‘We zien dat het aantal eenzijdige fietsongevallen in Nederland eigenlijk veel hoger ligt dan eerder gedacht, en bovendien toeneemt’, zegt Rico Andriesse, veiligheidsexpert en mobiliteitsadviseur bij Goudappel. ‘Wat bovendien moeilijk meetbaar is omdat veel eenzijdige ongelukken vaak niet worden gemeld.’

De vergrijzing speelt een grote rol. ‘Vooral ouderen verongelukken meer. Zij fietsen steeds langer en verder, en vaak op e-bikes die zwaarder en sneller zijn dan normale fietsen.’ In 2020 verongelukten voor het eerst zelfs meer fietsers dan automobilisten, bleek vorig jaar uit onderzoek door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. En samen met Andriesse verwachten meer onderzoekers dat dit aantal blijft toenemen.

Daarom werden eind 2019 in Friesland de Doortraproutes in het leven geroepen. Een idee van de Fietsersbond, als alternatief op de Voorlichtingsdagen die door corona niet door konden gaan. Doortraproutes zijn rondjes van zo’n 20 tot 25 kilometer, die aantrekkelijk en voor ouderen zo veilig mogelijk moeten zijn. De routes worden getest door ouderen, daarna mogelijk aangepast, en zijn sinds vorige maand ook beschikbaar in de Routeplanner-app van de Fietsersbond. Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Fryslân stuurde het project aan, gesteund vanuit het Doortrappenprogramma van de overheid.

‘Met een focus op de landelijke paden, gingen we op zoek naar interessante startpunten’, vertelt Martijn van Es, campagneleider en communicatieadviseur bij de Fietsersbond. ‘Vervolgens zijn er veel fysieke vragen die we kunnen stellen om een recreatief fietspad als prettig voor ouderen te beoordelen. Zijn de fietspaden wel breed en glad genoeg, staan er geen hinderlijke paaltjes of te hoge bruggen, rijdt er niet te veel landbouwverkeer langs de route, en zijn de bermen veilig genoeg als een fietser moet uitwijken? Ook houden we rekening met de al bestaande knooppuntennetwerken.’ Het project resulteerde in tientallen recreatieve routes, inmiddels door het hele land.

Betere fietspaden ontwikkelen

Het zet tot denken hoe overheden en partijen meer fietspaden door het land vriendelijker kunnen maken voor ouderen. ‘Voor de korte termijn vind ik de Doortraproutes voor ouderen een goed idee, maar voor de lange termijn is het natuurlijk doel om veel meer, dan niet alle, fietspaden in Nederland oudervriendelijker en veiliger te maken’, zegt Andriesse van Goudappel. ‘Maar mede doordat eenzijdige ongelukken niet altijd worden gemeld, is er te weinig beleid voor dit probleem.’

'Met de testdata van de Doortraproutes kunnen we overheden helpen om hun fietsnetwerken te verbeteren'

De Doortraproutes bieden hulp, aldus Van Es. ‘Met de testdata van de Doortraproutes kunnen we overheden helpen om hun fietsnetwerken te verbeteren. Het draagt bij aan hoe mensen routes beoordelen. Dit is van toepassing op de hele Nederlandse fietsinfrastructuur.’

Goudappel is niet betrokken bij de Doortraproutes, maar werkt wel samen met de Fietsersbond en adviesbureau Ideate aan een verkenning voor het ministerie van I&W. ‘We onderzoeken specifiek de eenzijdige fietsongevallen voor ouderen, wat hier structureel misgaat hier, en wat de beleidslijnen voor de toekomst zijn, zodat we daar meer grip op krijgen. Daarmee willen we vooral wegbeheerders bewuster maken van hun kansen’, licht Andriesse toe. ‘Veel aanpassingen aan het pad hoeven niet zo duur te zijn.’

De Doortraproutes zijn makkelijk te verwarren met de Doorfietsroutes, eerder nog Fietssnelwegen of Snelfietsroutes genoemd. Dat zijn brede en maximaal 15-kilometer lange fietspaden, bedoeld voor pendelaars om vaker de auto te laten staan. Nederland bouwt steeds verder aan een groot netwerk van Doorfietsroutes. ‘Deze paden zijn ook obstakelvrij gemaakt, en zeker vriendelijk voor ouderen’, vertelt Andriesse, ‘maar dit is niet de oplossing voor ouderen. Doorfietsroutes zijn efficiënt en bieden weinig afwisselend uitzicht. Ouderen zoeken juist een recreatieve route op, waarop ze rustig kunnen trappen.’

Oudervriendelijk fietsen door de stad

Ook in steden zullen uiteindelijk Doortraproutes ontstaan, verwacht Van Es, die met de Fietsersbond binnenkort gaat uitzoeken wat Doortraproutes kunnen betekenen in het stedelijke gebied van Arnhem. ‘Fietsvriendelijke aanpassingen zoals het weghalen van paaltjes en het verbreden van fietspaden zijn overal van belang, maar niet elke stad heeft hier ruimte voor.’

Wat hierbij gunstig uit kan pakken zijn is mobiliteitsverschuiving die in veel steden plaatsvindt. Door het verlagen van de maximumsnelheid naar 30 kilometer op de stedelijke rijbaan en het verplaatsen van snelle voertuigen als scooters naar de autoweg, kan meer ruimte vrijkomen voor ouderen om rustig door de stad te fietsen.

Maar daarmee is lang niet alles gezegd. Van Es: ‘De mobiliteit in de stad is flink aan het veranderen, waarbij de auto verdwijnt en nieuwe voertuigen als stepjes en bakfietsen hun intrede maken. Er verschijnen steeds meer verschillende vier- twee- en ook driewielers, allemaal met andere snelheden en verschillende groottes.’

'In Utrecht durfden veel recreatiefietsers lang niet het centrum in vanwege de drukte, maar nu zien we hier een beweging in'

‘Gelukkig zien we zien in veel steden, waaronder Rotterdam en Utrecht, actief beleid om de fietspaden rondom de stadskernen te herzien. Er zijn genoeg knelpunten, en we kunnen nooit elk pad oudervriendelijk maken, maar er wordt volop geïnvesteerd. In Utrecht durfden veel recreatiefietsers lang niet het centrum in vanwege de drukte, maar nu zien we hier een beweging in. Maar je moet er als gemeente wel echt actief werk van maken. Sommige gemeenten blijven hierop stilstaan’, aldus de campagneleider van de Fietsenbond

Bewust en met de juiste fiets op pad

De laatste stap ligt volgens Van Es en Andriesse bij de fietser zelf. ‘Ouderen moeten beter bewust worden van wat ze wel of niet meer kunnen. Denk aan het dragen van een helm, het toevoegen van spiegels, of het minderen van de eigen snelheid. We moeten er wel voor waken dat ouderen fietsen als iets gevaarlijks gaan zien, want fietsen is fantastisch voor de gezondheid. Ook het volgen van trainingen helpt goed. Hier was het oorspronkelijke landelijke Doortrapprogramma bovendien ook voor bedoeld.’

Ook fietsenmakers kunnen meer bijdragen aan de veiligheid voor ouderen. ‘We zien dat er veel fietsproducenten zijn die de veiligheid van hun fiets of fietsonderdelen willen verbeteren, maar dit ondertussen nog wel afzonderlijk aanpakken’, vertelt Andriesse. ‘Als partijen elkaar opzoeken en gedeelde normen ontwikkelen kan deze verbetering veel sneller.’

Fietsenmakers kunnen er ook voor zorgen dat veilige fietsen aantrekkelijker worden, zegt Andriesse. ‘Ouderen blijven vaak hardnekkig vasthouden aan hun normale fiets, terwijl ze deze niet is aangepast op hun beperkingen.’ Deze hardnekkigheid maakt het bieden van hulp lastig. Van Es: ‘70-jarigen denken vaak dat wij hun niets meer kunnen vertellen over hun fietsgedrag. Maar op de Fietsschooldagen zien we dat mensen zichzelf overschatten, dat ze moeite hebben met goed achteromkijken, of dat hun reactievermogen tekortschiet. Hulpmiddelen aan de fiets bieden zeker meer veiligheid, maar het begint wel bij acceptatie.