wijziging definitief te maken door het vaststellen van een bestemmingsplan. De wijziging moet ervoor zorgen dat flitsbezorgdiensten zich niet meer kunnen vestigen in de binnenstad en winkelcentra.

In tientallen andere gemeenten wordt ook naarstig gekeken naar mogelijke maatregelen om overlast van bezorgers tegen te gaan, waaronder een voorbereidingsbesluit. Het gaat onder meer over Diemen, Amstelveen, Groningen, Den Haag, Arnhem en Leiden.

‘Pure internetverkoop’

‘Darkstores laten geen klanten fysiek langskomen in hun panden en regelen transacties digitaal. Flitsbezorging is daarmee in de meeste gevallen ‘pure internetverkoop’’, zegt Anita Nijboer, advocaat omgevingsrecht en partner bij Kennedy Van der Laan.

‘Het  bestemmingsplan bepaalt welke functies op welke locaties zijn toegestaan.. Een functie die veel in de binnenstad voorkomt, is detailhandel: kort gezegd het bedrijfsmatig ten verkoop aanbieden van goederen aan particulieren.  Wat precies de definitie is van detailhandel wordt bepaald in het bestemmingsplan. Soms is onderdeel van de definitie dat de goederen zijn uitgestald. Is dat het geval dan oordeelt de bestuursrechter dat internetverkoop, zoals ook vanuit de darkstores gebeurt, daar niet onder valt en dus niet is toegestaan.

Internetverkoop hoort dan vaak bij een bedrijfsmatige bestemming buiten het centrum. Is echter de uitstalling ter verkoop geen onderdeel van de definitie dan kan internetverkoop onder de definitie van de bestemming detailhandel vallen zodat ook darkstores met flitsbezorging zijn toegestaan, aldus Nijboer. Flitsbezorging is een nieuw fenomeen, met eigen hinderproblematiek, waarmee volgens haar in bestemmingsplannen vaak geen rekening is gehouden bijgekomen.

Dit kan zorgen voor een wildgroei aan darkstores in de binnenstad. Gemeenten hopen met het aanscherpen van bestemmingsplannen dat deze internetverkoop niet langer zomaar is toegestaan vanuit panden waar bezorgdiensten zich mogelijk willen vestigen.

Amersfoort versus Flink

Voor flitsbezorgers die hun plekje al gevonden hebben, gelden de voorbereidingsbesluiten niet. Gemeenten zullen in die gevallen dus individueel moeten kijken of dark stores passen binnen het bestemmingsplan van het betreffende pand. Het betekent dat flitsbezorger Flink niet weg hoeft uit Amersfoort, ondanks het voorbereidingsbesluit van de gemeente.

Het bedrijf staat in de Kamer van Koophandel ingeschreven onder ‘vervoer en opslag’, waarop de gemeente concludeerde dat Flink een pand gebruikte als distributiecentrum. Dit zou tegen het bestemmingsplan in zijn en dus sommeerde de gemeente Flink om binnen enkele weken te vertrekken. Flink vocht dat besluit aan. De bezorger vindt dat zij wél voldoet aan het bestemmingsplan, onder de omschrijving van een internetwinkel. Dit, omdat er niet alleen detailhandel is toegestaan maar ook dienstverlening. Juristen van de gemeente gaven Flink gelijk, dus het bedrijf mag blijven.

Paraplubestemmingen

De casus toont de complexiteit bij hoe gemeenten om kunnen gaan met flitsbezorging. ‘Als je een te brede definitie aanhoudt van detailhandel, laat je ruimte voor flitsbezorgers om hier creatief mee om te gaan. Dan moet je als gemeente kijken of je met een herziene definitie bepaalde activiteiten kan uitsluiten’, aldus Nijboer. ‘Sommige gemeenten, zoals Den Haag en Amsterdam, werken daarom nu aan paraplubestemmingsplannen die over bestaande bestemmingen heen vallen. Zo kan je voor hele gebieden bepalen of je als gemeente flitsbezorging wilt toestaan.’

Dit kunnen gemeenten volgens Nijboer zelf reguleren. Het is aan hen om zich aan te passen aan nieuwe trends als flitsbezorging, zoals zij eerder ook deden met maaltijdbezorgdiensten. ‘Vraag jezelf als gemeente af: hebben wij ergens bestemmingsplannen die het toelaten? Als er bijvoorbeeld pure internetverkoop onder valt, zoals in Amersfoort met Flink, dan leg je een ontwerp ter inzage voor een aangepast bestemmingsplan.’

'Gemeenten regelen nu per decreet. Met een verbod zonder democratisch proces en inspraak.'

Gemeenten kunnen met het voorbereidingsbesluit ook een nieuw ontwerp voorstellen, waarbij vanaf dat moment een aanhoudingsplicht geldt. Dit betekent dat flitsbezorgdiensten geen vergunning kunnen krijgen in strijd met het nieuwe ontwerp.

Geen paniekvoetbal, nodig aanbieders uit voor gesprek

Maar gemeenten die kiezen voor een juridisch spel met voorbereidingsbesluiten doen aan paniekvoetbal, zegt advocaat vastgoed en vergunningen Mark van Weeren van Blenheim Advocaten. In een recent opiniestuk op Stadszaken legde hij al uit waarom juridische stappen een te zware ingreep zijn. Lichtere maatregelen zij mogelijk, zoals actief handhaven en aanbieders uitnodigen voor een dialoog.

‘Als gemeente zou je naar de dark stores zelf moeten om met storemanagers te bespreken hoe je overlast kan voorkomen. Bijvoorbeeld door van hen te vragen om ramen niet af te plakken, fietsen en scooters netjes te parkeren en geluidsniveaus rondom de distributiepanden omlaag te brengen’, zegt Van Weeren.

Dit daadwerkelijk doen is lastiger, wat verklaart dat gemeenten naar juridische middelen grijpen. Van Weeren noemt twee redenen die de zachtere aanpak in de weg staan. ‘Er is te weinig capaciteit om de overlast van flitsbezorgers te handhaven. Er zijn te weinig handhavers om elke vorm van overlast aan te pakken. En dus grijpen gemeenten naar grotere maatregelen. Maar wat mij betreft stuur je een speciaal team op pad dat in enkele dagen alle panden van flitsbezorgers afgaat om met managers alle klachten af te gaan.’

Volgens Van Weeren zijn flitsbezorgers bovendien een nieuwe ontwikkeling die niet zomaar verdwijnt. ‘Gemeenten regelen nu per decreet. Met een verbod zonder democratisch proces en inspraak. Je ziet zelfs dat gemeenten zonder actieve flitsbezorgers al bezig zijn met een maatregelen om hen te weren. Toen in Amsterdam de groeistop werd aangekondigd, kondigde Diemen ook aan stappen te zetten. Daar was nog geen enkele aanleiding voor.’

Activiteiten aanpassen

Over het toepassen van paraplubestemmingsplannen heeft Van Weeren zo zijn twijfels: ‘Wanneer gemeenten voor een bepaald gebied aangeven waar flitsbezorgers wel en niet welkom zijn, kunnen belanghebbenden een herzieningswijze indienen en naar de rechter stappen.’ De rechter zal dan onder meer toetsen aan de Europese Dienstenrichtlijn.

Het is de vraag of die route wenselijk is, aldus Van Weeren. Aanbieders kunnen volgens hem nog altijd hun activiteiten aanpassen om alsnog binnen nieuwe definities van bestemmingsplannen te vallen, zoals het instellen van vaste openingstijden en de optie bieden om boodschappen fysiek bij de dark store op te halen. In dat geval mogen zij alsnog panden betrekken. ‘Rechters gaan wel kritischer toetsen wat er onder termen als detailhandel valt, zoals de recente uitspraak in de gemeente Oegstgeest.’

Het liefst ziet hij dus dat gemeenten actieve aanbieders in Nederland uitnodigen voor een gesprek over hun activiteiten. ‘Zo kan je praktische afspraken maken en pak je mogelijke overlast direct aan.’