‘Dit is een investering in het Brabantse ecosysteem’, zegt een woordvoerder van de provincie Noord-Brabant. ‘We hebben hier al een uitstekende maakindustrie en een goede high-techsector. Nu is het ook zaak de kiem te planten voor een nieuwe succesvolle sector. DIFFER is een Eindhovens onderzoeksinstituut en met dit geld kan er een vliegende start worden gemaakt.’

Het Eindhovense onderzoeksinstituut DIFFER is gespecialiseerd in reactorwanden en materiaalonderzoek en is volgens de provincie Noord-Brabant ‘een van de vier lijnen’ die geld ontvangt van de provincie. Een thoriumcentrale werkt met een gesmoltenzoutreactor (MSR). Eén van de uitdagingen is het versterken van de reactorwand in zo’n centrale. Die moet extreem hoge temperaturen, straling en corrosie door het zout kunnen weerstaan. 

DIFFER kan dankzij het geld versneld onderzoek doen naar constructiematerialen voor gesmoltenzoutreactoren: ‘Het laboratorium dat we gaan inrichten is de eerste faciliteit in Europa waarmee gelijktijdig de reactie getest kan worden van materialen op bestraling en corrosie door zout’, zegt onderzoeker Beata Tyburska-Pueschel.

Ook geld naar MSR-ontwerp startup Thorizon

Een ander belangrijke ‘lijn’ waarin geïnvesteerd wordt, is het MSR-ontwerp van de startup Thorizon. Voordat die kan overgaan tot de bouw van een proefopstelling, is er nog wat werk te verrichten. Met steun van Noord-Brabant hoopt de startup een groeifondsaanvraag te doen. Ook de provincie Zeeland en Noord-Holland ondersteunen die aanvraag van Thorizon. 

Een ander deel van de subsidie van de provincie gaat naar de Brabantse Ontwikkel Maatschappij (BOM). Die gebruikt het geld om contacten te leggen met buitenlandse bedrijven, die ook werken aan dit soort reactoren. Een ‘business developer, zoals de provincie het noemt. Tot slot wordt een coalitie gesmeed om Brabantse bedrijven te laten aanhaken bij het ontwerp van Thorizon.

Provincies zien toekomst in thoriumcentrales

De provincie Noord-Brabant en ook Zeeland zien veel in kernenergie met thorium. Deze gesmoltenzoutreactoren zijn veiliger en duurzamer dan centrales die draaien op uranium. Dat komt omdat ze een kern hebben van gesmolten zout. Een meltdown, zoals die in in 2011 in Japanse Fukushima en in 1986 in Tsjernobyl, is bij deze reactoren niet mogelijk omdat het materiaal al is gesmolten. 

Op dit moment draaien kernreactoren nog op uranium. Ook die in het Zeeuwse Borssele. Het afval daarvan is 250.000 jaar radio-actief. Die van een gesmoltenzoutreactor met thorium ‘slechts’ 300 jaar. Bovendien is thorium in veel grotere hoeveelheden aanwezig.

Kennisconsortium

DIFFER werkt nauw samen met NRG, TU Delft en het al genoemde Thorizon voor de ontwikkeling van gesmoltenzoutreactoren. Hun streven is om in 2035 een eerste reactor in bedrijf te hebben. Maar dat is van veel factoren afhankelijk, waaronder dus geld. TU Delft-docent Martin Rohde zei eerder tegen het Eindhovens Dagblad: ‘Technologisch gezien is het haalbaar om zo’n reactor er binnen twintig jaar te hebben staan, maar het zou ook nog tot 2050 kunnen duren.'