Brede welvaart gaat in over het welzijn van inwoners. Tal van factoren zijn van invloed, zegt het planbureau. Zoals de leefomgeving, het kunnen voorzien in het levensonderhoud, gezondheid, veiligheid, de mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing en het onderhouden van sociale contacten. Ook andere zaken waar mensen waarde aan hechten zijn van belang, zoals het behoud van biodiversiteit of rechten voor groepen inwoners waar iemand zelf niet toebehoort.

Voor de studie Brede welvaart in Nederlandse gemeenten: het belang van regionale samenhang onderzocht het PBL hoe Nederlanders deze brede welvaart in hun gemeente ervaren.

Landelijk gebied minste brede welvaart

De grote steden zelf laten lagere brede welvaart zien dan hun randgemeenten. De stedelingen profiteren van de grotere hoeveelheid aan banen en recreatiemogelijkheden, de aanwezigheid van een grotere culturele sector en de mogelijkheid om gebruik te maken van openbaar groen in de omliggende gemeente. Ze worden aan de andere kant ook geconfronteerd met de negatieve aspecten van de grote stad, zoals onveiligheid en vervuiling.

Landelijke gebieden hebben de laagste brede welvaart, aldus het planbureau, omdat zij vaak belangrijke welvaartsaspecten in de leefomgeving missen. Inwoners van deze regio’s hebben minder toegang tot banen, cultuur en recreatiemogelijkheden dan stedelingen. Deze aspecten van brede welvaart concentreren zich in (middel-)grote steden. De afstand tot deze steden is voor inwoners van landelijk gebied veelal te groot. De inwoners van landelijke hechten over het algemeen minder belang aan de stedelijke aspecten van welvaart (zoals recreatie), maar dit weegt niet op tegen het grotere gebrek aan mogelijkheden om er gebruik van te maken.

Leren van andere gemeenten

Het PBL ziet brede welvaart in een gemeente niet los van omliggende gebieden. De plekken waar mensen wonen, werken en ontspannen omvatten immers meer dan alleen hun woongemeente.

‘Gemeenten kunnen hun inzicht in brede welvaart in een bredere regionale context bezien. Bijvoorbeeld door investeringen in voorzieningen zoals sportfaciliteiten of een theater in overleg met buurgemeenten te doen’, zegt Mark Thissen, econoom bij het PBL en projectleider van het onderzoek.

‘Niet elke gemeente hoeft op alle aspecten van brede welvaart goed te scoren, mits de inwoners er toegang toe hebben in de buurgemeente. Voor het oplossen van een probleem in één gemeente, zoals oplopende werkloosheid, kan toenemende werkgelegenheid in de buurgemeente ook een oplossing bieden.’

‘Bij het oplossen van vergelijkbare problemen daarentegen kan men ook goed leren van gemeenten in andere delen van het land, waar aspecten voor brede welvaart op dezelfde manier worden gewaardeerd. Dat hoeven dus juist niet de buren te zijn. Een coördinerende rol voor Rijk of provincies kan behulpzaam zijn voor regionaal brede welvaartsbeleid om deze wenselijke regionale samenwerkingsverbanden te stimuleren.’

Rangorde brede welvaart in Nederlandse gemeenten, 2019, bron PBL