Door: Annemarie van Hees, Sten Hagen en Floris Taphoorn van Bureau Stedelijke Planning (Part of Sweco)
Die ‘milde bijwerkingen’ kunnen zelfs een positief effect op de stad hebben, omdat er meer wordt nagedacht over onder meer moderne afvalverwerking, riolering en watersystemen, schone lucht en meer groen. ‘Aanpassingen door de pandemie zullen we vooral terugzien op het gebied van gezondheidszorg en disaster management’, aldus BSP.
Ook heeft corona ervoor gezorgd dat digitalisering in een stroomversnelling is geraakt. We ontmoeten elkaar vaker digitaal, bestellen vaker online dan ooit en werken meer thuis. De impact die deze ontwikkeling wel voor de stad kan hebben, is dat de vraag naar winkelruimte daalt. Ook zorgt het voor veranderende woonbehoeften. Zo zijn er vanaf het moment dat corona haar intrede deed twee keer zoveel paren uit de Randstad vertrokken als het jaar ervoor.
Als een puzzel zien
Maar corona moet in dat opzicht gezien worden als een druppel die de emmer deed overlopen, verklaart hoogleraar Geowetenschappen Maarten Hajer in zijn artikel Ruimtelijke ordening, puzzelen aan de ruimtelijke inrichting. ‘We moeten corona als een puzzel zien. Iedereen meent er het laatste stukje in te zien om zijn of haar eigen beeld van de wereld compleet te maken. Wie eigenlijk de steeds grotere versnelling van de samenleving beu was, ziet in de pandemie het moment van bezinning; wie de snelwegen wilde uitbreiden, ziet in de ‘vlucht’ uit het openbaar vervoer een reden om nieuwe rijbanen aan te leggen.’
Het algeheel woningtekort, achterblijvende nieuwbouwproductie, lage hypotheekrente, stijgende bouwkosten en wijzigingen in de overdrachtsbelasting hebben de prijzen overal opgestuwd en zijn de belangrijkste drijvende krachten geweest om uit de stad te vertrekken, maar hebben weinig te maken met de pandemie. Wetenschappelijke literatuur bevestigt dat de langetermijneffecten van een pandemie nergens de dominantie van steden doet afremmen.
Tot slot zijn er andere ontwikkelingen die de toekomst van de stad de komende decennia gaan bepalen, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, migratiestromen, bereikbaarheid van de stad, duurzame mobiliteit, ruimtelijk economische ontwikkeling in verschillende stedelijke regio’s en de logistieke bevoorrading. Die ontwikkelingen zijn groter voor de stad dan de coronapandemie.