Hitte is de grootste doodsoorzaak van klimaatverandering in Nederland’, zegt Marcel Tonkes van de provincie Overijssel. ‘Dat ligt bijna helemaal aan hitte in woningen.’ Tonken is voorzitter van begeleidingsgroep van het rapport de Klimaatbestendige Stad (KBS), waar een consortium van overheden en bedrijven aan werkten. Tijdens het schrijven van het rapport kwam de term hittelabel naar voren.
Bij het onderzoek is daarom gelijk een handreiking toegevoegd voor gemeenten, corporaties, zorginstellingen en verhuurders. Daarin staan praktische en onderbouwde tips om hitte in woningen tegen te gaan, én het uitgewerkte puntensysteem voor een hittelabel. Dat is nog zo nieuw, dat er geen ervaring mee is opgedaan. Tonken hoopt dat vastgoedeigenaren de tool snel inzetten.
Deltaplan Ruimtelijke adaptatie aanjager
Het rapport komt voort uit het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. ’We wilden weten of de maatregelen die genomen worden tegen hitte in woningen, eigenlijk wel werken. Door ons onderzoek is er nu een onderbouwing’, zegt Tonken.
Uit het rapport blijkt dat groene daken nauwelijks helpen. Veel beter is een boom voor het raam of een zonnescherm buiten. ‘Het beste is de combinatie gedrag van mensen met een huis waar je aan de buitenkant zon kunt weren.’ Voor oudere, minder goed geventileerde woningen, helpen witte bitumen daken.
De maatregelen zijn niet voor iedereen makkelijk in te zetten. ‘In een huurhuis kan niet altijd een raam open en die schermen krijgt ook niet iedereen voor het raam.’ Dat betekent dat er een opgave ligt voor onder meer corporaties en projectontwikkelaars. ‘Die moeten daar veel beter rekening mee houden.’
Omgevingsfactoren woninghitte verder onderzocht
Het rapport is een eerste aanzet, zegt Tonken. De conclusies komen uit literatuuronderzoek en modellen. Feitelijke metingen tijdens een hittegolf zijn de volgende stap. Ook willen de onderzoekers weten hoe ruimtelijke keuzes effect kunnen hebben op hittestress in woningen. ‘Wat doet de omgeving? Nu kijken we bijvoorbeeld naar de inrichting van de straat, of de afwisseling tussen hoog- en laagbouw in een gebied.’
De studie werd uitgevoerd door wetenschappers van onder meer adviesbureaus Arcadis, RIGO en Tauw, het RIVM en Hogeschool van Amsterdam. In de begeleidingsgroep waren onder meer gemeenten, het Klimaatverbond en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vertegenwoordigd.