De zaak draait om vier biomassa-installaties in Overijssel. Die zijn gebouwd vóór 2019. Toen oordeelde de rechter dat een natuurvergunning nodig is voor activiteiten die invloed hebben op Natura2000-gebieden. De toenmalig minister beloofde dat een melding onder het Programma Aanpak Stikstof (‘PAS-melding’) voldoende zou zijn om de activiteiten voort te zetten.
Dat is niet het geval, oordeelde de rechter eind januari. Actiegroep MOB eiste handhaving en kreeg gelijk van de rechter. De uitspraak bracht de provincie Overijssel in ernstige verlegenheid. ‘De ondernemers hebben immers destijds ter goeder trouw gehandeld in het licht van de door het Rijk beloofde legalisatie.’ Er volgde een brandbrief naar minister Van der Wal.
Individuele belangenafweging mogelijk
In haar reactie schrijft de minister dat de rechter niet eist dat altijd wordt gehandhaafd. ‘Ik constateer dat de rechter ruimte laat voor een individuele belangenafweging waarbij het mogelijk is om te onderbouwen dat handhaving niet evenredig is.’
De provincie onderschrijft deze conclusie, maar dat helpt de betrokken ondernemers niet. ‘Afzien van handhaving kan alleen onder strenge voorwaarden en in bijzondere gevallen. Vooralsnog voldoen de biomassacentrales waar een handhavingsaankondiging is gedaan hier niet aan.’ Gedeputeerde Staten zoekt met de ondernemers naar een oplossing.
Bronmaatregelen tegen stikstof aanstaande
Gedeputeerde Staten en de ondernemers wachten dan ook met smart op bronmaatregelen van het kabinet. Minister Van der Wal schrijft in haar reactie ook meer landelijke maatregelen om stikstofuistoot te verminderen aanstaande zijn. Die worden toegelicht in een Kamerbrief die op vrijdag 1 april verschijnt.
Daarbij loopt er nog een zaak van gedeputeerde staten van de provincie. Utrecht is bij een soortgelijke uitspraak als die in Overijssel in hoger beroep gegaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De minister hoopt dat die komende uitspraak meer duidelijkheid zal bieden.