De coöperatie zou steun hebben van meer dan duizend mensen die zich bereid hebben verklaard mee te betalen aan de grondaankoop, met de bedoeling om hier duurzame landbouw te bedrijven. Een recente uitspraak van de Hoge Raad zou die mogelijkheid bieden. Daarin staat dat overheden vanuit het gelijkheidsbeginsel gronden niet meer niet ongemotiveerd aan één partij mogen aanbieden als er meer potentiële kopers zijn. Met de verwerving van de 80 hectare grond voor eigen gebruik, wil de coöperatie de bouw van het controversiële datacenter dwarsbomen. Het datacenter van Meta, een zogeheten hyperscale, zou té veel stroom verbruiken waarvoor plaatsing aan de rand van het land beter zou zijn. Dat is ook de beleidslijn in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
De Zeeuw: kansloos
Maar als de bestemming van de percelen morgenavond (donderdag) wijzigt van landbouw naar een industrieel gebruik, valt Land van Ons als gegadigde af en zou de Gemeente Zeewolde de grond alsnog kunnen toewijzen aan Meta, als er tenminste geen andere gegadigden zijn die de percelen willen kopen en er industriële activiteiten willen ontplooien. Dat stellen zowel emeritus-hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw als beleidsadviseur Gerlof Rienstra van Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies. De Zeeuw: ‘Ik vind het op zich een sympathieke doelstelling maar ik zou mijn geld er niet aan toevertrouwen. Gegeven de bestemming is het een kansloze onderneming. Het recente arrest van de Hoge Raad verandert daar niets aan. Een gegadigde moet zich binnen het veld van de bestemming bewegen.’
Rienstra: niet kansloos
Economisch geograaf Rienstra vindt de onderneming van coöperatie Land van Ons niet bij voorbaat kansloos. Hij acht het namelijk ‘niet onwaarschijnlijk’ dat de bestemmingswijziging sneuvelt. ‘Misschien niet donderdag in de raadzaal, maar daarna.’ Er volgen volgens Rienstra ongetwijfeld beroepsprocedures. Die procedures kunnen volgens hem ‘zeker drie tot vier jaar’ in beslag nemen.
Gedurende die periode is de nieuwe bestemming nog niet onherroepelijk. Op de vraag of er gedurende die beroepsperiode activiteiten mogen plaatsvinden zodra de grond is overgedragen, antwoordt Rienstra dat er eerst nog uitvoeringsvergunningen nodig zijn. Of er daarna gebouwd mag worden, is volgens hem veel jurisprudentie over. ‘Op het moment dat jij met grondwerkzaamheden begint, maak jij het onmogelijk om nog iets anders te doen. Maar je kunt Facebook of Meta natuurlijk niet verbieden om voorbereidingen te treffen. Wel bestaat het risico dat belanghebbenden schorsingsverzoeken indienen.’
Adviezen en meningen
Op de vraag welk motief de bestuursrechter kan gebruiken om een eventuele bestemmingswijziging terug te draaien, antwoordt Rienstra dat er ‘adviezen zijn gevraagd en meningen gevormd’ in aanloop van het proces die luiden dat Zeewolde ‘helemaal geen goede locatie’ is voor een hyperscale datacenter en dit ook in nationaal beleid is verankerd, waarmee Rienstra doelt op de NOVI. ‘Ook het feit dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB, de grond is in bezit van het Rijk en zal eerst overgedragen moeten worden aan Zeewolde, red.) nu plotseling zegt dat het niet wil verkopen, heeft volgens mij te maken met het feit dat er zoveel reuring is ontstaan.’
De NOVI is echter enkel zelfbindend voor het Rijk en zowel voormalig minister Eric Wiebes van EZK als zijn opvolger Stef Blok hebben meermaals benadrukt dat het toewijzen van datacenters een decentrale bevoegdheid is. Wiebes legde de bal voor de komst van Meta expliciet bij Zeewolde en Flevoland. ‘Op basis van de Wet ruimtelijke ordening is alleen de gemeente in dit geval aan zet’, erkent Rienstra. Tóch gelooft hij dat de bestemmingswijziging uiteindelijk bij de bestuursrechter kan sneuvelen.
Complicerende factor
Zo zou de bestuursrechter volgens hem kunnen oordelen dat een hogere maatschappelijke belang zoals geformuleerd in de NOVI in het geding is, waardoor het primaat niet bij de gemeente hoort te liggen. Ook is volgens Rienstra van belang dat het RVB als eigenaar van de grond tussenbeide is gekomen.
Dat het RVB zich met de kwestie is gaan bemoeien, verbaast De Zeeuw. ‘Het RBV valt onder staatssecretaris Knops. Hij is de politieke baas van het RVB. Ambtenaren binnen de dienst kunnen zeggen “we verkopen niet” maar uiteindelijk gaat Knops daarover. Hij kan natuurlijk een zelfstandig standpunt innemen, maar de minister is zijn baas.’ Hij zegt niet uit te sluiten dat de ambtenaren van het RVB zonder medeweten van de staatssecretaris hebben gehandeld.
Emeritus-hoogleraar en jurist De Zeeuw onderkent dat met het toenemende verzet het afbreukrisico toeneemt, maar hij benadrukt dat de provincie en de gemeente het primaat hebben en provinciale staten al heeft ingestemd ondanks een motie waarin afkeuring is uitgesproken over gebrek aan transparantie. De opstelling van het RVB noemen zowel De Zeeuw als Rienstra een ‘complicerende factor’.