Onderzoekers van de HZ University of Applied Sciences, Hanzehogeschool Groningen, Van Hall Larenstein en Hogeschool Rotterdam deden onderzoek naar de burgerbetrokkenheid bij tien living labs. In het rapport ‘Burgerparticipatie en klimaatadaptatie’ geven de onderzoekers tips voor hoe overheden bewoners kunnen betrekken bij klimaatadaptatie.
Volgens de onderzoekers spelen inwoners een belangrijke rol bij het klimaatadaptief maken van de openbare ruimte, omdat zij direct worden geconfronteerd met de negatieve effecten van hittestress, wateroverlast en andere gevolgen van klimaatverandering.
Veel burgers staan over het algemeen positief tegenover vergroening en 80 procent van de Nederlandser maakt zich zorgen over de klimaatverandering. Hittestress is vooral aandachtspunt voor inwoners, blijkt uit het onderzoek. Ruim 59 procent van de respondenten ervaart overlast door extreme hitte, gevolgd door overlast als gevolg van regenbuien (54 procent) en droogte (43 procent).
Het gros van de respondenten ziet echter niet de noodzaak om zelf in actie te komen. 45 procent geeft aan naar een wijkbijeenkomst te willen komen. Ongeveer 30 procent is van plan om aanvullende maatregelen te nemen. Slechts vijf tot tien procent is bereid om samen met medebewoners een klimaatadaptief wijkplan op te stellen. Respondenten spreken een duidelijke voorkeur uit voor burgerparticipatie waarbij de overheid het initiatief neemt, dan wel de burger in een gelijkwaardige samenwerking.
Grote evenementen en gemeentelijke campagnes helpen bij de bewustwording en activatie van burgers, maar ook kleinere activiteiten en maatregelen hebben impact. Zo worden in het rapport onder andere het NK Tegelwippen, Operatie Steenbreek, tegeltaxi’s in steden en subsidies voor groene daken aangehaald. Infrastructurele werkzaamheden zijn voor gemeenten en waterschappen een geschikt momentum om dergelijke initiatieven te starten waarbij de burger wordt uitgenodigd om een steentje bij te dragen (of juist te vervangen met wat groen).