‘In 2010 en 2013 zagen we in onze stad wat hevige regenval in een versteende stad betekent. Daarom werken we nu hard om daar veranderingen in aan te brengen. We hebben als gemeente duidelijke doelstellingen voor 2050 en daar werken we naartoe met een aantal mooie projecten,’ aldus Jurgen van Houdt, wethouder Leefomgeving binnen de gemeente Enschede.
Klimaatadaptatie is een harde noodzaak in Enschede. De stad ligt op een stuwwal en kent hoogteverschillen tot 40 meter. Samen met toegenomen verstening zorgt dit ervoor dat 46 procent van de bebouwde omgeving risico loopt om onder water te lopen. Dit gebeurde ‘recent’ nog in 2010 en 2013 waarbij hevige regenval drie viaducten en een deel van de binnenstad overstroomde, waarbij door inwoners nog ludiek een opblaasbootje gevaren werd. Maar de waterschade voor lokale ondernemers was groot.
Dat risico is de reden dat Enschede sinds de jaren ’70 bezig is met de stad waterbestendig maken. Toen werden het eerste waterbassin en gescheiden riolering aangelegd. Bij het klimaatadapatief maken van de gebouwde omgeving is nu extra aandacht voor vergroening. In 2050 moet de biodiversiteit zijn toegenomen, moeten planten water langer vasthouden zodat de bodem niet uitdroogt en moeten nieuwe beken water afvoeren en de stad leefbaarder maken.
Inhoud van het adaptatieplan
Om die doelen te bereiken, stelde de gemeente Enschede in haar Water- en Klimaatadaptatieplan 2022-2026 een aanpak in zes hoofdlijnen op. Op basis van een risicoanalyse selecteert de gemeente de gebieden met de hoogste risico op negatieve gevolgen van klimaatverandering.
Duidelijke regels en richtlijnen moeten de stad bij nieuwbouw en herinrichting van de openbare ruimte klimaatbestendiger maken. Daarvoor ontwikkelde de gemeente het klimaatlabel, waarbij een gebied een hoger of lager label krijgt op basis van de hoeveelheid verharding, groenvoorzieningen en waterberging. De ambitie daarbij is om straten en buurten bij elke gebiedsontwikkeling minstens een label te laten stijgen. Bij nieuwbouw moet er 55 millimeter beschikbare waterberging zijn en woningen moeten 40 millimeter hoger liggen dan het straatniveau.
Het Klimaatlabel van de gemeente Enschede, gebaseerd op groenvoorzieningen en beschikbare waterberging
In het adaptatieplan staat ook dat de leefomgeving moet aansluiten op de natuurlijke kringloop van water. Regenwater moet zoveel mogelijk door de grond worden opgenomen of worden afgevangen in aangelegde groenvoorzieningen en wadi’s. Die moeten waar mogelijk verharding vervangen. Verder moet aparte riolering voor schoon regenwater het leidingensysteem ontlasten. Hoge risicogebieden worden zoveel mogelijk aangepakt in samenwerking met woningbouwcorporaties, inwoners, ondernemers, waterpartners en kennisinstellingen.
Een nieuwe beek dwars door de stad
Een aantal afgeronde en lopende projecten in Enschede laten goed zien wat de stad voor ogen heeft voor de komende vier jaar. In totaal is rond de drie miljoen euro aan subsidiëring en cofinanciering gebruikt, naast de jaarlijkse inkomsten uit de rioolheffing, deels afkomstig van het Waterschap dat na oplevering van de projecten de verantwoordelijkheid voor het beheer ervan draagt.
‘In het centrum leggen we een beek aan in het verlengde van het Blekerpad, waar vroeger een spoorlijn lag als aanvoerlijn voor kolen’, zegt Koen Wagelaar, ontwerper waterhuishouding bij de gemeente. Tijdens hevige regenval stroomt veel water van het centrum richting woonwijk Horstlanden-Veldkamp. De nieuwe beek voert het regenwater weg uit de wijk en een deel van het centrum. Het wordt opgevangen in verlagingen en waterbassins in het nabijgelegen Volkspark.
‘Dit zorgt gelijk weer voor kansen, want door het aanleggen van die waterbassins verplaatsen de activiteiten die in het Volkspark worden georganiseerd naar het noordelijke zijde van het park. Zo ervaren omwonenden minder geluidsoverlast’, zegt Wagelaar. De nieuwe beek en de wateropvang in het park hebben samen een capaciteit van 10 miljoen liter water. Het grootste deel van de tijd loopt er maar een klein stroompje door de beek. In droge perioden kan het water in de beek uitdroging van de grond tegengaan.
Smallere weg, meer groen
In de drukke Oldenzaalsestraat is ook goed te zien hoe overtollige neerslag tijdelijk kan worden opgevangen zonder overlast aan de directe omgeving. ‘Aan de ene kant van de straat ligt het centrum van Enschede. Aan de andere kant ligt de grond hoger, waardoor de Oldenzaalsestraat en de straten richting het centrum volledig blank kunnen komen te staan’, zegt Wagelaar. De oplossing lag in het vrijmaken van ruimte langs de autoweg, door de weg te versmallen en parkeerplaatsen te vervangen door lagergelegen groenstroken. Samen met een langgerekte bergingsbuis over de lengte van de Oldenzaalsestraat kunnen de groenstroken ongeveer 7 miljoen liter water bergen.
‘Elk project eigen complexiteit’
Andere projecten zijn het Twekkelerveld dat in totaal 10 miljoen liter water kan opvangen en de klimaatadaptieve Molenstraat waar eveneens de weg is versmald om ruimte te maken voor enkele wadi’s. De projecten ogen als simpele ingrepen maar hebben grote impact op de klimaatadaptiviteit van Enschede.
Elk project heeft haar eigen complexiteit, zegt Peter Dijkstra, teamleider Stadsdeelbeheer bij de gemeente. ‘We kijken bij elk project goed hoe de klimaatadaptieve ingrepen het beste samengaan met andere projecten en ontwikkelingen. In de Molenstraat betekent dit dat we ruimte voor de wadi’s hebben vrijgemaakt door parkeerruimte weg te halen en de weg te versmallen.’
Goed communiceren met inwoners
Volgens Dijkstra is bij klimaatadaptatie de communicatie richting bewoners belangrijk. ‘De Oldenzaalsestraat is een belangrijke weg voor autoverkeer. Voor het aanleggen van de waterbergingsbuis hebben we ervoor gekozen om de straat in delen te transformeren om zo de overlast te verminderen. Dat is complex voor alle bouwpartijen, maar het vergroot wel het draagvlak.’ Bewoners werden daarnaast uitgenodigd voor een excursie op het bouwterrein. Ook kregen ze een presentje bij lokale ondernemers in de aangrenzende winkelstraten. ‘Zo zien veel inwoners hoe mooi het eindresultaat erbij ligt.’