Dit artikel verscheen eerder in vakblad BT. Klik hier voor meer informatie.
Ondernemend Assen is een fusieorganisatie van verschillende parkmanagementorganisaties en telt circa 450 leden. De organisatie treedt ook naar buiten als belangenvereniging. Naast het daadwerkelijke parkmanagent en de organisatie van inhoudelijke programma’s, organiseerde Ondernemend Assen sociale netwerkevents voor de aangesloten ondernemers zoals een jaarlijkse barbecue. “Door corona lag dat opeens stil en waren onze agenda’s leeg. Aanvankelijk dachten we dat waait wel over na de zomer starten we weer. Maar niets bleek minder waar”, memoreert Ondernemend Assen-voorzitter Kor IJszenga. “Dat betekent dat we voor een deel onze activiteiten moeten skippen. Maar we wilden wel goede dingen doen voor onze leden.
Op het verlanglijstje stond nog om na te denken over hoe we onze bedrijventerreinen toekomstbestendig kunnen maken. VNO-NCW Noord was daar ook mee bezig en de provincie Drenthe ook. Vanaf dag één was het voornemen om er een project van en voor ondernemers van te maken. Het mocht absoluut geen beleidsstuk worden. We wilden zelf ook de regie voeren en niet belast worden met allerlei prioriteiten die door anderen belangrijk worden gevonden. Het ging ons erom de ondernemers te vragen wat zij belangrijk vinden.”
De ondernemersvereniging schakelde ingenieursbureau Tauw in voor de klus. Dat peilde allereerst via een enquête hoe er binnen bovengenoemde drie bedrijvenkringen en een kring van ondernemers die niet gevestigd zijn op een bedrijventerrein over twaalf thema’s wordt gedacht. Zo is er een prioritering ontstaan op thema’s en gedachten die ondernemers het belangrijkst vinden en dat resulteerde uiteindelijk in de masterplannen die IJszenga eind september aan wethouder Mirjam Pauwels overhandigde. De prioritering resulteerde in de masterplannen in een ‘ambitieweb’ per gebied.
Ingenieursbureau Tauw hanteerde bij het raadplegen van de ondernemers een twaalftal thema’s. In dit ambitieweb zijn de prioriteiten weergegeven van ondernemers van de kring Noord, die gevestigd zijn op bedrijventerreinen Peelerpark en Messcherveld. Bron: Ondernemend Assen
Voor de bedrijvenkring Noord, dat feitelijk om twee bedrijventerreinen Peelerpark en Messchenveld, ingesloten tussen de A28 en het Noord-Willemskanaal, liggen de prioriteiten primair op het vestigingsklimaat en energie. Een ‘bovengemiddelde’ aandacht is er voor de onderwerpen ‘materialen’, ‘bodem’, ‘water- en klimaatadaptatie’ een ‘ruimtelijke kwaliteit. De ondernemers op het centraal gelegen Stadsbedrijvenpark ten noorden van het Station, leggen de prioriteit eveneens bij energie, en daarnaast bij ruimtelijke kwaliteit en welzijn/leefomgeving. De ondernemers in het gebied Zuid/West, dat bestaat uit meerdere bedrijventerreinen aan de zuid- en westkant van de stad Assen, zetten net als de ondernemers van de bedrijvenkring Noord vestigingsklimaat en energie voorop.
Bestemmingsverruiming
Dat vestigingsklimaat staat niet alleen hoog op de agenda van de ondernemers, maar is ook een thema dat aandacht heeft van de gemeente. Zo staat in de recente Omgevingsvisie het versterken van de aantrekkingskracht van Assen centraal.
Wat de ondernemers van de bedrijvenkring Noord zorgen baart, is de leegstand en de vele lege kavels, blijkt bij lezing van het masterplan. “In het verleden zijn er wel gegadigden geweest om zich te vestigen op één van de kavels, maar dit is vaak geen realiteit. Mogelijk heeft dit te maken met de hoge grondprijs, de regels van de gemeente en de aantrekkingskracht van de stad Groningen. Daarnaast zijn er voornamelijk grote percelen beschikbaar en zijn kleine percelen veelal bezet”.
In het masterplan schrijft de bedrijvenkring mogelijkheden te zien het vestigingsklimaat (van twee genoemde bedrijventerreinen) te verbeteren door onder meer het verruimen van de bestemming, nu nog voornamelijk kantoren. “Dit lijkt, zeker met de pandemie, achterhaald”, aldus het masterplan. Ook wordt in het masterplan geconstateerd dat er een afname is van de vraag naar (grote) bedrijfspanden en toename in de vraag naar woningen, en wordt de mogelijkheid geopperd om in de uithoeken van de bedrijventerreinen over de gaan naar een woon-werkgebied, zodat kleine ondernemingen zich gemakkelijker kunnen vestigen.
“Er liggen mooie kavels aan de rand van het terrein waarvan de verkoop niet zo vlot”, zegt IJszenga. “Deels zou dit komen doordat de kavels relatief groot zijn. De ondernemers hebben geopperd om de kavels op te splitsen in behapbare kavels.” Hij legt de wens om tot een mix van wonen en werken te komen uit aan de hand van de historie van het bedrijvengebied, waar veel ondernemers een plek vonden die vroeger vanuit hun garage werkten, en daar naast hun bedrijf wonen. Het gaat volgens hem om werkplaatsen met opslag, cateringbedrijven, een zwemschool, een bedrijf actief in wellness, maar ook dienstverlenende bedrijven met personeel aan huis of bedrijven met een dienstwoning. Het is voornamelijk ‘schone’ bedrijvigheid.
"Vroeger werkten ondernemers vanuit hun garage, en woonden ze ernaast"
Stadsbedrijvenpark
De uitdagingen op het Stadsbedrijvenpark is heel anders. Daar staan meer verouderde panden, die een upgrade nodig hebben in verband met de energietransitie, alleen al vanwege de verplichting per 1 januari 2023 voor kantoorgebouwen om minimaal energielabel C te hebben. “Daar leven vragen als: hoe kun je gezamenlijk oplossingen vinden voor bijvoorbeeld isolatie? Er is veel behoefte aan informatie op maat. De informatie die er is, is vaak vrij algemeen.”
Ook op de bedrijventerreinen in het gebied Zuid/West, die qua karakter veel weg hebben van het Stadsbedrijvenpark maar meer versnipperd eigendom kennen, leeft die vraag ook. “Er staan daar relatief veel kantoorpanden uit de jaren ’80. Ondernemers weten niet waar ze moeten beginnen om hun panden te verduurzamen.”
Op de vraag of er veel animo bij ondernemers om met de enquête mee te doen, antwoordt IJszenga dat ondanks de uitgebreidheid van de vragenlijst – invullen vergde ongeveer een half uur tijd – circa 20 procent van de 450 leden de enquête invulde. “In werksessies op uitnodiging zijn de antwoorden verder uitgediept.”
De masterplannen zijn een start, benadrukt IJszenga. “Voor genoemde acties is nog een concrete vertaalslag nodig.” Een projectmanager van de ondernemersvereniging gaat daar binnenkort mee aan de slag.
Acties die zoal in het masterplan voor bedrijvenkring Noord genoemd worden zijn kennisdeling- en voorlichting rond circulair materiaalgebruik en klimaatverandering, het gebruik van grijs water voor sanitair en/of productieprocessen, afkoppelen van regenwater, maar ook het plaatselijk verhogen van de maaifrequentie, zodat ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit samen kunnen gaan. Er worden nu al concrete bijeenkomsten georganiseerd, zoals een informatiemarkt over de energietransitie waarbij onder meer aanbieders uit de bedrijvenkring oplossingen aanrijken.
Planhorizon
De planhorizon in de masterplannen ligt vooralsnog op vijf tot tien jaar, en dat wekt de indruk dat er vooral wordt gekeken naar de quick wins. IJszenga benadrukt dat veel ondernemers bezig zijn met de dag van vandaag. Maar dat er ook een lid is dat een holistische kijk heeft op bedrijfspanden en de vraag stelt of je wel genoegen moet nemen met label C maar meteen een stap moet zetten naar volledig onafhankelijkheid van het gas. Volgens de voorzitter van Ondernemend Assen komt ook die lange termijn-vraag in de uitwerking van de plannen zeker aan de orde, maar ben je dan veel meer aangewezen op collectieve oplossingen op de schaal van het hele bedrijventerrein. De kracht van de ondernemersgerichte aanpak is volgens hem dat deze start op een laag schaalniveau.
“Daar ontstaat echte betrokkenheid. Als je een groepje ondernemers bij elkaar uitnodigt in de straat, dan is er meer onderlinge verbondenheid aan de voorkant. Als je generiek beleid over de stad uitrolt zoals het project ‘zon op dak’, dan zie je dat dit niet zo snel aanslaat. Ondernemers willen wel, maar willen ook ontzorgd worden.” Wethouder Pauwels prijst het initiatief van de ondernemersvereniging, dat echt van onderop is gekomen, en volgens haar de verbinding kan leggen tussen beleid en het praktische niveau van de ondernemers. Ze merkt wel op dat niet alle aangevoerde plannen en oplossingen uitvoerbaar zijn. Zo suggereerde één ondernemer op het Stadsbedrijvenpark volgens om een groot hek om het bedrijventerrein te zetten met één ingang en een camera die registreert wie er in en uit gaat. “Dat gaat ons wat ver”.
“Ondernemers willen wel, maar willen ook ontzorgd worden.”
Financieel
Over de vraag hoeveel geld de acties gaat kosten en wie het gaat betalen antwoordt, de voorzitter van Ondernemend Assen dat de gemeente aan zet is als het om investeringen in openbaar groen en infrastructuur gaat. “Wij sluiten zoveel mogelijk aan bij de economische agenda van de gemeente. Als de gemeente al bepaalde plannen heeft met bedrijventerreinen dan hopen we dat de gemeenten die plannen naar voren trekt. In een ander geval wachten we totdat het in de agenda van de gemeente past.” Rond een onderwerp als maaibeleid onderkent IJszenga dat de gemeente vanwege bezuinigingen maar budget heeft voor twee rondes. “Als dat vijf rondjes moeten zijn dan betalen we het zelf.” De kas van Ondernemend Assen wordt gevoed vanuit het ondernemersfonds, waar bedrijven via en opslag op de OZB verplicht aan afdragen.
Van grote ingrepen zoals herstructurering is vooralsnog geen sprake. “Maar als we daar tegenaan lopen dan zullen we kijken naar fondsen die daarvoor beschikbaar zijn. We hebben goed contact met zowel de provincie als met de gemeente.”
Ruimtelijk-economische visie
De masterplannen komen op een moment dat de gemeente nog bezig is met de ruimtelijk-economische visie. “Onze adviseur heeft nadrukkelijk opgedragen gekregen deze visie kort te sluiten met de inhoud van de masterplannen”, zegt wethouder Pauwels.
Wat betreft de zorgen rond het Asser vestigingsklimaat, zegt ze dat de kwaliteit waar Assen voor staat beter vermarkt moet worden. “Daar zijn we ook echt mee bezig. Wonen zijn we volop aan het uitleggen in Kloosterveen, en we zijn bezig met de binnenstadvisie. Ik denk dat Assen unieke kwaliteiten heeft maar de ondernemers in het bedrijvengebied Noord zien leegstand op die grote kavels. Dat baart ze zorgen. In de ruimtelijk-economische visie zullen we daar aandacht aan besteden, eventueel door bestemmingsverruiming of het opsplitsen van kavels. Maar in Assen-Zuid zien we ook dat die grote kavels juist ontzettend goed kunnen lopen”, zegt ze.
Zo wijst Pauwels erop dat M&G Group, marktleider op het gebied van de ontwikkeling en fabricage van oplossingen voor rookgasafvoer en ventilatie, onlangs voor Assen-Zuid heeft gekozen voor realisatie van een nieuw duurzaam bedrijfsgebouw met een investeringsvolume van 30 miljoen euro en daarnaast investeert in machines en apparatuur. Als mogelijke locaties voor het samenvoegen van de locaties in Groningen en Assen keek M&G Group naar Oost-Europa en Nederland. Dankzij een bestuurlijke lobby een subsidie van de provincie Drenthe van 1,25 miljoen euro konden het bedrijf en 450 directe banen voor de regio behouden blijven, aldus een persbericht van de gemeente Assen.