De relatie tussen brancheorganisatie Geothermie Nederland en de landelijke overheid is goed. In de afgelopen tien jaar zijn 28 geothermische projecten opgezet, in 2022 werd voor 22 extra ‘doubletten’ al een Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie geregeld. Geothermische doubletten zijn een combinatie van twee naast elkaar liggende diepboringen waarlangs warm water omhoog en afgekoeld water omlaag circuleert tussen natuurlijke grondlagen om zo met het warme water een woning te verwarmen.

In de Regionale Energiestrategieën wordt geothermie genoemd als een belangrijke bron voor warmtevoorziening. Ook Rutte IV ziet geothermie als essentieel. Geothermie Nederland spreekt van ‘grote politieke steun die spreekt uit het coalitieakkoord’.

‘Er is politieke en maatschappelijke wil’, zegt Hans Bolscher, voorzitter van Geothermie Nederland. ‘We worden echt omarmd, ook op het ministerie van EZK. Dat staat positief en constructief tegenover geothermie.’ De komende twee weken staan er twee Kamerdebatten op de agenda. Die zijn, zegt Bolscher desgevraagd, de aanleiding dat hij de overheid nu oproept om goed en diepgaand naar de Mijnbouwwet en de SDE-regeling te kijken.

Uiteindelijk kan meer dan een derde Nederlandse woningen worden verwarmd met geothermie, in de glastuinbouwsector kan het zelfs meer dan de helft van de warmtevraag voorzien. Na 2030 verwacht Geothermie Nederland honderden putten door heel Nederland. Maar als details niet goed geregeld zijn, vallen er volgens Bolscher ook projecten uit, wat de projectie naar beneden trekt.

‘Onnodige problemen’

Veel plannen voor geothermie lopen tegen een verouderde Mijnbouwwet aan, die niet aansluit op de praktijk van de sector. EZK en Geothermie Nederland voeren al jaren overleg om nieuwe onderdelen van die wet te laten aansluiten op wat (toekomstige) geothermie nodig heeft.

Cruciaal daarbij volgens Geothermie Nederland is aandacht voor een betere overgangsregeling, maar ook andere zaken zoals heldere kaders en duidelijkheid over de criteria bij start- en vervolgvergunningen. Volgens Geothermie voorkomen deze noodzakelijke wijzigingen onnodige problemen waar geothermieprojecten nu en wellicht ook later nog tegenaan lopen.

Verder moet volgens de brancheorganisatie ook de realisatietermijn van de SDE subsidie van vier naar zes jaar, om zo 22 projecten langer de tijd te geven.

‘Op dit moment duren de processen echt ontzettend lang, dat is killing voor onze jonge sector. EZK verleent de vergunningen en vraagt daarbij advies aan lokale overheden en TNO, die op hun beurt weer contact hebben met Staatstoezicht op de Mijnen en andere betrokken partijen. Dat kost veel tijd’ legt Bolscher uit.

Tijd is geld

In de Mijnbouwwet ligt momenteel een zware rol voor lokale overheden besloten, die een adviesrol krijgen in het realiseren van geothermie-doubletten. ‘Dit begrijpen wij als sector wel, maar lokaal is de kennis over geothermie niet altijd zo groot als bij de landelijke overheid’, aldus Bolscher. Het lijkt hem dan ook verstandig om lokale overheden, naast de verantwoordelijkheid, ook een beoordelingskader te geven om hun taak goed uit te kunnen voeren. ‘Het is niet handig om alleen maar politiek uit de heup te schieten.’

De tijdsintensieve procedures komen uit de tijd van olie- en gaswinning, waar lang wachten makkelijker gecompenseerd kon worden door de waardevolle grondstoffen die uit de grond kwamen. Bij geothermie is dit niet zo, de warmte is minder waard dan olie en gas. Volgens Bolscher geldt dus: ‘Tijd is geld. Je betaalt ook voor de inefficiëntie in de processen, dat kan de geothermiesector minder makkelijk hebben.’ De geothermiesector is nog sterk afhankelijk van subsidies, stelt de voorzitter.

Het is volgens Bolscher essentieel dat het verlenen van vergunningen veel sneller en vooral binnen de wettelijke termijnen wordt gedaan en dat de inhoud van vergunningen voorspelbaar is door heldere kaders. Alleen dan kunnen financiering, SDE-subsidies en projectplanning door de geothermiesector goed op elkaar worden afgestemd.

‘Nu verliezen projecten hun subsidie door te lang wachten’, aldus Bolscher. Gezamenlijke inspanning van geothermiebedrijven en de landelijke overheid moeten toekomstige projecten veiligstellen.

Wanneer de aanpassingen aan de SDE-regeling en de Mijnbouwwet worden gehonoreerd door het Rijk, kan de geothermiesector naar eigen zeggen overschakelen van een oud naar een nieuw systeem. Zonder de aanpassingen, speelt geothermie een aanzienlijk minder grote rol in de warmtetransitie. Een goede overgangsregeling is volgens Bolscher bepalend, want geothermie wordt goedkoper naarmate er meer projecten van de grond te komen. ‘The devil is in the details.’