Dit artikel verscheen eerder in vakblad Stedelijk Interieur. Vraag hier een gratis proefexemplaar aan.

Tijdens de inspiratiebijeenkomst ‘De groene, gezonde en leefbare steden’, die werd georganiseerd door De Groene Stad, vertelde Ton Verhoeven hoe ze in Nijmegen onder meer inzetten op circulaire en groene speelplaatsen in de openbare ruimte. Als oudste stad van Nederland heeft de gemeente een flinke vergroeningsopgave. De bestaande stad is nogal versteend. Ook bij nieuwbouw is er te weinig aandacht voor groen-blauwe structuren en er is onvoldoende waterberging in de binnenstad.

De naam Nijmegen is afgeleid van het Latijnse Noviomagus, dat nieuwe markt betekent. De rijke geschiedenis van Nijmegen is nog steeds terug te vinden in de openbare ruimte, zoals de hoge stadsmuren en kerken. De gemeente wil deze cultuurhistorie versterken, door een verbinding te maken met klimaatadaptieve maatregelen. Bijvoorbeeld door meer bomen te planten bij kerken om verkoeling te bieden tijdens de warme zomerdagen, zoals bij de Grote Kerk of Sint-Stevenskerk.

De urgentie om te vergroenen is groot. De gemeente ziet de zorgkosten stijgen en inwoners hebben meer last van overstromingen en hittestress. Makkelijk is de opgave echter niet.

Verhoeven: ‘De gemeente heeft in 2020 de Omgevingsvisie Nijmegen 2020-2040 Stad in Bewegen vastgesteld. Hierin zijn afspraken gemaakt om de stad te verduurzamen. Dat is best een uitdaging want waar ga je dan de verbinding maken? Nijmegen zet in op het verdichten en intensiveren van de stad. Dat moet tegelijkertijd dan wel een duurzame, gezonde, groene en koele stad worden.’

In het plan van aanpak van de gemeente Nijmegen zijn de mogelijkheden geschetst om de stad op grond van bestaande en nieuwe data toekomstbestendig in te richten. Vervolgens kijkt de gemeente hoe, met respect voor de cultuurhistorische inrichting, klimaatadaptieve maatregelen geïmplementeerd kunnen worden. Zoals het toevoegen van waterbassins in bepaalde buurten of extra bomen in een volkswijk.

'Steeds meer bewoners dragen hun steentje bij om de klimaatproblematiek in de stad te voorkomen'

‘Het vergroenen van volkswijken gebeurt nog te weinig’, benadrukt Verhoeven. ‘De gezondheid in deze wijken is lager in vergelijking met midden- en hogere-inkomenswijken. De oude stadsmuren en bestratingen zorgen ervoor dat er nog te weinig groen-blauwe elementen zijn toegevoegd. Bomen kunnen bijvoorbeeld meer verkoeling bieden tijdens warme zomerdagen.’

Verhoeven merkt in de praktijk dat er meer focus is op private daken. ‘Steeds meer bewoners dragen hun steentje bij om de klimaatproblematiek in de stad te voorkomen. Bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen op hun dak of het isoleren van de woning.’ Door met een hittestress- en groenkaart te werken, krijgt de gemeente inzicht in locaties waar bijvoorbeeld meer schaduw moet komen en hoe water opgevangen kan worden tijdens een hevige regenbui.

Verder kijken dan eigen straatje

Hoogleraar Steffen Nijhuis van de Technische Universiteit (TU) Delft benadrukt in zijn bijdrage aan de inspiratiebijeenkomst hoe belangrijk het is dat gemeenten transdisciplinair moeten werken.

Hij onderscheidt drie fases bij het interdisciplinaire werken. De eerste fase gaat over het analyseren van de opgave in het desbetreffende gebied. Nijhuis: ‘Dit zorgt ervoor dat je in kaart kunt brengen welke problemen er zijn.’ De tweede fase is het bedenken van strategie op zowel korte als lange termijn. ‘Als gemeente moet je aan toekomstbestendige inrichting denken, zoals waterbassins realiseren in de binnenstad of groene ontmoetingsplekken creëren in de openbare ruimte.’

De laatste fase gaat over de uitvoeringsagenda. ‘Gemeenten moeten duidelijk voor ogen krijgen wat ze aan het realiseren zijn en welke impact dat heeft op de fysieke leefomgeving, bewoners en betrokkenen. In deze fase is het belangrijk dat er voorbeelden, conceptprofielen en tools aanwezig zijn, zodat je het ontwerp voor iedereen zo concreet mogelijk kunt maken.’

‘Neem de inwoners mee met het planproces. Door aan de inwoners te laten zien wat de gemeenten gaat realiseren, hoe zij dat voor ogen hebben en wat zij ervoor terugkrijgen, creëer je de juiste bewustwording en samenwerking tussen inwoners en gemeenten.’

Wijksafari

‘Het is algemeen bekend dat een groene omgeving goed is voor de gezondheid. Maar het is lastig om die gezondheidswinst in concrete vergroeningsprojecten mee te nemen’ benadrukt projectleider hitteadaptatie Madeleen Helmer van Klimaatverbond Nederland. ‘Vooral in achterstandswijken zie je een stapeling van klimaatrisico’s zoals hitte. Daar is de gezondheidskloof ook het grootst. Dus die wijken zouden prioriteit moeten hebben voor groen beleid.’

‘Sinds de decentralisatie van de zorg drukken de gezondheidskosten zwaar op de gemeentelijke begroting en dat zal naar verwachting de komende jaren alleen maar toenemen. Dat alleen al zou een reden moeten zijn om vanuit groen beleid de samenwerking te zoeken met het sociale domein’, vindt Helmer. ‘Sociale actie, zoals samen een buurttuin opzetten, is niet alleen goed voor het groen, maar ook voor de gezondheid en welzijn van de deelnemende buurtbewoners. Je beweegt meer en het is goed tegen de eenzaamheid. De schadelijke gevolgen van eenzaamheid zijn nog groter dan die van roken.’

Samenwerking met de eerste lijnszorg en de sociale wijkteams zouden vanzelfsprekend moeten zijn bij groene projecten, vindt Helmer. ‘Bijvoorbeeld door het realiseren van bomen of pergola’s in kwetsbare wijken waar bijvoorbeeld veel ouderen wonen. Het is namelijk belangrijk dat zij in de schaduw wat verkoeling kunnen krijgen tijdens de warme zomerdagen.’

Helmer neemt de deelnemers van de inspiratiebijeenkomst mee op een ‘wijksafari Hittestress’. Deze safari’s zijn deze zomer in verschillende gemeenten uitgevoerd om met bewoners de ‘hotspots’ in de wijk te vinden en oplossingen te bedenken om deze plekken koeler te maken. 

De benedenstad van Nijmegen is een ‘hete’ woonwijk waarbij steeds meer buurtparkjes en speeltuinen worden vergroot en vergroend. Ook gevelgroen is bij veel woningen in de smalle straatjes te zien. De speelplaats bij de Lutherseplaats is een goed voorbeeld van ‘groen meebewegen’. Helmer: ‘Dertig jaar geleden streden buurtbewoners al voor minder parkeerplaatsen en meer bomen bij de speeltuin. Sindsdien zijn er nog meer oude parkeerplaatsen aan de speeltuin toegevoegd. De bomen zijn inmiddels zo groot dat het echt een koele oase is geworden. Terwijl de kinderen hier spelen bespreken hun ouders in de schaduw van de bomen naar welke basisschool zij zullen gaan.’