Het Deltaplan voor Noordelijk Nederland moet bereikbaarheid, wonen en werken in het noorden verbeteren. De grote pijlers van het plan zijn twee nieuwe spoorverbindingen. De Lelylijn moet de Randstad via Lelystad beter verbinden met Groningen en Leeuwarden. De Nedersaksenlijn moet Groningen, Drenthe en Twente beter met elkaar verbinden. 

Het Deltaplan is een samenwerking tussen het Rijk, de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland en de gemeenten Groningen, Leeuwarden, Assen en Emmen. Gisteren verscheen een MKBA van het project. Daar komen zowel voordelen als nadelen uit. Een overzicht.

Ruimte voor 220.000 nieuwe woningen…

De spoorverbetering en de aanleg van de twee nieuwe lijnen zou ruimte bieden voor de bouw van 220.000 extra woningen in Noordelijk Nederland. Deze woningen kunnen grotendeels binnenstedelijk worden ontwikkeld en kunnen een bijdrage leveren aan transformatieopgaven en wijkvernieuwing.

… maar te weinig verhuizingen

De vraag is of die woningen nodig zijn. Volgens de analyse moet de verhuisbereidheid uit de Randstad niet worden overschat. Bij huidige verhuistrends passen eerder aantallen tussen 25.000 en 75.000 extra woningen, lezen we.

Daarbij telt de snelheid waarmee de lijnen in gebruik worden genomen. Experts die zich over de analyse bogen, constateren: ‘Problematisch is de timing van de realisatie van de woningbouw in relatie tot de realisatie van de spoorinfra: effecten van investeringen in het spoor treden pas na 2035 op terwijl (het grootste deel van) de geplande woningbouw dan al gerealiseerd moet zijn.’

Impuls voor leefbaarheid en economie

Uit de MKBA blijkt dat uitvoering van het Deltaplan positieve effecten zou hebben op het woongenot en de leefbaarheid in Noordelijk Nederland. Het draagvlak voor voorzieningen neemt toe, door de extra woningbouw die de plannen mogelijk maken. 

Ook in de Randstad neemt de leefbaarheid toe, door minder ruimtebeslag van woningen en bijbehorende infrastructuur. Het cultuurhistorisch landschap kan beter bewaard worden.

… maar miljardeninvesteringen met negatieve businesscase.

Tegenover de positieve leefbaarheidseffecten staan miljardeninvesteringen die niet direct worden terugverdiend. Uitgaande van een snelheid van 200 kilometer per uur, kosten de Lelylijn, Nedersaksenlijn en de verbeteringen aan het bestaande spoor minimaal 7,6 en maximaal 18,3 miljard euro. Daar komen jaarlijkse onderhoudskosten van bijna 200 miljoen euro bij.

‘De investeringen, beheer- en onderhoudskosten en exploitatiekosten zijn dermate fors dat ze de in euro’s gewaardeerde effecten ruimschoots overstijgen’, staat in het rapport.

Goed voor economie Noordelijk Nederland…

De betere spoorverbindingen en de verstedelijking zouden zorgen voor een sterkere economie in het noorden. Met de lijnen is de regio beter in staat om getalenteerd en gecertificeerd personeel aan te trekken en te huisvesten, wat goed is voor de economie. 

Nieuwe sectoren als waterstofontwikkeling krijgen een impuls en de agglomeratiekracht van de regio groeit. Noord-Nederland wordt met het de investeringen in het spoor bovendien beter verbonden met andere (internationale) economische netwerken. 

… maar Randstad gaat achteruit

Tegenover de positieve economische effecten op het noorden staan negatieve op de Randstad. De agglomeratiekracht van dit gebied zou afnemen bij uitvoer van het Deltaplan. De dichtheid van inwoners en bedrijven wordt er immers minder. Dit negatieve effect is groter dan het positieve in het Noorden. 

De experts die zich over de analyse bogen, schrijven daarom dat we ons moeten afvragen waar investeren het effectiefst is. ‘In de Randstad, de intermediaire zone of juist de periferie. Dus ook als de agglomeratie-effecten op zichzelf sterker zijn in de Randstad.’

Minder kwetsbaar spoor…

Een laatste voordeel dat het Deltaplan Noordelijk Nederland biedt, zijn stabielere treinverbindingen. Het bestaande spoor tussen de Randstad en het Noorden is kwetsbaar en wordt veel gebruikt. ‘Door verbetering van deze verbindingen zouden er reistijdwinsten, frequentere ritten en betrouwbaarder openbaar vervoer mogelijk zijn’, schrijven de onderzoekers.

… maar ook meer autoverkeer

Daar staat tegenover dat het spoor en de nieuwe woningen juist tot meer autogebruik kunnen leiden. Als mensen van de Randstad naar het minder verstedelijkte noorden verhuizen, zullen ze de auto vaker gebruiken en langere afstanden afleggen.

Uit het rapport: ‘Per saldo zien we een betere benutting van infrastructuur, maar ook een toename van het aantal autokilometers en de daarmee gepaard gaande negatieve externe effecten.’

Het extra autogebruik en de woningbouw maken dat het Deltaplan achter de streep negatieve milieueffecten heeft. ‘Voor het thema milieu zijn er voornamelijk negatieve effecten in de gebieden buiten de steden’, schrijven de onderzoekers. ‘Dit komt door de toevoeging van woningen, arbeidsplaatsen en spoorlijnen, meer autokilometers en de mogelijk afname van natuurlijk landschap.’ 

Hoe het autogebruik en bijbehorende milieueffecten zich daadwerkelijk zullen ontwikkelen, hangt sterk af van de ruimtelijke keuzes die gemaakt worden. Hoe meer er hoogstedelijk op de knopen wordt geconcentreerd, hoe minder autogebruik, volgens de onderzoekers.