‘Het woningtekort is groot, te groot. En huizen zijn duur, mensen met een laag of middeninkomen vallen nu te vaak buiten de boot. Als we wonen overlaten aan het vrije spel der krachten, geldt het recht van de sterkste en raken mensen in de knel’, zegt minister Hugo de Jonge.

‘Een plek om te wonen is een grondrecht, maar de laatste jaren voor te veel mensen een nauwelijks bereikbaar voorrecht geworden. Daar moet met deze brede woon- en bouwagenda verandering in komen. Volkshuisvesting is terug van weggeweest.’

De Jonge streeft ernaar dat vanaf 2025 twee derde van alle nieuwbouwwoningen ‘betaalbaar’ is, doelende op middelduur en sociale huur. Van de 900.000 woningen die tot en met 2030 gebouwd moeten worden, gaat het om 350.000 woningen middenhuur en betaalbare koop en 250.000 sociale huurwoningen.

Bij de te bouwen sociale huurwoningen moet aandacht zijn voor passende woningen voor mensen met een laag inkomen, waaronder aandachtsgroepen als dak- en thuisloze mensen en statushouders.

Verder wil de minister toewerken naar een ‘evenwichtigere verdeling van sociale huurwoningen over de gemeenten.’ Het streefdoel is 30 procent sociale huur in elke gemeente. Het halen van dat doel wordt vastgelegd in harde en afdwingbare prestatieafspraken met medeoverheden en corporaties.

Het afschaffen van de verhuurderheffing moet het mogelijk maken voor de corporaties om de woningen te bouwen.