Wat leest u af aan het coalitieakkoord?
‘In het coalitieakkoord staan weinig concrete punten uitgewerkt. Het roept bij mij nog geen wauw-factor op. Er gaan grote bedragen naar verduurzaming en energietransitie, maar er moet nog veel duidelijk worden over hoe dat in de praktijk uitpakt.
Je ziet aan de tekst in het akkoord dat we de energietransitie nog altijd veel te smal bekijken. Dan lees je over de reductie van CO2-tonnen. Of het isoleren van woningen. Maar een energietransitie vraagt ook om een visie op hoe je landbouw inricht en hoe we onze levensstijl verduurzamen. De komende vier jaar vraagt om het forceren van pijnlijke doorbraken. Tot nu toe hebben kabinetten altijd de kool én de geit willen sparen. Dat is gewoon niet realistisch meer. Tegelijkertijd moeten we de energietransitie niet alleen bespreken als een probleem en kostenpost, want de omslag biedt veel kansen om te innoveren.’
Wat adviseert u Rob Jetten, die straks de ministerpost voor Energie en Klimaat vult?
‘Ik had allereerst liever een echte vaktijger op de ministerspost gezien. Zoals je ziet op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het is natuurlijk belangrijk om politiek geharnast te zijn, maar voor de komende vier jaar hebben we iemand nodig die inhoudelijk enorm goed in de materie zit. Rob Jetten lijkt toch weer naar voren geschoven in een verdeling van posities onder de coalitiepartijen.
Nu hij de nieuwe minister voor Klimaat en Energie wordt, adviseer ik hem om burgers en bedrijven meer te betrekken bij de transitie. Maak het spannend, maak het leuk voor de burger. Verbeter in het bijzonder de informatievoorziening. Het is al aangetoond dat meer dan de helft van de Nederlanders graag bijdraagt aan de energietransitie, maar niet goed weet wat ze kunnen doen en hoe alles werkt. Geef iedereen het benodigde perspectief dat past bij het maken van harde keuzes. Doe dat ook bij het bedrijven. Sluit niet alleen landbouwbedrijven, maar laat zien hoe landbouw duurzamer en anders kan. Bijvoorbeeld door grondstoffen te telen die nodig zijn voor biobased economie, zoals hennep, vlas en lisdodde zodat de bouw daar duurzame huizen van kan gaan bouwen. Stimuleer de bouw om meer te gaan samenwerken zoals in de landbouw. Denk meer intersectoraal en werk om onze economie te vergroenen. Daar kan Nederland in Europa één van de koplopers in worden.
Zoek hierbij de samenwerking op met andere ministeries die in hun verantwoordelijkheden overlappen met de energietransitie. De transitie legt namelijk een grote claim op onze beschikbare ruimte in Nederland, daarvoor heb je samenwerking nodig met het ministerie van VRO. Ook dit thema vraagt om een integrale benadering.’
Wat moet de minister voor Klimaat en Energie met de grote vervuilers?
‘De komende kabinetsperiode moeten we als Nederland af van de vrijblijvendheid. Dat is al lang niet meer van deze tijd. Zeg tegen de grootste tien vervuilende bedrijven dat ze hoe dan ook moeten verduurzamen. Op eigen initiatief, anders dwingt de rechter hen er toe. Help bijvoorbeeld Tata Steel met het op gang brengen van groene waterstofproductie, maar stel daar harde eisen aan voor hun uitstoot van vervuilende stoffen. Dat vraagt wederom om een cultuuromslag, richting een schone revolutie.’
Wat zijn concrete keuzes die aansluiten op die cultuuromslag?
‘De capaciteit op energienetten moeten flink vergroot worden, wat vraagt om grote investeringen. Naar schatting kost dat honderd miljard voor de komende dertig jaar. Voor de periode tot 2030, één van de deadlines voor de energietransitie, betekent dat een investering van zo’n dertig miljard.
Voor de energievoorziening moeten we vol inzetten op zonne- en windenergie, maar ook alternatieven als geothermie en aquathermie. Nederland heeft nog zeker zes windparken op zee nodig die in de komende tien jaar, voor groene stroom en de opwekking van groene waterstof. Op land roepen die windparken teveel weerstand op, wat niet helpt voor het draagvlak van verduurzaming. Hetzelfde geldt voor zonneparken op land, daar moet je niet meer aan beginnen. Zonnepanelen moeten nu allereerst op de daken. Het percentage van daken dat nu voor energieopwekking wordt gebruikt ligt nog erg laag, tussen de tien en vijftien procent.
Alle kolencentrales moeten dicht, uiterlijk in 2024. Dat vraagt wel weer om meer gebruik van gascentrales. Die energiebron hebben we nog zeker tien jaar nodig als onderdeel van de transitie naar honderd procent duurzame energievoorziening. Nederland moet hiervoor langdurigere contracten voor buitenlandse gasafname afsluiten. Zoals andere landen nu al doen, maar Nederland dat nog verzuimt.’
En kernenergie?
‘Zelfs in het meest gunstige scenario is kernenergie geen logische keuze voor Nederland. We hebben er geen geschiedenis mee, het kost veel tijd om die ervaring op te bouwen en het is heel duur. Het duurt zeker tot 2035 voordat de eerste centrales er kunnen staan. En dan nog moet je het jarenlang subsidiëren om het te laten concurreren met zon- en windenergie. Die worden tegelijkertijd ook steeds goedkoper. Het totale aandeel in de energiemix zal nooit groter worden dan vijf tot tien procent. Het helpt dus niet om de klimaatdoelen van 2030 te realiseren, hooguit die in 2050 maar dan wel in mindere mate.
Wereldwijd is er wel een bescheiden rol voor kernenergie weggelegd. In Azië zou dat bijvoorbeeld wel kunnen, zoals China en India, of in Afrika. Maar binnen Europa is die discussie een heel ander verhaal, de lidstaten zijn enorm verdeeld over kernenergie. Duitsland stapt er juist vanaf, terwijl Frankrijk eerder wilt uitbreiden dan afbouwen. Specifiek Nederland, dat amper geschiedenis heeft met kernenergie, moet die overstap niet meer willen maken.’
Hoe kijkt u naar de introductie van de ‘groene taxonomie’-lijst waarop de Europese Unie gas- en kerncentrales wilt aanmerken als duurzame investeringen?
Ik vind de lijst een absurd idee en het resultaat van politieke koehandel. Frankrijk wilde graag kernenergie als ‘groen’ op die lijst, maar Duitsland was fel tegen. In ruil daarvoor mochten de Duitsers aardgas als ‘groen’ op die lijst zetten. Dit heeft niets met de groene realiteit te maken. Aardgas is een fossiele brandstof en kernenergie genereert kernafval en is in die zin ook niet duurzaam. Kortom: dit is een politiek compromis, maar dit maakt het alleen nog maar moeilijker om de klimaatdoelen van 2030 en die daarna te halen. Dat geldt voor zowel de Europese Unie als voor de hele wereld.