De voortgaande verzilting van Zeeland, veroorzaakt door de zout gehouden wateren, noopt de provincie om voor de zoetwatervoorziening met tal van (nood)maatregelen te komen middels het Zeeuws Deltaplan Zoet Water (ZDZW). En zeer kostbare maatregel daarbij is een externe zoetwateraanvoer via pijpleidingen.
Zolang de Zeeuwse wateren zout gehouden worden en de kwaliteit van het milieu achteruit blijft gaan, zullen er initiatieven genomen worden om met het binnenhalen van getijden de problemen op te lossen. Het miljoenenproject om bij de Flakkeese Spuisluis een testcentrum voor getijdenenergie te plaatsen is volledig mislukt. Het vervolg op dit experiment is een grote doorlaat in de noordelijke Brouwersdam met een getijdencentrale. De geplande opening zorgt niet voor de beoogde menging van het water en de centrale is onrendabel. Dit project ‘Getij Grevelingen’ gaat over honderden miljoenen en kan beter achterwege blijven.
Nu de Flakkeese Spuisluis weer zout water mag lozen vanuit de Oosterschelde naar de Grevelingen, wil men hiermee het zuurstofgehalte in de zoute Grevelingen verhogen, maar het zal nog jaren duren voor de beperkte menging een merkbaar resultaat oplevert. Door voor de al aanwezige Brouwerssluis in de zuidelijke Brouwersdam een dichtheidsscherm, met een opening laag bij de bodem, te plaatsen dat gelijktijdig de zware zuurstofloze onderlaag naar zee hevelt, is dit vollediger en veel sneller te realiseren. Dit zou voorlopig kunnen, maar is met de huidige zoetwatertekorten zout houden wel de juiste oplossing?
Door menselijk handelen daalde de bodem en konden stormen en watersnoodrampen het land aantasten. Zo ontstonden de zeegaten en Zeeland: Luctor et emergo. Nu we klimaatverandering en zeespiegelstijging veroorzaken, gaan we ook daarvan de gevolgen ondervinden. Getijdenwateren stijgen met de zeespiegel mee en verhogen zowel het overstromingsgevaar als de zoute kweldruk. In plaats van terug te keren naar hoe het was, moeten we vooruit naar klimaatbestendigheid.
De enige constante is verandering
Openstelling van het Haringvliet en een opening naar de Grevelingen om de zee binnen te laten zijn stappen terug in de tijd. In deze wateren gaat het al lang niet meer over getijdennatuur. Plannen gebaseerd op nostalgie, zoals behoud en herstel, vergroten nu eenmaal de kwetsbaarheid van Zeeland. De enige constante factor is verandering. De natuur past zich al gedurende millennia aan bij de gevolgen van het menselijk handelen en doet dat vervolgens ook bij klimaatverandering en zeespiegelstijging.
Voor leefbaarheid en natuur
Alle landschappen in Nederland zijn cultuurgebieden en daarin zijn cultuur en natuur onlosmakelijk met elkaar verweven met water als verbindend element. Ongerept ogende gebieden als wadden en zeegaten blijken bij nadere beschouwing mariene cultuurschappen.
Een eenzijdige benadering enkel toegespitst op natuurwaarden is risicovol. We kunnen en mogen zee en zout niet binnenhalen als we hiermee de kwetsbare kustlijn verlengen, de verzilting bevorderen en de noodbergingscapaciteit verkleinen. Waarom zou het zeewater landinwaarts tegen de Grevelingendam en de Oesterdam moeten klotsen?
Bij zeespiegelstijging worden een gesloten kustlijn en extra zoetwatervoorraden alleen maar belangrijker voor de leefbaarheid. Johan van Veen voorzag het Deltaplan al van zoete Zeeuwse meren. Door de Deltadienst is vervolgens onderzocht en uitgewerkt hoe de Grevelingen op de meest milieuvriendelijk wijze kan verzoeten en dat blijkt verdringing van het zout te zijn met behulp van eenzelfde dichtheidsscherm voor de Brouwerssluis. De Flakkeese Spuisluis wordt bij verzoeting weer gesloten en er komt een inlaat voor zoet water vanuit het Volkerak. Nu de laatste jaren door nijpende zoetwatertekorten het belang van vasthouden van zoet water wordt benadrukt, groeit de behoefte aan een zuidwestelijke zoetwatervoorraad.
Meeliften met klimaatmaatregelen
Waterveiligheid en zoetwatervoorziening zijn niet alleen de hoofddoelen van de Zuiderzeewerken en de Deltawerken, maar ook van het Deltaprogramma, dat voor de zware taak staat om de gevolgen van klimaatverandering en zeespiegelstijging te trotseren.
Meebewegen met de maatregelen voor klimaatbestendigheid betekent voor de natuurbeweging het deels herzien van vele in het verleden bevochten verworvenheden, zoals de natuurwetgeving, statussen en instandhoudingsdoelen, om ruimte te geven aan een natuur- en milieubeleid dat open staat voor transformatie en herbestemming.
Samenwerken met natuurlijke processen
We kunnen natuurlijke processen niet nog langer blijven tegenwerken door het afgraven van land, met baggeren, het doorsteken van dijken en het eindeloos suppleren van zand.
Willen we niet al polderend onder water geraken, dan is een krachtige sturing nodig om het Zeeland van de toekomst vorm te geven. Dit laatste geldt niet alleen voor natuurinstanties, maar ook voor de politiek en het Deltaprogramma. Alle hens aan dek voor mens en natuur. Laten we hopen dat de Staten van Zeeland een keuze maken waarmee ze voorkomen dat het provinciale zoetwaterbeleid in een achterhoedegevecht terecht komt.
Door Wil Borm (Adviesgroep Borm & Huijgens) en Dick Butijn (De Haakse Zeedijk)