Met het Schone Lucht Akkoord proberen het Rijk, de provincies en een groot aantal gemeenten om de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Het doel is een gezondheidswinst van 50 procent in 2030 ten opzichte van 2030. In een tussentijdse evaluatie van het RIVM staat dat we nu op koers liggen van 47 tot 52 procent verbetering.

Gezondheidsindicator

Het RIVM heeft de plannen voor schonere lucht van gemeenten, provincies en het Rijk voor het eerst doorgerekend. Per gemeente kan bekeken worden hoe schoon de lucht nu is en straks wordt, dankzij de maatregelen uit het SLA.

Daaraan gekoppeld is de gezondheidsindicator. Die berekent het aantal verloren levensjaren en de gemiddelde levensduurverkorting. Het aantal verloren levensjaren is het totaal aantal jaren dat in Nederland verloren gaat doordat mensen te vroeg overlijden. Dit wordt weergegeven per jaar waarvoor de berekeningen worden gedaan. De gemiddelde levensduurverkorting geeft per individu weer hoeveel maanden we gemiddeld korter leven door luchtvervuiling. Op de website van het RIVM is te zien hoe het aantal verloren levensjaren per gemeente tussen 2016 en 2030 afneemt.

De in het SLA afgesproken maatregelen gaan onder meer over een vermindering van de uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide door wegverkeer, mobiele werktuigen, landbouw, binnenvaart, industrie en huishoudens. Voorbeelden van maatregelen die uitstoot voorkomen zijn schonere auto’s, elektrische (bouw)machines, walstroom voor schepen en strengere regels voor de uitstoot van industrie, aldus een persbericht van de Rijksoverheid. Het SLA-akkoord werd in 2020 gesloten. Bij de aftrap deden 46 partijen mee. Eind 2021 stond de teller op 100.

Nieuwe waarden

Bij het opstellen van het SLA is uitgegaan van de advieswaarden voor luchtkwaliteit uit 2005 van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze worden volgens de voortgangsmeting bijna overal in Nederland gehaald in 2030, op een aantal dichtbevolkte of industriële plekken na. Daar komt een aparte gebiedsgerichte aanpak voor.

In september 2021 bracht de WHO nieuwe advieswaarden uit. Het RIVM geeft aan dat deze lagere waarden in 2030 in grote gebieden nog niet gehaald worden. Met name voor fijnstof ligt er nog een uitdaging. Om beter zicht te krijgen in de haalbaarheid van de nieuwe WHO-advieswaarden brengt het RIVM voor de zomer in kaart welke aanvullende maatregelen nodig zouden zijn om in 2030 in heel Nederland aan de nieuwste WHO waarden te voldoen.