In 2019 bedroeg het aantal nieuwbouwwoningen ruim 70 duizend, maar in 2020 en 2021 werden iets minder woningen opgeleverd. Dit komt door het lagere aantal vergunde nieuwbouwwoningen na 2018. Met een gemiddelde doorlooptijd vanaf vergunningverlening tot oplevering van twee jaar, is het lagere aantal vergunningen nu te zien in de cijfers.
Of het BZK-doel van 75 duizend nieuw beschikbare woningen voor 2021 werd gehaald, blijft spannend. Dat hangt af van transformatiecijfers, die nog niet bekend zijn. In 2020 kwamen ruim 10 duizend nieuwe woningen beschikbaar uit transformatie.
In Zuid- en Noord-Holland werden de meeste woningen gebouwd, met respectievelijk ruim en bijna 13 duizend. In relatieve aantallen is Flevoland de ‘winnaar’, met een groei van de woningvoorraad van 1,7 procent.
Op gemeenteniveau bouwde Amsterdam de meeste woningen, 4.675, een toename van 1 procent. Ook in Utrecht (2.621) en Almere (1.446) werd veel gebouwd.
De cijfers over 2021 zijn voorlopig, benadrukt het CBS. In mei 2022 komen de definitieve cijfers beschikbaar. Het aantal nieuwbouwwoningen zal hierdoor bij de definitieve versie naar verwachting iets hoger uitkomen in verband met verwerking van nagekomen respons, aldus het statistiekbureau.