Dit artikel verscheen eerder in vakblad ROm, hét magazine over ruimtelijke ordening. ROm is gratis voor ambtenaren in het domein van de fysieke leefomgeving. Neem nu een (thuis-) abonnement.
Vlissingen lijkt in veel opzichten het kleine broertje van Rotterdam, met een cultuur van opgestroopte mouwen waar Vlissingers trots op zijn. Net als de Maasstad kampt de Scheldestad met nog een erfenis van een havenindustrieel verleden: een oververtegenwoordiging van lagere inkomensgroepen en een daarbij behorende goedkope woningvoorraad, vertelt wethouder John de Jonge van economie, financiën en ruimtelijke ordening.
Toen hij in 2014 namens de Lokale Partij Vlissingen (LPV) in het college zitting nam, viel hem op dat geen van zijn beleidsambtenaren in Vlissingen woonde. Als hij naar de reden informeerde, antwoordden zijn medewerkers dat – als ze het al wilden – er geen geschikte huizen waren. Ze woonden in ambtenarenstad Middelburg, met wie Vlissingen feitelijk een dubbelstad vormt.
Met de bouw van circa 1500, vaak duurdere woningen in het Scheldekwartier, wil de gemeente het woningaanbod verbreden. Naast die investering in de ruimtelijk-fysieke structuur zou de marinierskazerne helpen de sociaaleconomische structuur te versterken, vertelt De Jonge. Dat het project niet doorgaat, kwam als een mokerslag voor het stadsbestuur.
Coalitie: Partij Souburg-Ritthem (PSR, vijf zetels), Lokale Partij Vlissingen (LPV, vijf zetels), GroenLinks (twee zetels), 50Plus (twee zetels), SP (twee zetels)
Oppositie: VVD (twee zetels), SGP (twee zetels), Perspectief op Vlissingen (POV, twee zetels), CDA (één zetel), CU (één zetel), Lijst Duijndam (één zetel), D66 (één zetel), PvdA (één zetel)
Zwakke structurele basis
Een belangrijke reden waarom de verhuizing van de ‘MarKaz’ niet doorging, was dat de partners van de mariniers vreesden in de omgeving van Vlissingen geen geschikte baan te vinden. Het zegt iets over de ‘zwakke structurele basis’ van de Zeeuwse economie.
Dat is ook een van de conclusies die Bureau Berenschot trekt na actualisatie van het advies Zeeland in stroomversnelling uit 2016. Het organisatieadviesbureau was gevraagd dit advies van de commissie-Balkenende te actualiseren in verband met het tweeledige besluit van het kabinet dat de voorgenomen verplaatsing van de marinierskazerne naar Vlissingen niet doorging, en dat er gezamenlijk gewerkt wordt aan een ‘zowel voor Zeeland als het kabinet aanvaardbaar compensatiepakket’.
De krapte op de arbeidsmarkt wordt alsmaar nijpender
Bureau Berenschot komt tot de slotsom dat Zeeland een ‘lage structurele economische weerbaarheid’ heeft, die ‘verontrustend’ is. Op belangrijke ‘bronnen’ van concurrentiekracht scoort Zeeland matig. Dit geldt vooral voor de bereikbaarheid, die slecht is, en innovatiekracht, die als laag wordt gezien mede door het achterblijven van publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Daarbij wordt de krapte op de arbeidsmarkt alsmaar nijpender. De beroepsbevolking krimpt de komende tien jaar naar verwachting met 16.000 tot 17.000 personen.
Het historische hart van Vlissingen ligt er aantrekkelijk bij, maar de economische structuur blijft kwetsbaar.
Goede economische prestaties
Die krapte is een gevolg van de uitstroom van jong talent richting de grote steden en vooral van de vergrijzing. Ondertussen zegt de krapte ook iets over de prestaties van de Zeeuwse economie. Zo tonen de economische cijfers van het CBS een gestage groei in COROP-regio Overig Zeeland (dat is exclusief Zeeuws-Vlaanderen). Sinds 1995 loopt het bruto binnenlands product (bbp) van de regio nagenoeg gelijk op met Nederland als geheel. Per hoofd van de bevolking maakt de regio zelfs een kleine inhaalslag, ofschoon het bbp per capita nog ver onder het landelijk gemiddelde ligt.
Dick ten Voorde, directeur van Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Impuls Zeeland, stelt dat Zeeland in de jaren 2001-2011 de hoogste economisch groei realiseerde. De Zeeuwse economie heeft weinig schade ondervonden van de coronacrisis, stelt hij. Dat kan ermee te maken hebben dat de Zeeuwse havens circa een derde van de toegevoegde waarde genereren van dat van de haven van Rotterdam, terwijl die misschien wel tien keer zoveel overslaat.
Ten Voorde benadrukt dat in de haven van Vlissingen veel meer productie zit. Zo worden niet alleen fruitsappen ingevoerd, maar ook verwerkt en voor een wereldwijde markt gebotteld. Een deel van het havencomplex van Vlissingen draait op de aanleg en het onderhoud van offshore-windparken.
Een belangrijke groeisector is de scheepsbouw, met drie werven van Damen waarvan de marinebouw en de jachtwerf het beste draaien. Bovendien investeert Vlissingen op het moment fors in toerisme, met vijf luxe hotels in aanbouw. Toch zegt ook Ten Voorde dat een continue uitstroom van talent uit de provincie een permanente druk zet op de economie. ‘Dat is misschien al twee eeuwen aan de gang. Onze slimste koppen gaan studeren in Rotterdam, Leiden of Amsterdam. Het gros blijft daar hangen. Goed onderwijs en goede infrastructuur zijn onze belangrijkste uitdagingen.’
Vlissingen telt het hoogste aandeel laagopgeleiden van Nederland
Om de stad minder conjunctuurgevoelig te maken en de economie te versterken is het daarom van levensbelang om woningen te bouwen voor midden- en hogere inkomens, waaronder specifieke doelgroepen als arbeidsmigranten. Het besteedbaar inkomen is nu aan de lage kant. Vlissingen telt het hoogste aandeel laagopgeleiden van Nederland.
Tegelijkertijd is het personeel voor het havenindustrieel complex niet aan te slepen. Vlissingen is afhankelijk van de komst van arbeidsmigranten uit Oost- en Zuid-Europa, vertelt wethouder De Jonge. ‘We zijn op het moment duizend wooneenheden aan het bouwen rondom de stad, maar wel in aansluiting op voorzieningen. We streven er nadrukkelijk naar dat deze mensen onderdeel gaan uitmaken van de stedelijke samenleving. We hebben ze hard nodig en gaan er niet vanuit dat ze weer vertrekken’.
De scheepswerf van Damen bouwt tegenwoordig luxe jachten.
Artikel 12, harde keuzes
De slagkracht van de gemeente Vlissingen om de economie te versterken is de afgelopen jaren beperkt geweest door de status van artikel 12-gemeente. Dat heeft alles met het Scheldekwartier te maken. In 2004 kocht de gemeente een groot deel van het terrein van de Koninklijke Schelde Groep van de nieuwe eigenaar Damen, die de werf in 2000 voor een symbolische gulden had verworven.
De gemeente betaalde circa 35 miljoen euro voor de grond. Het saneren en bouwrijp maken viel veel duurder uit dan was voorzien. Als er al marktpartijen geïnteresseerd waren, dan werden ze afgeschrikt door de hoge prijs, vertelt De Jonge. In het jaar dat hij in het college kwam, heeft de gemeente volgens hem 100 miljoen afgeboekt op de grond. Dat betekende de facto een faillissement. Vlissingen kwam onder curatele te staan.
‘De vraag was: hoe investeer je, ondanks de delicate financiële situatie, in de toekomst van je stad?’ Harde keuzes waren onontkoombaar, vertelt De Jonge. ‘We hebben tot op het bot moeten bezuinigen. We hebben fors in subsidies moeten snijden, we hebben de bieb moeten sluiten en de lasten voor de burgers gingen omhoog.’ Maar er werd wel budget vrijgemaakt voor de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg door het Scheldekwartier. ‘Wat heb je aan een gebied dat niet ontsloten is? De bezuinigingen hadden tot doel om investeringsruimte te creëren voor ontwikkelingen We hadden de vaste overtuiging dat we dat moesten doen. We moesten vooral investeren en minder consumeren in deze periode.’
Weer onder curatele
Die harde bezuinigingen werden de coalitie tijdens de verkiezingen van 2018 niet hard aangerekend. De Jonges partij behield vijf zetels en hij mocht als wethouder doorgaan. ‘In datzelfde jaar was de begroting weer sluitend. Maar de decentralisaties in het sociale domein gooiden roet in het eten. Nieuwe taken kwamen naar de gemeente toe, maar met structureel te weinig budget’, aldus de wethouder. ‘Wij hadden al overal op bezuinigd. We hadden geen knoppen meer om aan te draaien. Ik heb BZK gebeld: jullie moeten weer komen. We hebben een probleem.’
De decentralisaties in het sociale domein gooiden roet in het eten
De nieuwe ondercuratelestelling blijft vooralsnog beperkt tot het sociale domein en werk & inkomen. ‘We hebben feitelijk twee begrotingen waarbij we zelf verantwoordelijkheid dragen voor het fysieke domein. De afspraak is dat die twee begrotingen strikt gescheiden zijn. Maar er is toenemende druk vanuit BZK om dat toch te gaan mengen. In het fysieke domein zit namelijk ruimte om te investeren in zaken die mijns inziens nodig zijn en waarvan het ministerie zegt ‘wacht maar even’. Die discussie loopt nu.’
Zo wil oppositiepartij PvdA dat er meer geld gaat naar zorg en volkshuisvesting, wat volgens haar op gespannen voet staat met investeringen in het Scheldekwartier. De meter sloeg de afgelopen twee raadsperiodes uit naar fysieke investeringen, constateert fractievoorzitter Frances Oreel. Het Scheldekwartier moet wat haar betreft bovendien een plek zijn ‘voor iedereen’ en niet alleen voor hogere inkomensgroepen.
Met de ontwikkeling van het Scheldekwartier gaat het ondertussen de goede kant op. Een aantal complexen is al gereed, goed voor ruim 500 woningen en appartementen. Zo’n 600 woningen zijn in aanbouw of in voorbereiding. De 97 meter hoge Zeelandtoren met 145 woon- en recreatieappartementen gaat dit voorjaar in de verkoop. De transformatie van de Rijksmonumentale Timmerfabriek tot een viersterrenhotel nadert voltooiing. In 2030 moet het Scheldekwartier-project zijn afgerond.
Wind in de zeilen
Vorig jaar juni bereikten het kabinet, de Provincie Zeeland, Gemeente Vlissingen en Waterschap Scheldestromen een bestuurlijk akkoord over het compensatiepakket voor de afgeblazen verhuizing van de MarKaz. De nadruk ligt op het versterken van de arbeidsmarkt.
Zo komt er onder meer een Delta Kenniscentrum in Vlissingen met masteronderwijs op het gebied van Zeeuwse thema’s als voedsel, water en energie. De stad krijgt een grootschalig justitieel complex met een extra beveiligde zittingslocatie voor de rechtbank, een strategisch kenniscentrum tegen ondermijnende criminaliteit, een beveiligde werk- en overnachtingslocatie plus een extra beveiligde inrichting. Sinds december is er een snellere treinverbinding vanuit Zeeland naar de Randstad, Noord-Brabant en Vlaanderen. En er komt een huisartsenopleiding in Zeeland en een regionaal gezondheidscentrum in Vlissingen.
Voor het compensatiepakket wordt in totaal 650 miljoen euro uitgetrokken. Het zijn investeringen die hun waarde vooral op de lange termijn moeten bewijzen, doordat ze moeten bijdragen aan het versterken van de basisstructuur van de Zeeuwse economie.
Directeur van de regionale ontwikkelingsmaatschappij Ten Voorde ziet het liefst dat het Rijk nog extra geld uittrekt voor infrastructuur, zoals met een 380 KV-kabel naar de industrie in Zeeuws-Vlaanderen en een CO2-aansluiting op lege gasvelden in de Noordzee, zodat ook de Zeeuwse industrie concurrerend kan verduurzamen. Verder pleit hij voor betere wegverbindingen en het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel. De financiële slagkracht van de provincie is volgens hem beperkt, omdat het nooit heeft kunnen cashen door verkoop van het energiebedrijf.
Dit hangt samen met de kerncentrale die grotendeels Zeeuwse eigendom is, waardoor ook de exploitatie en afwikkeling ervan vooralsnog voor rekening en risico komen van Zeeland. Ironisch genoeg heeft het provinciebestuur onlangs aangeven open te staan voor de bouw van een nieuwe kerncentrale zoals de nieuwe regeringscoalitie in Den Haag wil, onder voorwaarde van onder meer passende financiële arrangementen. Maar de neuzen in het provinciebestuur staan niet dezelfde kant op.