In verschillende onderzoeksgroepen namen lectoren van Fontys Hogescholen, Avans Hogeschool, Hogeschool Saxion en vakschool Cibap de verkiezingsprogramma’s van 44 gemeenten onder de loep.
Alle deelnemende partijen van de vier grote gemeenten Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag (G4) en de 40 grote gemeenten (G40) zijn geanalyseerd vier hoofdthema’s in hun digitale agenda: digitale veiligheid, digitaal burgerschap, digitalisering en bestuur en digitale innovatie. Naast verkiezingsprogramma’s werden ook kieswijzers onderzocht en kregen partijen de kans om op het onderzoek te reageren.
Die digitale agenda blijkt bij het merendeel van politieke partijen grotendeels afwezig. Als digitale ontwikkeling wordt genoemd, is dat vaak in het kader van digitale geletterdheid. Maar de ambities over bijvoorbeeld het inperken van big tech bedrijven, het stimuleren van een digitale infrastructuur of het bevorderen van cybersecurity vallen volgens de onderzoekers. ‘En dat terwijl we de afgelopen twee jaar tijdens de coronapandemie steeds merkten hoe afhankelijk we waren van online platforms en digitalisering’, zegt Bart Wernaart, lector van de Fontys Hogescholen. Hij werkte tijdens het onderzoek nauw samen met Daniëlle Arets, lector Journalistiek en Innovatie en initiatiefnemer van het onderzoek.
Gezien recente berichtgeving rondom het hyperscale datacenters van techbedrijf Meta bij Zeewolde, de Chinese camera’s in het gebruik van Nederlandse gemeenten en de rol van algoritmes in het toeslagenschandaal noemt, hij het opvallend dat juist in de gemeenten waar deze onderwerpen sterk spelen digitalisering niet in de verkiezingsprogramma’s staat.
Resultaten onderzoek
Als enkele uitzonderingen noemt het onderzoek de gemeente Delft en Eindhoven. In Delft wil BIJ1 tegenwicht wil bieden aan big tech en pleit voor een wethouder digitale zaken. In Eindhoven wijst GroenLinks op de noodzaak om algoritmes te toetsen op nadelige effecten van discriminatie. Ook de gemeente Amsterdam scoort relatief goed. De gemeente heeft al een wethouder Digitalisering, net als Eindhoven. Andere gemeenten met een ‘honorable mention’ zijn Den Bosch en Enschede. Die laatste gemeente raakte verwikkeld in een conflict over passantentellingen die in strijd waren met de AVG-wet.
Gemiddeld genomen hebben D66, Volt, en De Piratenpartij de meeste aandacht voor digitale ontwikkeling, gevolgd door de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren. Hierbij is er wel verschil tussen landelijke en gemeentelijke plannen. Op lokaal niveau zijn deze partijen een stuk minder bezig zijn met digitale onderwerpen. In het geval van de Piratenpartij gaat het dan al gauw om bijna de helft minder vermeldingen van digitale thema’s. Bij D66 gaat het om driekwart minder vermeldingen dan de landelijke partij.
‘Ons pleidooi is dan toch dat je er als lokale bestuurder toch echt verantwoordelijk voor bent’
Lekenbestuur
Van alle onderzochte lokale politieke partijen, ontvingen Wernaart en zijn collega-lectoren rond de 40 reacties. ‘In een aantal rechtstreekse reacties ontvingen we vooral de boodschap dat lokale politici een lekenbestuur zouden vormen. Maar ons pleidooi is dat je er als bestuurder echt verantwoordelijk voor bent.’ Lokale politieke partijen hoeven volgens Wernaart geen expert op digitalisering te zijn, maar de huidige kennis over digitalisering is ondermaats.
Ben Kokkeler, lector van Hogeschool Avans, sluit zich bij die conclusie aan. In een debat over de onderzoeksresultaten noemt hij digitale onderwerpen niet alleen iets voor het Rijk, maar ook voor de gemeenten. ‘Het is geen landelijk thema. Dat wil niet zeggen dat je niet zonder landelijke regie kan, maar je moet ook lokaal opereren.’ Volgens Kokkeler is ICT geen sexy onderwerp. Ambtenaren zijn er inmiddels wel mee bezig, zegt de lector, maar politici nog niet. ‘Dat is ernstig, omdat de kwetsbaarheid voor het grootste gedeelte bij burgers en ondernemers ligt.’
Verantwoordelijkheid bij politici
Wernaart en Kokkeler onderschrijven dat de partijen zelf aan knoppen moeten draaien om digitalisering goed te laten landen in gemeenten. Een aantal beslissingen lenen zich volgens hen enkel voor lokale besluitvoering. Wernaart: ‘Als politicus is het belangrijk om samen met inwoners de morele afwegingen te maken. Zij moeten worden geïnformeerd en de kans krijgen om mee te denken. Wat leeft er onder je inwoners?’
Als voorbeeld van hoe dit te doen noemt Wernaart een twee dagen durende hackaton, een evenement waarbij deelnemers in korte tijd oplossingen verzinnen voor een casus, die recent georganiseerd werd voor de lancering van het Stadslab Eindhoven. ‘Het is een laagdrempelige manier om de interactie aan te gaan met je inwoners. Via een hackaton en op de langere termijn via het Stadslab ga je uit van de morele standpunten van de burger zelf. En niet alleen die van jezelf als politicus of ondernemer.’
Hoe het kan: Stadslab Eindhoven
Het Stadslab Eindhoven heeft als doel om de burger mee te nemen in innovaties en smart city-projecten in Brainport-stad Eindhoven. Er worden onderzoeksprojecten opgezet en erwordt nagedacht hoe alle Eindhovenaren kunnen meepraten over data en technologie. Het Stadslab kwam tot stand door grote steun vanuit de Eindhovense politiek. ‘De ambitie is om digitalisering tastbaar te maken voor alle inwoners’, zegt GroenLinks-raadslid Eva de Bruijn uit Eindhoven. De Bruijn zet zich in binnen haar eigen gemeente in voor een rol voor digitale zaken in gevoerd beleid. Om hokjesdenken en discriminatie uit te sluiten, zijn volgens haar veel meer raadsleden nodig die scherp zijn op de ethiek en keuzes achter data en technologie.
‘Na het toeslagenschandaal vroegen Nederlanders zich af of ze een verkeerd vinkje achter hun naam hadden staan in een register. Wees als gemeentelijke bestuurders dus duidelijk en transparant over welke algoritmes je inzet’, zegt de Bruijn. De gemeente Eindhoven, in navolging van enkele andere gemeenten, werkt daarom aan een eigen Ethische Commissie op lokaal of regionaal niveau. ‘Toezicht op de impact van digitaliseringsbeleid kan je niet overlaten aan de Rekenkamer. Digitalisering is iets wat je continu in de gaten moet houden. Die verantwoordelijkheid ligt bij politici in de gemeenteraad.’