De doelen van de Nederlandse overheid zijn ambitieus: het streven is een volledig circulaire economie in 2050. Voor 2030 staat alvast de ambitie om het gebruik van primaire abiotische grondstoffen (mineralen, metalen en fossiel) te halveren. De fysieke leefgomgeving speelt een grote rol bij de circulaire ambities. De benodigde materialen voor woningbouw (vanwege het gebruik van hout, ijzer, staal en beton) en de aanleg van infrastructuur hebben grote milieu-impact en moeten dus circulairder.
In het Voortgangsbericht Circulaire Economie 2022 constateert het PBL dat grondstoffen sinds 2010 wel efficiënter worden gebruikt, maar dat het totale gebruik ervan niet is gedaald. De beleidsinspanningen van de afgelopen jaren richtten zich vooral op het stimuleren van recycling en reparatie. Ook was er een lichte verschuiving te zien in het bevorderen van deelplatformen en hergebruik van grondstoffen.
‘Alle beleidsacties tot nu toe hebben de basis gelegd voor een circulaire economie’, zegt Anne Gerdien Prins, medeauteur van het rapport. Maar van een non-lineaire economie is nog geen sprake, aldus PBL. Het gros van het productiemateriaal eindigt nog steeds bij het afval.
‘We zien helaas nog relatief weinig acties op sociaaleconomisch gebied, zoals het veranderen van consumentengedrag of het vernieuwen van businessmodellen, die nodig zijn om andere circulariteitsstrategieën mogelijk te maken’, vertelt Prins.
Al met al heeft de overheid het afgelopen jaar weinig nieuwe subsidies of regelingen ter bevordering van de circularisatie ingevoerd. Ook in het recente coalitieakkoord ziet het PBL niet de plannen die nodig zijn voor de aankomende circulariteitsdoelen. In het akkoord is wel aandacht voor meer duurzame omgang met grondstoffen, bijvoorbeeld in de gebouwde omgeving, maar deze zijn nog niet concreet genoeg.
De basis die nu is gelegd, bestaat volgens Prins vooral uit vrijwillige afspraken en akkoorden tussen bedrijven en overheden. ‘Als de overheid in 2050 echt volledig circulair wil zijn, zijn er meer verplichtende regels nodig.’
Het PBL stelt daarom een aantal beleidsregels voor. Zoals verplichtingen voor gerecycled materiaal in producten, de invoering van specifieke milieubelastingen, en het stellen van normen aan de repareerbaarheid van spullen. Op sociaaleconomisch gebied kan de overheid sturen op het verleiden of dwingen van producenten en consumenten om minder afval te produceren.