In de tien duurste gemeenten om aan een parkeervergunning te komen, schroeft geen enkele gemeente de kosten terug. Alleen Eindhoven, Maastricht en Doetinchem houden dezelfde prijzen aan. In Amsterdam, Utrecht, Groningen, Deventer, Zeist, Den Bosch en Emmen stijgen de kosten voor een eigen parkeerplek. Zo'n 48 gemeenten houden de prijzen van vorig jaar aan, op één uitzondering na, stijgt prijs in alle andere gemeenten.
Hierin vallen enkele gemeenten op, zoals de gemeenten Utrecht (+14,8 procent), Nijkerk (+21,4 procent), Meppel (+20,1 procent) en Den Bosch (+17,4 procent), door een flinke stijging van kosten voor eigen parkeergelegenheid. Volgens VEH voert de gemeente Utrecht als argument voor de stijging aan, dat de extra opbrengst nodig is om de leefbaarheid in de stad te vergroten. Ook moet het financiële tegenvallers opvangen.
Ook de gemeente Oldenzaal wil tegenvallers opvangen met de parkeergelden. noemt. De stad hoopt met de inkomsten uit de parkeervergunningen de gemeentelijke financiën weer in de zwarte cijfers te krijgen.
Binnensteden autoluw
Daar tegenover staat de gemeente Nijmegen, waar de prijzen niet stegen met tien, maar juist daalden met ruim 73 procent. Dit geldt alleen voor de eerste parkeervergunning, want Nijmegenaren betalen wel meer voor hun tweede en derde vergunning. Daarnaast rekent de gemeente bezoekers van haar stad ook een hogere prijs om hun auto in de binnenstad kwijt te kunnen. Dat beleid past volgens de VEH binnen de inspanningen om binnensteden autoluw te maken.
De VEH noemt de onderlinge verschillen tussen gemeenten groot. Als voorbeeld vergelijken ze het centrum van Amsterdam met die van Den Haag en Rotterdam: respectievelijk betaalt een Amsterdammer negen en vijf keer meer dan de andere G4-gemeenten.
Het onderzoek is in februari 2022 uitgevoerd door Marlyse Research. In opdracht van de VEH onderzocht het bureau in 119 gemeenten de kosten van een (eerste) parkeervergunning voor centrumbewoners. Dit is over het algemeen de duurste zone om in te parkeren. Marlyse research heeft de resultaten van het onderzoek online gezet