Hoe verbind je windmolens in de Noordzee en waar laat je de kabels samenkomen voordat je energie naar het vasteland transporteert? ‘We dachten eerst aan eilanden, maar inmiddels zien we meer in hubs op transformatorplatform’, zegt Jorrit de Jong van netwerkbeheerder TenneT. Die hubs lijken op een booreiland. Klein, maar groot genoeg voor het omzetten en transporteren van windmolenstroom.
De plannen voor windmolens op zee zijn inmiddels talrijk. De parken voor de Zeeuwse kust bij Borssele zijn inmiddels in gebruik, net als een deel van de parken Hollandse Kust Zuid en Hollandse Kust Noord. De komende jaren komen daar zo’n tien parken bij. De nieuwste werden vorige week vrijdag aangekondigd door energieminister Jetten. Bedrijven staan te springen, want in de tender van Nederland zijn alle vergunningen en de aansluiting op het energienet inbegrepen. Dat scheelt veel gedoe.
Energiehubs verbinden met andere landen
Alleen niet voor TenneT. Die moet de verbindingen wel leveren. Dat betekent eerst onderzoek naar de mogelijkheden. Dat doet het bedrijf niet alleen. De innovaties worden ontwikkeld met TenneT Duitsland, de Deense netbeheerder Energinet, Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam. ‘We willen energiehubs aanleggen en die met elkaar verbinden. Ook met de platforms van Denemarken en Groot-Brittannië’, zegt De Jong.
‘We verzamelen alle stroom op een transformatorplatform. Daar wordt het omgezet naar een ander spanningsniveau’, zegt De Jong. ‘Eerst met platforms die 700MW kunnen verwerken, maar we onderzoeken al installaties die 10GW aankunnen.’ Dat is genoeg voor 10 miljoen huishoudens. De elektriciteit komt vervolgens aan land bij Borsele, de Maasvlakte, Wijk aan Zee en Eemshaven.
Waterstof op zee
TenneT concentreert zich voornamelijk op elektriciteit. Wel wordt samen met Gasunie gekeken of het economisch haalbaar is om waterstof van de windenergie te maken. Gasunie maakt deel uit van het consortium North2. Dat wil ook waterstof produceren. Eerst op land, maar later op zee.
Op zee is nu nog niet haalbaar, zegt Marc Potma van Shell, een ander lid van het consortium. ‘Als iets roestgevoelig is, dan is dat een elektrolyser, waarmee waterstof wordt gemaakt.’ Het is één van de obstakels om waterstof op zee te produceren. ‘We hebben met partners een kantoor ingericht voor een haalbaarheidsstudie’, zegt Potma. Voorlopig gaat Shell uit van een fabriek aan land. De elektriciteit komt dan wel via de kabels van TenneT.
Platformen beter voor zeeleven
René Peters, directeur gastechnologie bij onderzoeksinstituut TNO, herkent dat. Hij heeft gekeken naar slimme integratie op de noordzee. Onder meer naar de bouw van een eiland. ‘Dat best complex om te bouwen en heeft natuurinvloeden. Een eiland beïnvloedt zeeleven en de bodem.’
Terwijl een eiland niet meer nodig is, zegt Peters. Ook niet voor waterstof. Volgens de onderzoeker kan je namelijk ook op platformen grote installaties kwijt voor waterstof. ‘In de eerste instantie leek dat weinig, maar nu gaan we al uit van 500 MW. Dan heb je maar 2 platformen nodig per GW.’ En een platform kun je weghalen of verplaatsen. ‘Daarnaast is de ecologische waarde rondom platforms veel hoger. Rond alle boorplatforms is een rijk en divers zeeleven. Natuurorganisaties zijn dan ook veel positiever over platforms.’
Multifunctionele eilanden
‘Vanuit de rol van TenneT snap ik dat ze liever werken met platforms’, zegt Chris Westra van Offshore Service Facilities (OSF), het consortium dat wel een eiland wil opspuiten in de Noordzee. En met niet de minste deelnemers: Royal HaskoningDHV, Van Oord, Boskalis, Nouryon en Green Giraffe ijveren al jaren voor het eiland. ‘We wachten op de overheid.’
OSF wil meer van het eiland maken dan alleen een energiehub. ‘Zo’n plek is multifunctioneel. Denk aan aquaculturen, een groot datacentrum en het Rijk wil er misschien ook wel boten neerleggen. Ook heb je daar bezetting voor nodig en dus wooneenheden.’ En natuurlijk een grote waterstoffabriek. ‘Dat vraagt al snel tien voetbalvelden aan ruimte. Het is dan beter om waterstof op zee te maken, dan kabels naar land aan te leggen’.
De plannen gaan uit van een eiland bij IJmuiden Ver, op zo’n 80-120 kilometer uit de kust van Den Helder. Strategisch gelegen tussen de windparken van Nederland en die van Groot-Brittannië.
‘Geld is niet het probleem’, zegt Westra. ‘De vraag is: hoe regel je het? Wie krijgt zeggenschap?’ Hij wijst naar Denemarken, waar de overheid 51 procent van het eiland in handen krijgt.’ Ja, hij erkent dat er nog veel juridische vragen liggen. Wordt zo’n eiland een eigen gemeente, bijvoorbeeld? ‘Maar dat lossen we vanzelf op. Het probleem is urgent. Laten we nu beginnen met bouwen.’