Waterstof moet een serieuze rol spelen bij het halen van de doelstellingen voor 2030 uit het Klimaatakkoord. Zo moet de doelstelling van 3 tot 4 Gigawatt productie van groene waterstof in 2030 zijn gehaald. Dit is waterstof uit duurzame elektrische energiebronnen, zoals wind en zon.

In opdracht van het Rijk legt Gasunie de waterstof backbone aan. Dit aangepaste leidingnetwerk voor aardgas moet de infrastructuur voor waterstoftransport worden. Deze zal vanaf 2026 gefaseerd worden uitgerold.

Gasunie ziet voor waterstof een duidelijke rol in de toekomstige energiemix en heeft vertrouwen in de voortgang van projecten en plannen voor de komende jaren. ‘Vergeleken met drie jaar geleden zijn er grote stappen gezet en is er duidelijk verschil te zien tussen wat er met waterstof werd en nu wordt gedaan’, aldus een woordvoerder.

Het consortium North H2, bestaande uit Groningen Seaports, RWE, Equinor, Shell en Gasunie met steun van de provincie Groningen, onderzoekt daarnaast wat de keten, van productie tot aan de opslag en transport, nodig heeft voor grootschalig aanbod van waterstof. Het doel van North H2 is om de waterstof-industrie in 2030 te voorzien van 4 Gigawatt groene waterstof. Dat moet in 2040 doorgroeien naar meer dan 10 Gigawatt. Het Institute for Sustainable Process Technology presenteerde in januari dit jaar ook een blauwdruk voor een waterstoffabriek met een productiecapaciteit van 1 Gigawatt, die in 2030 in een Nederlandse haven gebouwd zou kunnen worden.

Samen laten de plannen zien dat Nederland serieus inzet op waterstof, maar uitvoer ligt nog wel in de toekomst. Voor uitrol en opschaling van projecten er namelijk vaak nog gewacht op de landelijke infrastructuur voor waterstof. Projecten zoals in de gemeente Hoogeveen, waar een bestaande wijk en een nieuwbouwwijk zich voorbereiden op aansluiting op waterstof. Hiervoor ging in september vorig jaar nog een tiny house met waterstofinstallaties op tour langs zes steden in de regio ter promotie van de energiebron. Ook de gemeente Stad aan ’t Haringvliet wordt met de 600 huizen getest met verwarming op waterstof.

‘Doelstellingen ruim gehaald’

Als duurzame energiebron kan waterstof volgens deskundigen wel degelijk een rol spelen bij het halen van klimaatdoelstellingen voor 2030. De doelstelling van 3 tot 4 Gigawatt productiecapaciteit wordt met de plannen mogelijk gehaald, maar nog grotere impact hebben de plannen die doorwerken in de doelstellingen van 2050.

Ad van Wijk, hoogleraar Energy Technology aan de TU Delft, verwacht pas in 2027 een doorbraak in het aantal grootschalige projecten. ‘Dat is ook volgens planning van het Klimaatakkoord. En we halen de doelstellingen van 2030 ruim, we doen het beter dan we hebben afgesproken.’ Volgens de hoogleraar is er in 2030 al meer dan voldoende groene waterstof beschikbaar voor bijvoorbeeld de staalproductie van Tata Steel.

De komende jaren worstelt waterstof nog wel met een aantal grote uitdagingen. Daar liggen een aantal redenen aan ten grondslag. De belangrijkste is dat veel afhangt van het aanleggen van de infrastructuur om waterstof te transporteren naar haar gebruikers. Daarnaast moeten er volgens Van Wijk meer windparken offshore, in de Noordzee, worden bijgebouwd, waarvoor financiële steun van het Rijk nodig is. Regelingen zijn volgens de hoogleraar nodig om waterstof te laten concurreren met aardgas of andere energiebronnen.

Ook Machiel Mulder, hoogleraar Energie-Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, ziet in waterstof nog geen businesscase zonder financiële dekking van het Rijk. Hij haalt net als Van Wijk de huidige capaciteit van groene waterstof aan. ‘Waterstof krijgt niet de rol in de energietransitie die beoogd wordt, als er geen brede financiële steun komt bij het realiseren van windparken. Grijze stroom is afhankelijk van hoge gasprijzen. Met de huidige tarieven is groene waterstof niet rendabel.’ Mulder vindt het volstrekt onrealistisch om koploper te willen worden in waterstof, als Nederland tegelijkertijd op Europees niveau achteraan loopt in haar aandeel van duurzaam opgewekte energie.

Van Wijk legt uit dat de relatief hogere kosten omlaag kunnen door de keten van waterstof tot de bron te volgen: ‘Als je waterstof goedkoper wilt krijgen, zal je meer windcapaciteit moeten ontwikkelen. Dit omdat grijze waterstof nog altijd beïnvloed wordt door hoge gasprijzen.’ Groene stroom houdt in dat stroom duurzaam wordt opgewekt door bijvoorbeeld zon- en windenergie. Wanneer bij elektrolyse, het chemische proces om tot waterstof te komen, groene stroom wordt gebruikt, kan je ook automatisch spreken van groene waterstof.

Meer wind uit Noordzee of importeren

Om kosten van groene waterstof te drukken, is volgens Van Wijk extra windcapaciteit nodig. Voor Nederland is de Noordzee een geschikte plek voor extra windmolens. Vooral nabij Groningen is plek. Deze regio moet het startpunt vormen van de waterstofbackbone. Het liefst zo ver mogelijk van de kust, waar de wind harder waait. Het Rijk zal volgens de hoogleraar financiële steun moeten bieden om die windcapaciteit te realiseren, om zo op de langere termijn te investeren in een rendabele businesscase voor waterstof.

Een goedkoper alternatief is volgens Van Wijk om waterstof niet zelf te produceren, maar te importeren. ‘Groene waterstof kan je goedkoop produceren op plekken met voldoende zoninstraling of goede windsnelheden. In de Sahara produceer je elektriciteit voor 1 cent per Kilowattuur, hier in Nederland kost dat acht cent.’

Waterstof is in theorie gemakkelijker en goedkoper te importeren dan elektriciteit, mits het Rijk en grote industriële spelers de infrastructuur voor opslag ervan in havengebieden weten op te zetten,. ‘Het is voor Nederland uitermate belangrijk om de haven van Rotterdam te helpen met de overstap van olie naar waterstof’, aldus Van Wijk, ‘Anders blijven onze havens achter en zal het ze niet lukken om overeind te blijven.’ Hiervoor zijn terminals en opslagmogelijkheden nodig.

Nederland blijft achter

Duitsland en Frankrijk zetten flinke stappen met waterstof en geven volgens Mulder Nederland momenteel aardig het nakijken. Zo trekt Duitsland zo’n acht miljard euro uit voor 62 waterstofprojecten met als doel om marktleider op dat gebied te worden. ‘Het nieuwe kabinet trekt zelf ook vijf tot tien miljard extra uit’, aldus Van Wijk.

Met voldoende investeringen en haar strategische havens, heeft ook Nederland een sterke positie in handen om een waterstofhub te worden en internationaal de toon te zetten. Mulder: ‘Ons concurrentievoordeel is de sterke positie van onze havens. Vooral in Rotterdam kunnen we door het aanleggen van een goede infrastructuur een belangrijke rol spelen in het transporteren van waterstof.’

Industrie, logistiek en woningbouw

Volgens de hoogleraren is het zaak om goed te kijken waar waterstof de grootste impact kan maken, om zo subsidiëring en andere financiële steun zo doeltreffend mogelijk te verdelen. Van Wijk: ‘De grootste belangstelling komt vanuit de industrie, die goed is voor een kwart van het energiegebruik in Nederland. Waterstof leent zich goed voor de hoge temperaturen die nodig zijn in industriële processen.’ Ook in zware logistiek kan waterstof een belangrijke rol spelen, gevolgd door het verwarmen van woningen.

Voor de klimaatdoelstellingen in 2030 zal waterstof in die drie categorieën een rol spelen, aldus Van Wijk en Mulder, maar huidige plannen en projecten betalen zich pas echt uit voor de doelstellingen in 2050. Mits het Rijk hier de regie in neemt, beklemtonen de hoogleraren.