In een paper over de ethiek van kunstmatige intelligentie (AI) uit 2019 adviseert Peter-Paul Verbeek, professor Philosophy of Technology aan de Universiteit Twente, al om na de kabinetsformatie een minister van Digitalisering aan te stellen. Een met interdepartementale verantwoordelijkheid, aldus de professor. Het moet iemand zijn die met medebewindspersonen een digitaliseringsprogramma opzet in alle beleidsgebieden.
Deze minister zou verantwoordelijk zijn voor de uitvoering daarvan, maar ook voor het actief meewerken aan Europese en mondiale initiatieven voor het verantwoord ontwikkelen en implementeren van nieuwe digitale technologie. Die minister voor digitalisering komt er niet, wel komt er een staatssecretaris. Naar verwachting gaat Alexandra van Huffelen (D66) die taak vervullen.
Dat Van Huffelen die taak niet als minister oppakt, vindt Verbeek jammer: ‘Als staatsecretaris kan Van Huffelen niet aanschuiven in de ministerraad. Digitalisering treed op in alle dossiers en ministeries, van defensie tot aan het onderwijs. Maar ik ben wel blij dat er een bewindspersoon komt om dit thema op te pakken. Het is het dichts wat je bij mijn oproep kan komen.’ Met het nieuwe kabinet is nog nooit zo duidelijk aandacht voor digitalisering geweest als voorheen. In het coalitieakkoord schreef het aanstaande kabinet dat de huidige digitale revolutie geweldige kansen biedt voor onze samenleving en economie.
‘Die kansen gaan we benutten met uitstekende digitale vaardigheden, een sterke Europese digitale markt, hoogstaande digitale infrastructuur en ambitieuze samenwerking in technologische innovatie. Tegelijkertijd zorgt digitalisering voor een digitale kloof en groeiende ongelijkheid in onze samenleving’, schrijven de coalitiepartijen in het akkoord. ‘Ook onze veiligheid, rechtsstaat, democratie, mensen- en grondrechten en concurrentievermogen staan onder druk. Dat vraagt om solide spelregels, toezicht en strategische autonomie.’
Flinke portefeuille
Om die uitdaging succesvol aan te gaan, zal de staatssecretaris volgens Verbeek de samenwerking met alle departementen op poten moeten zetten om invloed uit te kunnen oefenen op beleid. ‘Aan de ene kant zal haar takenpakket bestaan uit het digitaliseren van de overheid zelf. Het vertrouwen van de burger groeit als dat binnen overheidslagen zelf ook goed op orde is.’ Als voorbeeld noemt Verbeek het ontstaan en de afwikkeling van de toeslagenaffaire, waar Van Huffelen in haar vorige functie als staatssecretaris Financiën medeverantwoordelijkheid voor had. Haar ervaring met de toeslagenproblematiek, specifiek de kwalijke omgang met algoritmen, speelt daarmee ook een rol in haar nieuwe werkzaamheden.
Minstens zo belangrijk is de digitalisering van de samenleving, waarin inclusiviteit, digitaal burgerschap en regulering goed geregeld worden. Nederland verdient een altijd verbonden samenleving, aldus Jan-Willem Wesselink, programmamanager van Future City Foundation. Hij feliciteerde Van Huffelen vandaag met ‘de mooiste post van het hele kabinet’ en hoopt dat de staatssecretaris zich vooral op de kansen van technologie richt.
‘In die altijd verbonden samenleving zetten we digitalisering en technologisering in om de grote opgaven waar Europa en Nederland voor staan, aan te pakken. De energietransitie, de gevolgen van de groeiende verstedelijking en de mobiliteitsdruk in steden en de circulaire economie. En dat iedere Nederlander zelfstandig op een gezonde manier in de gewenste thuisomgeving kan wonen en leven’, zegt Wesselink.
Wesselink en Verbeek zien voor Nederland een koploperspositie weggelegd om Europees en internationaal te laten zien hoe goed beleid en regulering een antwoord bieden aan bedreigingen die digitalisering en technologisering met zich meebrengen. ‘Niet vanuit angst denken, maar vanuit kracht’, luidt het advies van Wesselink aan Van Huffelen. Volgens Verbeek loopt Nederland al decennia voorop in het ontwikkelen van ethiek en vormgeving van technologie. ‘De staatssecretaris heeft er baat bij om te blijven zoeken naar nieuwe modellen om technologie mee te reguleren. Als dat haar lukt, blijven we internationaal sterk in innovatie.’
Integraal aan de slag
Het succes van de nieuwe functie van de staatsecretaris Digitalisering zal volgens de deskundigen afhangen van hoe goed Van Huffelen erin slaagt om integraal met alle ministeries een digitaliseringsagenda op te stellen. Wesselink: ‘Om tot ruimtelijk beleid (en een nieuwe Nationale Omgevingsvisie) te komen waaruit slimme en leefbare stadsdelen voortkomen, moet ze samenwerken met minister De Jonge van VRO. Met minister Mark Harbers van IenW kan ze het hebben over smart mobility. En door samenwerking met Dilan Yesilgoz, minister van Justitie en Veiligheid en Franc Weerwind, minister van Rechtsbescherming, kan ze in al haar plannen de democratische waarden borgen.’
Extra aandacht moet volgens Verbeek uitgaan naar het versterken van de toegang tot en kennis over technologie en digitalisering voor de burger. Ouderen en digibeten vragen om zorg zodat ook zij kunnen profiteren van de in rap tempo digitaler wordende maatschappij. ‘Door inzicht te krijgen in de werking van technologie in de praktijk, kunnen Nederlanders digitaal burgerschap ontwikkelen. Dat is belangrijk om te kunnen participeren. Voor de staatssecretaris ligt daarin een kans in de coördinatie met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat gaat over digitalisering in het primair- en hoger onderwijs.’
Al met al is de portefeuille van Van Huffelen volgens Wesselink en Verbeek van behoorlijke omvang. Wel zijn beide deskundigen al voorzichtig positief over het aanstellen van een staatssecretaris voor Digitalisering. ‘Als we die kansen benutten en de best verbonden samenleving van de wereld worden, dan leidt dit vanzelf tot economische welvaart. Zoals we dat ook in andere markten deden’, zegt Wesselink, ‘We hebben de topuniversiteiten en -hogescholen al, de bedrijven die voorop lopen en lokale overheden die openstaan voor verandering en graag willen samenwerken.’