Door Wendy Venhorst. Dit dubbelartikel verscheen eerder in vakblad Groen, editie 10. Klik hier voor meer informatie.
Flip van As, coördinator van het platform Ruimte voor Lopen
‘De mens moet meer centraal komen te staan’
Als ambtenaar van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) besteedt Filip van As de helft van zijn tijd aan het coördineren van het platform Ruimte voor Lopen. Daarnaast is hij “voetganger-ambtenaar”. Hij verbaast zich er al jaren over dat er zo weinig aandacht is voor de voetganger, en is dan ook verheugd dat er in december 2020 een City Deal Ruimte voor Lopen is gestart. ‘Een belangrijke impuls; het helpt ons om het voetgangersbeleid concreet handen en voeten te geven.’
Wat houdt het platform Ruimte voor Lopen in?
‘Het is een platform waar organisaties en professionals zich inzetten voor meer ruimte voor lopen, onder andere door kennisuitwisseling en samenwerking. Het platform is in oktober 2019 opgericht, op initiatief van het ministerie van I&W, Wandelnet en kennisplatform CROW. Alle aangesloten partners zijn zelf actief aan zet. Het platform is van, voor en door de partners.’
Wie zijn er aangesloten bij het platform?
‘Het platform verbindt inmiddels ruim vijftig overheden, kennis- en onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Het mooie is dat deze partijen heel verschillend zijn, van gemeenten en ministeries tot Staatsbosbeheer, Sociaal Werk Nederland en de ANWB. Daardoor ontstaan er interessante kruisbestuivingen. Naast de netwerkfunctie worden er projecten opgezet, wordt er veel informatie gedeeld en enthousiasmeren partijen elkaar.’
Wat willen jullie met het platform bereiken?
‘Dat lopen hoog op de agenda komt te staan. Door ervoor te zorgen dat lopen vanzelfsprekend onderdeel is van beleid, ontwerp en beheer. Maar ook door te zorgen voor een aantrekkelijke omgeving die uitnodigt om veilig te lopen. Bovendien willen we dat lopen een positief imago heeft en wordt gestimuleerd. Lopen is altijd een blinde vlek geweest als het gaat om beleidsvorming in de openbare ruimte. Vaak zijn de voorzieningen voor wandelaars slecht en staat de stoep vol obstakels. Blijkbaar is er niemand die echt nadenkt over de behoeften van de voetganger. Waarom lopen mensen ergens wel of niet? Hoe zit het met de veiligheid? Als je wil dat mensen meer gaan lopen, moet je dat soort dingen beter onderzoeken.’
Waarom maken jullie je zo hard voor lopen?
‘Lopen levert een positieve bijdrage aan verschillende maatschappelijke problemen. Het is gezond voor lichaam en geest, het vergroot de binding met de omgeving en mensen ontmoeten elkaar makkelijker, waardoor ze minder snel vereenzamen. Bovendien maakt het ons bewust van het belang van groen en rust in de stad. En meer groen in de stad betekent ook dat de biodiversiteit toeneemt en dat de gevolgen van de klimaatverandering – extreme hitte, droogte en regenval – beter kunnen worden opgevangen. Belangrijk daarbij is dat de mens centraal komt te staan. Jong of oud, met of zonder beperkingen.’
Wat is er tot nu toe concreet bereikt?
‘We hebben een strategische agenda opgesteld voor de komende 4 jaar. In totaal 27 opgaven, onderverdeeld in de hoofdthema’s kennis, beleid en samenwerking. We zijn onder andere bezig om meer data te verzamelen over lopen. Afgelopen jaar hebben we in beeld gebracht wat mensen acceptabele loopafstanden vinden. Daaruit blijkt dat mensen wel bereid zijn om een kwartier naar een station te lopen, maar niet naar een bushalte. Dat is interessante informatie die het inzicht vergroot en gemeenten helpt om beleid te maken.’
Hoe belangrijk is de City Deal Ruimte voor Lopen?
‘Heel belangrijk! De City Deal maakt onderdeel uit van het platform en bindt gemeenten, rijksoverheid en maatschappelijke partijen om steden de komende 4 jaar “loopvriendelijker” te maken. De deelnemers zetten zich in om de voorwaarden voor de “ideale voetgangersstad” te creëren. Daarnaast worden ervaringen uitgewisseld en wordt geëxperimenteerd met verschillende manieren van integraal werken, om lopen concreet vorm te geven. Ook worden groepen mensen gestimuleerd om meer te lopen. Daarmee is de City Deal een belangrijke impuls; het helpt ons om het voetgangersbeleid concreet handen en voeten te geven.’
Jullie reiken sinds vorig jaar ook een LoopAward uit?
‘Klopt. De LoopAward wordt uitgereikt aan twee Nederlandse initiatieven die bijdragen aan meer ruimte voor lopen: in het hoofd, in beleid en buiten. Het Singelpark in Leiden won vorig jaar een LoopAward. In dit park zijn bruggen aangelegd waardoor een wandelroute van 6 kilometer is ontstaan en je een rondje Leiden kunt maken. Een mooi voorbeeld van hoe je iets nieuws creëert door losse schakels aan elkaar te koppelen. Een kwaliteitsslag voor mens én dier.’
Wat is de invloed van de coronacrisis op het wandelen?
‘De coronacrisis heeft veel in beweging gebracht. Mensen zijn meer gaan lopen, met name in de begintijd. Daarmee zijn ook de knelpunten zichtbaarder geworden: je kunt niet overal even prettig en veilig wandelen. Daarnaast hebben de beperkte beschikbaarheid van natuurgebieden en de overvolle parken ons doen inzien dat we meer ruimte moeten creëren voor lopen.’
Verbaast het u dat er zo weinig aandacht is voor lopen?
‘Zeker. Er is in de openbare ruimte veel meer aandacht voor fietsers en automobilisten. Ik denk wel eens: hoe is het mogelijk dat voetgangers al die jaren zo onderbelicht zijn geweest. Gelukkig zijn er langzaam verbeteringen zichtbaar. Steeds meer steden hebben een “voetganger-ambtenaar” en ook met het platform hebben we ongelooflijk veel in beweging gebracht. Tegelijkertijd zie ik ook de maatschappelijke uitdagingen. Er moeten dus zeker nog wel drempels worden genomen, letterlijk en figuurlijk.’
Harry Boeschoten, programmadirecteur Groene Metropool
‘Ons doel is stad en buitengebied tot één groen netwerk te verbinden’
De Groene Metropool is een van de programma’s waar Staatsbosbeheer zich naast zijn kerntaken – beschermen, beleven en benutten – op richt. Harry Boeschoten werkt al meer dan 25 jaar bij Staatsbosbeheer, de laatste jaren onder meer als programmadirecteur van de Groene Metropool. Een functie die hem op het lijf is geschreven. ‘Ik ben verrast over het enthousiasme waarmee andere partijen ons gedachtegoed oppakken.’
Waar staat de Groene Metropool voor?
‘Staatsbosbeheer wil dat groen vanzelfsprekend deel uitmaakt van onze, stedelijke, leefomgeving. Wij streven naar een groen netwerk vanaf de voordeur tot het buitengebied. Een groene en gezonde omgeving waar mensen graag wonen, werken en recreëren. Maar ook een omgeving die prettig is voor de natuur. Een netwerk voor mens, plant en dier.’
Hoe is het gesteld met groen in de stad?
‘De natuur in de stad is de afgelopen 15 jaar achteruitgegaan. Dat heeft deels te maken met inrichting en beheer. Vaak liggen de bebouwing en natuur ver van elkaar, waardoor mensen en vooral kinderen veel minder in aanraking komen met de natuur. Dat is zorgelijk. Ons doel is om de stad en het buitengebied tot één groen netwerk te verbinden, zodat de groenstructuur verweven raakt met het stedelijke gebied.’
Hoe belangrijk is de invloed van corona in dit verhaal?
‘De coronacrisis is voor ons programma een steun in de rug geweest. Veel mensen hebben de directe omgeving ontdekt of herontdekt, terwijl ze er al jaren wonen. Ook in de natuurgebieden waren er veel meer en deels ook andere bezoekers. Wat ik verder mooi vind, is dat de ministeries van Volksgezondheid en LNV naar aanleiding van de coronacrisis bezig zijn om het programma “Gezonde groene leefomgeving” op te zetten. Dat sluit naadloos aan bij ons programma en daar zijn we heel blij mee. Wij kunnen wel van alles willen, maar als de rijksoverheid dingen wil, gaat alles makkelijker.’
Hoe zorg je dat je veilig van het centrum naar het buitengebied kunt wandelen?
‘Belangrijk is om samen met de burgers te analyseren waar obstakels zijn en waar kansen liggen. Zo kunnen landschapsbruggen of onderdoorgangen een oplossing zijn om drukke wegen te omzeilen. Maar ook groene routes vergroten de kwaliteit van stedelijk gebied. De biodiversiteit neemt toe, waardoor de mogelijkheden om de natuurwaarden te beleven toenemen. Ook kun je beter inspelen op de klimaatverandering; denk aan verkoeling en de opvang van water.
Bovendien kent een stad veel verschillende gebruikers die ook verschillende eisen stellen aan de inrichting. Ouderen willen bijvoorbeeld voldoende bankjes, terwijl hardlopers genoeg ruimte op de paden willen. Maar ook dieren stellen “eisen” aan hun leefomgeving. Daarom is het belangrijk om een totaalpakket aan eisen te maken, die voor zowel mens als dier logisch en praktisch is.’
Zijn er mooie resultaten behaald in de afgelopen jaren?
‘Jazeker, we zijn bij diverse projecten betrokken geweest. In Almere zijn we bijvoorbeeld met bestuur en bewoners in gesprek hoe we een bosgebied beter kunnen verbinden met de opkomende stad. En in Dordrecht is een aantal parken aan elkaar gekoppeld, die vervolgens ook op de Biesbosch aansluiten. Daarnaast zijn we met verschillende bouwers en ontwikkelaars in gesprek die de Groene Metropool onderdeel willen maken van hun bedrijfsfilosofie. Niet alleen op papier, maar ook in de uitvoering. Zo wil de gemeente Purmerend samen met een ontwikkelaar en Staatsbosbeheer bestaand en nieuw bos integreren in de nieuwbouwplannen. Er is veel weerstand tegen bouwen buiten de stad. Maar als je zo bouwt dat er tegelijkertijd nieuwe natuur bijkomt, wordt het ineens een stuk acceptabeler.’
Wat is jullie relatie met Steenbreek?
‘Wij zijn partner en zitten in het algemeen bestuur van Stichting Steenbreek. We houden elkaar dus goed op de hoogte. Steenbreek is een interessante partner die dezelfde thematiek op een andere manier aansnijdt. Ze hebben ook prachtige projecten, zoals het NK Tegelwippen. Inmiddels heeft Steenbreek een geweldig bereik, maar dat kan nog steeds groeien. Als gemeente ben je eigenlijk aan je stand verplicht om mee te doen en actief projecten te ontwikkelen.’
Bent u tevreden met waar jullie nu staan?
‘Je wil altijd dat dingen sneller gaan, maar ik ben wel verrast over het enthousiasme waarmee andere partijen ons gedachtegoed oppakken. Met name in de wereld van bouwers en ontwikkelaars. Dat wil niet zeggen dat iedereen groen denkt, maar je merkt wel dat we in een tijd leven waarin duurzaamheid en groen dicht bij huis hoog op de agenda staan.’
Wat hoopt u uiteindelijk te bereiken?
‘Mijn ideaalbeeld is dat het groene netwerk als onderlegger dient bij de ruimtelijke indeling. Dus eerst beginnen met groen en dan pas kijken naar de andere plannen. Verder hoop ik dat met name gemeenten het belang van een groene ruimte dichtbij gaan inzien. Als mensen op een prettige manier de stad in en uit kunnen, doe je prachtig werk!’