Reizigers leunen op betrouwbare mobiliteitsmiddelen. Reisbewegingen en aansluitingen worden in de breedste zin geacht voorspelbaar te zijn. De mobiliteitshub, een concept dat al jarenlang in de lucht hangt als tegenhanger van autobezit, moet dan ook aan beide voorwaarden voldoen. Voor alle functionaliteiten in zo’n hub is volgens WeCity, service integrator van smart city oplossingen in de openbare ruimte, een regisseur nodig om de beste mix en beschikbaarheid van deelopties en laadinfrastructuur te coördineren. Zo moeten gebruikers van deelauto’s kunnen zien of hun auto voldoende is opgeladen en of zij na hun rit de auto weer in dezelfde hub kunnen neerzetten. Ook extra diensten als kluisjes, pakketbezorging en horecagelegenheden moeten worden afgestemd op de behoefte van reizigers.
‘Als je de mobiliteitshub even als gegeven neemt, dan zit je nog altijd met de vraag: hoe operationaliseer je zo’n hub?’, legt Annemarie Boereboom van WeCity uit. Volgens de CCO vraagt naadloos overstappen om een groot aantal digitale verbindingen. ‘Reizigers hebben allemaal eigen behoeften. En je wilt graag kunnen voorspellen wat ze nodig hebben op welk moment. Daarvoor moeten aanbieders in contact staan met laadinfrastructuur en een koffiezaakje moet kunnen zien wanneer een haastige reiziger langskomt om iets te drinken op te halen.’ Al die systemen moeten via open data met elkaar communiceren, waarna een centraal digitaal systeem overzicht houdt op de capaciteit, vraag en aanbod van een mobiliteitshub.
Het delen van data, dat inzichten oplevert over het gedrag van reizigers en de optimale manier van dienstverlening, levert dus voor zowel reiziger als aanbieder kansen op. Door kennis en data over de dienstverlening te combineren en in de back-end, de onzichtbare processen aan de achterkant van een digitaal systeem, te zien waar een hub beter kan presteren en wat deze mist, bespaar je veel geld en zijn je investeringen zekerder’, aldus Boereboom. Voor overheden betekent het digitale component vooral dat zij zien hoe mobiliteitshubs als geheel functioneren. Een ‘digitale regisseur’ moet hen integraal overzicht bieden en een sein geven als diensten in zo’n hub niet naar behoren aansluiten.
Geen heilige graal
Een digitale regisseur is technisch absoluut mogelijk, zegt Paul van de Coevering, Lector Urban Mobility Planning aan Breda University of Applied Sciences, en innovatief wanneer zij niet alleen mobiliteit adopteert, maar ook andere functionaliteiten die deelvervoer en de reiservaring ondersteunen. De grootste uitdaging ligt volgens hem echter in de governance en de businesscase achter mobiliteitshubs. ‘Het ontsluiten van mobiliteit via een applicatie of integraal systeem is mogelijk, dat wordt namelijk al gedaan met MaaS-applicaties, maar met de huidige patronen en gedragingen van reizigers maakt alleen nog een selecte groep gebruik van deelmobiliteit.’ Die maken vaak al gebruik van openbaar vervoer en andere duurzamere opties, aldus Van de Coevering.
‘Om de notoire autogebruiker naar de mobiliteitshub te trekken, zijn flankerende maatregelennodig om autogebruik te ontmoedigen,’ zegt de Lector. De reiziger reageert sterk op goedkopere en betere dienstverlening. En deelmobiliteit weegt voor veel autobezitters nog niet op tegen het gemak van autorijden. ‘Alle functies in een hub aan een digitale parkmanager koppelen is interessant. Maar als het mobiliteitsaanbod geen volwaardig alternatief voor de reiziger is, dan is het geen oplossing.’ Een digitale parkmanager is dan ook niet het hele verhaal en zeker geen heilige graal, aldus de Lector.
Boereboom van WeCity erkent dat een digitaal systeem geen totaaloplossing is voor het stimuleren van deelvervoer, maar legt uit dat het ook niet de focus is van dergelijke systemen. ‘Met als gegeven dat veel reizigers nog met de auto gaan, hopen we alsnog dat bij de realisatie van mobiliteitshubs aan de digitale laag wordt gedacht. Zo kan je het functioneren van deelmobiliteit en hubs als geheel beter in de gaten houden.’ Volgens Boereboom staan veel gemeenten er niet bij stil dat een digitaal systeem vaak een missend onderdeel is van mobiliteitshubs.
‘Wij denken dat zo’n systeem het mogelijk maakt om hubs op te schalen en zich modulair te laten gedragen. Een digitale ‘regisseur’ kan zich goed aanpassen op verschillende omstandigheden en type drukte zoals bij evenementen of als een hub meer of minder diensten nodig heeft.’ Boereboom roept overheden dan ook op om na te denken over hoe zij hun hubs willen inrichten op een duurzame manier zodat zij ook op langere termijn aanpassingsvermogen kennen.
Open digitale standaarden
‘Aan de achterkant van zo’n systeem moeten ook goede afspraken worden gemaakt over wie welke data inziet en wat ermee gedaan wordt’, vertelt Boereboom. Voor dergelijke digitale systemen moeten zowel de standaarden als het interface open zijn. Dit zal voor de reiziger niet opvallen, behalve dat de applicaties waar zij gebruik van maken beter zijn afgestemd op andere diensten. Voor ondernemers die binnen hubs hun activiteiten willen aanbieden is het daarentegen goed, zo vertelt de CCO van WeCity, om te weten hoe met zo’n digitaal systeem om te gaan en wat het delen van data voor hen betekent en oplevert.
Een digitaal systeem kan namelijk veel data en inzichten opleveren over het gedrag van de reiziger, wat indirect helpt om de dienstverlening te optimaliseren. Gebruikersgegevens over piekdrukte en consumptiebehoefte laten aanbieders zien waar en hoe met de reiziger te communiceren. Van de Coevering: ‘Als je er dan in slaagt om de reiziger te laten zien dat ze goedkoper of sneller uit zijn dan met de auto, bereik je je doel.’
Lector Van de Coevering ziet vooral een duidelijke toegevoegde waarde aan de achterkant van een digitaal systeem binnen mobiliteitshubs. Uit gesprekken die hij voert met Rijkswaterstaat en gemeenten herkent hij de vraag wanneer regulier openbaar vervoer als trein en bus en kleinschaliger vervoer zoals deelauto’s, -scooters en -fietsen elkaar versterken. ‘Hubs zijn niet alleen relevant in stedelijk gebied. Juist ook in minder verstedelijkte gebieden kunnen deeldiensten bijdragen aan het aanbieden van basismobiliteit voor alle inwoners. Een digitaal regisserend systeem kan overheden veel vertellen over hoe de hubs functioneren.’
Volgens Boereboom zijn al enkele gemeenten bezig met de ‘digitale laag’ achter mobiliteitshubs. Ook de Europese Unie, die vorige week de Mobilityaction organiseerde, koos de inzending van WeCity als een van de vier finalisten van de mobiliteitswedstrijd. ‘Door Europese steden te laten zien dat je verder moet kijken dan alleen het mooie plaatje van een mobiliteitshub, hopen we dat zij goed gaan nadenken over de organisatie achter die hubs. Het wordt belangrijk dat de hubs open digitale ecosystemen krijgen.’