‘In Eindhoven weten we toch niet zo goed wat er in de regio allemaal precies gebeurt, behalve dat er bij ASML machines worden gemaakt. Maar zo zijn er nog duizend andere innovaties waar we niet elke dag van op de hoogte zijn. Als gemeente Eindhoven willen we juist dat de Brainport-regio iets is waar iedereen zich onderdeel van voelt’, zegt wethouder economie en digitalisering Stijn Steenbakkers.

Het nieuwe Stadslab moet bijdragen aan die betere verbinding. Het is het vervolg op het lab op de Eindhovense uitgaansstraat Stratumseind. Dit werd vanaf haar start in 2013 regelmatig aangehaald als succesvol en innovatief smart city-project. Zowel landelijk als internationaal werd het project opgepikt als pionierend voorbeeld.

Verschillende proeven met sensoren, akoestische camera’s, kunstmatige intelligentie, speciale verlichting en geurverspreiders moesten bijdragen aan een veiliger uitgaansgebied. Onder andere het Rathenau Instituut laat in haar rapporten zien hoe het Eindhovense living lab een ‘aanjagende rol’ speelde voor innovaties in de stad.

Toenmalig projectmanager Tinus Kanters vertelde aan het Rathenau Instituut hoe de gemeente destijds zelf dataprincipes opstelde om met het living lab aan de slag te gaan, bij gebrek aan Nederlandse wetgeving. ‘Nieuwe technologie kan bedreigend overkomen, maar wij denken dat het een belangrijke bijdrage levert.’

Het project werd in zes jaar opgezet. Daarna leverde het volgens Kanters belangrijke inzichten op, onder andere door uiteenlopende partijen te betrekken. Tegen Stadszaken zegt hij: ‘In een aantal gesprekken met kroegeigenaren, bezoekers en de gemeente ontdekten we hoe belangrijk het is om de discussie te voeren over privacy en ethiek rondom zo’n living lab. We ontdekten dat veel inwoners er niet vanaf wisten of zorgen hadden.’ Het living lab op Stratumseind is volgens de toenmalige projectmanager waardevol geweest om te zien op welke manier je wilt en moet omgaan met data.

Invulling Stadslab Eindhoven

In 2020 ging Kanters met pensioen, gelijktijdig met het nieuws dat stichting DITSS geen rol meer voor zichzelf ziet in het project. De stichting exploiteerde het lab in de laatste twee jaar. De gemeente Eindhoven greep het moment aan om de focus van het living lab breder te trekken, met een nieuw stadslab.

Afgelopen zondag opende wethouder Steenbakkers dit lab op het oude NRE-terrein, na een hackathon over citizen data die afgelopen weekend in het teken van de lancering gehouden werd. Stichting MAD zal de organisatie van het Stadslab op zich nemen en krijgt de ruimte van de gemeente aangeboden, die eveneens 40.000 euro reserveert voor het opzetten van toekomstige activiteiten.

Steenbakkers: ‘Hier kunnen we met innovatieve oplossingen voor de stad aan de slag gaan. De inzendingen die vandaag bij de hackathon voorbij zijn gekomen, zouden zomaar een onderdeel kunnen zijn van hoe we als stad aan de slag gaan met eenzaamheid in de buurt of hoe we Eindhoven verduurzamen.’ Enkele inzendingen van de hackathon waren een lowtech-installatie waarmee buurtbewoners berichtjes kunnen achterlaten en meenemen in de vorm van een nieuwsbrief en een applicatie waarmee Eindhovenaren kunnen melden wat voor afval ze weggooien in de binnenstad, waar afval niet gescheiden wordt ingezameld.

Over de invulling van het Stadslab is nog niet veel bekend. De komende maand zal het Stadslab in ieder geval bijeenkomsten organiseren over dataethiek en wordt er met inwoners een datawalk uitgezet. De agenda wordt op stadslabeindhoven.nl bijgehouden.

Bij de betrokkenen is er een overvloed aan ideeën van welke functies het lab kan en moet vervullen. Zo hoopt Steenbakkers dat Eindhovenaren bij het Stadslab gewoon naar binnen kunnen lopen, om te zien hoe technieken als driedimensionaal printen werkt. Maar ook innovaties uit de regio moeten er te zien zijn: ‘Zoals de BrabantRing. Een veilige infrastructuur voor internet waardoor we in de Brainport-regio zorg op afstand kunnen leveren. Of slimme stoplichten en slim verlichte fietspaden. Dit zijn oplossingen waar je als inwoner meer over te weten moet komen in ons Stadslab’, zegt Steenbakkers.

René Paré, directeur van stichting MAD, ziet het Stadslab vooral als uitvalsbasis. Vanuit daar kunnen activiteiten worden bedacht, zoals het organiseren van hackathons en cursussen. ‘Activiteiten kunnen ook in de stad plaatsvinden, waarbij je de inwoner juist opzoekt.’ De komende twee jaar zal Paré met stichting MAD en de gemeente Eindhoven op zoek gaan naar de uiteindelijke vorm van het Stadslab. ‘Een kwestie van nu gewoon beginnen en kijken wat wel én niet werkt’, aldus Paré.

Digitaliseringsbeleid

Het Stadslab Eindhoven moet een volgende impuls zijn voor Eindhoven als smart city. Ook moet het laten zien hoe de stad probeert voorop te blijven lopen in haar smart city-ambities. ‘Ons digitaliseringsbeleid draait op goede infrastructuur met glasvezel en 5G. Maar ook zeker op aandacht voor data en ethiek en hoe we digitalisering zichtbaar maken voor onze inwoners’, legt Steenbakkers uit. ‘In deze nieuwe fase willen we samen met de Eindhovenaar, bedrijven en politici de interactie aangaan over welke innovaties er al zijn en hoe we er mee om willen gaan.’ Voor een regio die draait om innovatie en technologie, moet volgens de wethouder elke burger kunnen meedoen. ‘Het zou mooi zijn als we een ASML of Philips kunnen uitnodigen om eens te laten zien met welke ontwikkelingen zij bezig zijn.’

Volgens Kanters is het ook een mogelijkheid om bijeenkomsten van een eventuele ethische commissie op het NRE-terrein te laten plaatsvinden. ‘Het is veel tastbaarder als je overlegt op een plek waar je met eigen ogen innovatie kan zien, zodat je weet waar het over gaat. Je kan jezelf afvragen: hoe krijgen we wethouders en ambtenaren lessen aangeleerd over data en technologie? Zodat zij de juiste beslissingen kunnen maken over digitalisering voor de stad.’